Overslaan en naar de inhoud gaan

Forum

Details zaak in kenningboek Leiden 1462

Wie kan mij meer details verschaffen over een zaak in een kenningboek uit Leiden uit 1462? Vanuit een medewerkster van het Leidse archief werd ik naar deze site verwezen. Het is pagina 9v (linkergedeelte dus) van inv. 41c van het Leids archief.

Het begint (denk ik) met: "Jan Gijsbrechtsz als gemachtigde van sijne wijfs moeder Geertruijt Gerijt Meynaertsz weduwe is sijn dingtael tegens Luytgart Govert Gerytsz weduwe ende Jan..."

De 2de alinea (beginnende met Luytgart Goverts Gerytsz weduwe...) en de laatste alinea op deze pagina horen hier ook bij.

Het lukt me redelijk om namen te lezen en flarden van woorden, maar bij deze scan, waarvan de kwaliteit niet zo goed is, loop ik vast.

Wie kan me helpen om het volgende beeld compleet te krijgen: (1) de namen van de partijen, (2) de aard van het geschil, en (3) de uitkomst van het proces.

Reacties (2)

Geert Ouweneel zei op za, 05/16/2020 - 12:47

Misschien helpt dit:

Jan Gijsbrechtsz als gemachticht van sijns wijfs moeder Geertruut Geryt Meynaertszoons weduwe,
is sijn dingtael tegens Luytgairt, Govert Gerytszoons weduwe, ende Jan voirsz. seit dat Luytgiart
hem sculdich is te betalen alsulke twee hondert nobelen als Geertuut voirsz. Govert Gerytsz,
horen zoon, Luytgairt man was, heeft geleent ende na Goverts doort voirsz. Luytgairt voirsz. noch
om vrientscappe heeft ondergelaeten ende geleent van welken gelden voirsz. Govert een scepene-
brieff heeft gegeven die uutgegaen is, want Luytgart voirsz. altijt seide dat sij die gelden betalen
woude ende nye seyde dairjegens hierom soe seit Jan Gijsbertsz als gemachticht als voirsz.
is, dat Luytgairt sculdich is voert te gaen ende die tweehondert nobelen te betalen of te bewijsen
mit wittachtigen tugen of mit sulken bescheyde dat die scepenen goet bescheit dochte te wesem
dat sij de twee hondert nobelen betaelt heeft, want Jan wel betugen ende bewijsen sel dat sij
die onder heeft, ende seit dairom dat sij dairof tot geene onsculde comen en zal ende geeft
dairof vonnisse van scpenen ende voirt dairop gehoirt te wesen.

Luytgairt, Govert Gerytsz weduwe, mit hoirs gecorenen voichts hant is haer dingtail jegens
Jan Gijsbrecht Wittgensz, ende Luytgairt voirsz. die seit onsculde van de gelden dair Jan Voirsz.
haer om beclaicht heeft ende dat sij vander eysch ende aensprake sal comen tot haer onsculde
na den recht van der stede ende na uutwijsinge der ... wat Jan voirsz, scepenen noch scepene-
brieve op Luytgairt voirn. sprekende en heeft, ende begeert hierof vonnisse van scepenen
ende voirt hierop gehoirt te wesen.

Aldus soe wijsen scepenen alsoe Luytgairt Govert Geretysz weduwe an een kennynge gegaen ende
geknoft is teegen Jan Gijsbrechtsz als gemachtich van Gheertruyt Geryt Meynaertszoons weduwe
ende die voirsz. Luytgairt naedat zij an die kennynge geknoft is sulc gelt als dair zij van Jan
Gijsbrechtsz voirsz. van Gheertruyt Geryts Meynaertszoons wegen om beclaecht wort, onder scepenen
geleyt heeft dat zij tot gheenre onsculde comen en sel, ende gevende Jan voirsz. die kennynge gewonnen
ende Luytgairt voorsz. verloren. Actum 9 dagen in  Februario anno 62.

Louis van Veenendaal zei op za, 05/16/2020 - 13:00

Wow, u geeft direct een complete transcripie. Mijn complimenten, want deze scan was niet zo duidelijk, en het taalgebruik maakt het er ook niet makkelijker op.

Ik begrijp er uit dat (heel in het kort) het om een bedrag van 200 nobel gaat dat de tweede partij aan de eerste schuldig is, en dat uiteindelijk de eerste partij gelijk krijgt.

Reageer op dit bericht

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.
Slechts één bestand.
10 MB limiet.
Toegestane types: png gif jpg jpeg.