Poging van een hbs-er:
1. Baptizata est Anna filia Petri Hugonis
2. ??? uxoris quam de facro
3. fonte susreperunt Joes? Jois? Verhouven
4. et Maria Arnoldi Jois? van
5. Helmont uxor pretoris
Poging van een hbs-er:
1. Baptizata est Anna filia Petri Hugonis
2. ??? uxoris quam de facro
3. fonte susreperunt Joes? Jois? Verhouven
4. et Maria Arnoldi Jois? van
5. Helmont uxor pretoris
Beste Carola,
Hierbij mijn poging:
1. Baptizata est Anna filia Petri Hugonis
2. sueque uxoris quam de facto
3. fonte susceperunt Johannes Johannis Schoven
4. Et Maria Arnodli Johannis van
5. Helmont uxor pretoris
In regel 2: sueque, zouden twee woorden kunnen zijn: sue que en dan betekent het samen met uxoris: van zijn echtgenote.
In regel 3: Bij de bron (= doopvont) hebben zij opgeheven (= ten doop gehouden) en dan komen de namen van de peetvader Johannes en peetmoeder Maria
In regel 5: Maria was de echtgenote van een bestuurder. Pretor was van oorsprong een Romeinse term voor een magistraat.
Kleine correctie op lijn 5: praetoris. (Volgens mij staat er immers een "e - cedille" = "ae" )
kleine aanvulling: volgens mij staat geschreven Verhoven i.p.v Schoven. De V met het streepje erdoorheen lijkt me de afkorting voor Ver
@Johan @ Johan
In beide gevallen: dank voor de correcties. Helemaal gelijk.
Allen hartelijk bedankt voor de reacties, hier kan ik weer verder mee! :)
Carola
zei op maandag 22 januari 2018 - 17:37