Beste Alexander,
Het woord dat je leest is 'Armen'. De armenzorg van de Rooms-Katholieke Kerk verwierf eeuwenlang mede inkomsten door het aan- en verkopen en verpachten van onroerend goed, vooral landbouwgronden.
In verschillende Haarlemse archiefstukken van de 17e tot en met 20e eeuw kom ik de term 'trinen' tegen in een katholieke context. Ze ontvangen geregeld legaten en verpachtten ook land. Twee late voorbeelden uit begin 20e eeuw zijn:
https://hdl.handle.net/21.12102/ECF1DE3048964B7D938D8187FAD83DA8
scan 4 (zie ook bijgevoegde afbeelding):
Het jachtrecht op de landerijen van de Roomsch
Katholieke trinen over het aanstaand seizoen
gehuurd door Jan Boon, stalhouder te IJmuiden,
voor vier gulden
https://hdl.handle.net/21.12102/6371481AD39E4DE18B932DE5DC1EF1CE
scan 78:
den Heiligen Rozenkrans en van den Heiligen
Dominicus te Haarlem eene som van een hon-
derd gulden om zoo spoedig mogelijk na mijn
overlijden, volgens aanwijzing van het Kerk-
bestuur te verdeelen onder de trinen dier
Parochie.
Mijn vraag is: wie waren deze trinen in Haarlem? Klopjes of begijnen of misschien een andere groep?
Bij voorbaat dank voor jullie inzichten!
Beste Alexander,
Het woord dat je leest is 'Armen'. De armenzorg van de Rooms-Katholieke Kerk verwierf eeuwenlang mede inkomsten door het aan- en verkopen en verpachten van onroerend goed, vooral landbouwgronden.
Dank je wel René! Ik zal me nu verdiepen in dit onderwerp.
Alexander Thijs
zei op zaterdag 11 oktober 2025 - 09:58