Op huyden den XIXe aprillis a[n]no 1612
compareerde voor mij, Johan Molijn de
Jonghe, openbaer not[aris], bij den Hove van Hollandt
geadmitteert, mitsgader voor de naerbeschreven
getuyghen, cappiteyn Cornelis Servaessz
Lantschot, van der Veere in Zeelant, jegenwoordch
binnen deser stadt Delft, mij notario bekent,
als erffgenaem van P[iete]r Franssz van der Eyck,
in sijn leven cappiteyn, tot Oostende overleeden#
#, Paulyntgen Franss[en] / sijn wettighe huysf[rouwe] / toonster deses,
special[ijck] om[m]e uut sijn constituanter naeme
en[de] van sijnentweghen te moeghen v[er]coopen,
tot gelde te maecken de helfte va[n] alsulcke ontfangbrieven
als hem comp[aran]t door doode ende overlijden
van voorn[oemde] Van der Eyck aennbestorven ende
competeren[de] es, en[de] dat aen alsulcken persoon oft
persoon[en] ende voor alsulcke som[m]e van penn[ingen]
als sij gheconstitueerde best, raetsaem en[de]
oirbaer bevinden sal te behooren, de pen[ningen] daer-
voorens belooft te ontfanghen, quijtscheldinge
haere ontfanck te doen, quytantie te
geven, # wettel[ijck] transport / ende waringe daervan te doen, sijn compa[aran]ten persoon en[de] goedren te
v[er]binden en[de] voorts etc[etera] alwaer etc[etera] beloven[de]
etc[etera]. Aldus gedaen en[de] v[er]leeden binnen der
stadt Delft ten comptoire mijns, not[ari]s,
ter pres[en]tie van Frans Corstiaenssz, backer,
en[de] Jacob van Oudewaeter, clerck mijns not[ari]s, als
ghetuyghen hyertoe v[er]socht sijnde, ten daege en[de] jaere
alsbo[ven].
't merck van / Cornels Servaessz*
[getekend: Frans Corstyaensz]
[getekend: J.C. Molijnt, nots.]
[getekend: J. van Oudewater]
Hans Van Landschoot
zei op donderdag 6 april 2023 - 20:21