Ik ondergeschreven jacob Geesteranis van delft,
zoldaet ten dienste ter camp ...
met het schip Casteel van Woerde, voo de
kamer van Delft te repatrieren,
bekenne wel en deugdelijck schuldigh te te we-
sen aen d'Ed. Jan Meyts weesmeester
ter deser stede een somma van vier
hondert hollandsche guldens a 20 stuyvers
ider, spruytende ter saecke van tot mijne
nodige uytrustinge geleverde en toegetel-
de penningen, renunicierende oversulcx wel
expresselijk de exceptie van angetelden
goeden gelden, beloovende alvoorts de somme van
vier hondert hollandsche
guldens int vaderland ter eerter aenmaninge
weder aen kost en schadeloos te sullen vol-
doen en betaelen aen d'heeren Willem
van Dam en Dirck van Dam,
cooplieden tot Delft en Rotterdan, orderes
erven met den intrest vandien tegen een
halve gelijke gulden procento s'maands van heeden
af ingaende en continueerende tot de volle
voldoeninge toe, tot naerkominge deses verbinde
ick mijn persoon ende goederen, alsmede bij dese
comparant verdienende en nog te verdienen maand-
gelden, deselve stellende ten bedwange van allen regten
ende regteren, zijnde hiervan twee eens-
luydende verbandschriften, mits het
eene voldaen zijnde, d'andere van waar-
de blijft.
Batavia den 29e December 1736.
Jacob Geesteranis
Den inhoud voldaan
voor de procureur Geesteranis met de somme
van een hondert vijf en dertig guldens, Rotterdam 4 december 1737
Willem en Dirk van dam
Anneloes Maas Geesteranus
zei op zaterdag 26 februari 2022 - 20:22