Controle scheibrief

(folio hierboven)

110[r]

Scheybrieff van den wedue van Claes

Janss Schaep en[de] Neeltge[n] zyn huysvrou

beyde[n] s[ali]g

 

In manniere[n] achtervolgen[de] soo zyn mit vruntschap

verenicht en[de] geaccordeert Jan Cornelis Schuppe[n] ende

Jacob Janssz van Alphe[n] als gerechte voochden van Guleyna

Claesdochter achtergelat[en] weeskint van Claes Jansz[en] ende

Neeltgen Janssen zijn huisvrou beijde s[ali]g ter eerst van

smoeders zyde, ende Jan Claesz ende Cornelis Allertssen

als man en[de] voocht van Maertge Claes voor kinderen

van Claes Janssen voirs[creven] geprocureert bij Annetgen Cornelis

s[ali]g[er] mitsgaders Guleina Claes Jongekindt voirs[creven] mit heur

dryen ter andere zyde van svaders zyde, eerst angaene

die voor kinders hore[n] smoeders erff, sulcxs hem van [den]

buel quam volg[ende] heur weesbrieff, te weten Jan

Claesse quam die somme van drie hondert en[de] vijfentnegentich

ca[rolus] gul[den] tot XL groten Vlaems stuck en[de] vijf stuijvers, ?

van zijn smoeders patermony hoeft penn[ingen] [ver]lope[n] rente[n]

pandijen en voor zyn clere[n] hem toegelent ende geaccordeert

volg[ende] den inventais van [den] bul, daervor[en] Jan Claes

an hem in eygendomme[n] gecoft en[de] angestaen heeft een stuck

lants genaempt Douweryck gelegen buytenwech voor

Segwaert[,] groot wes[ende] elff hondt of daer omtrent streckende

van Aryen Heyndricxssz Leeu zijn lant of tot de Segwaert-

schewech toe belendt an [den] noort oest zyde Harmen Pietersz

Scippel en[de] ande[n] suijt west zijde Adriaen Dirck Janne[n] mitte[n]

laste[n] van vijf gulden vijff stuijvers theesschers op staen toecomen[de]

die vader van Arent Gerritsz tot Leyden ende noch

een stucke slacheof lants ende rietlants leggende binnewech

achter twonnetge[n] van Jan Damenssen groot omtrent vijftalf

hont al byden hoop souden maet streck ende van Maerte[n] Janssen

schuytemaecker en[de] Jan Damenssen heur lant of tot die

groenewech toe belent en[de] noort oest zijde Maerte voors[creven]

en[de] an[den] zuijt west zijde Maerten Janssen v[oor]s]creven], twelcke lande[n]

Jan Claessen sulcxs gecoft heeft boven d[en] voors[creven] lasten voor de[n]

somme van driehondert en[de] sestijen ca[rolus] gul[den], noch is Jan

Claessen toegeleijt in minderingen alsvoren drie vijff obligatyen

een spreeckende op Jan Corn[enli]sz thooft inhoud[ende] ? ?

[ver]schyn[ende] Soetermeerssche cornelisdach anno XV LXXX en[de]

cornelisdach anno XV LXXXI noch een obligatie streckende op

[110v]

tstrecken xl guete [marge]

 

Cornelis Pieterssz[oon] uyt van achtyen ca[rolus] gul[den] verschynende

op drie soetermeerssche Corn[el]is daghen t’elcken een d?

ende een streckende op Cornelis Corn[eli]sz[oo]n jonge ?

inhoudende twaelf ca[rolus] gul[den] verscheenen Soetermeerssche Cornelis-

dach ende LXXX lestelen, coch een oblie[gatie] streckende op

Maerten Jan Neel Geraertsszoon inhoudende viertijen CXI gul[den] X?

verschende Soetermeerssche Cornelisdach lestlelen, ende noch

een oblie[gatie] ofte besegeld, brieff inhouden[de] die somme van

vijfenvertich ca[rolus] gul[den] verschijnende op drie Soetermeerste

Cornelisdaghen alsvoren, ende dit in volen betalinge

van zijn smoeders erffenis vorn[oemt] verhaelt, een m?

Jan Claessen uuytreycke ende een buel toegeven, ses ca[rolus] gul[den]

prs sulcxs inde buel cel geteijckent is ende d’voors[creven]

Cornelis Allertssen als man ende voocht voirs[creven] quam noch

Als reste soo van smoeders erff als oeck van renten

pandyen mede voor den bedde ende cleren tsen gereeckent

die somme van driehondert ses guld[en] vrs al volgen[de] hem

wheesbrieff voirs[creven], daerop Cornelis Allertz[oo]n gecoft

ende gehat heeft vijff koeien tstuck voor sessentwintich

ca[rolus] gul[den] bedragende tsen hondert ende dertich ca[rolus] gu[lden], noch

sal denselven Cornelis Allertssen ontfangen van Jan Cornelissen

Molens hondert ende drie entwintich ca[rolus] gul[den] die den

buel toequam mitsgaders noch drienvijftich ca[rolus]

gul[den] vijff stuijvers van Willem Arensz[oon] van den penningen

een den selven Willem den buel belooft heeft van coop van

turff, ende dit in volen betalinge van zijn

erffenis voors[creven], voorts hebben ende voors[creven] compa[ra]nten

an twyen gedeelt die woningen ende landen sulcxs, Claes

Janssen ende zynen huijsvrouwe voirs[creven] meeren achtergelaten

heeft als het daer volcht, eerst is guleyntg[en]

Claes ? aen jonge weeskandt angedeelt ende gegront

camelt voor den helft die wonen als huis, erff, barch,

schuyer, potinge ende plantinge op staende, aert vast

nageleast ende seeckere commelinge in ’t huijs ende opt

werf wesende mit een stucke lants daer achter an

gelege groot omtrent anderhalff morgen streckende van

Jan Ghijsbrechtssen schoudt zijn lant of tot de Seg-

wertsche wech toe belent ande noortoost zij Ghyeltgen

Maerten Janssen Molens zijn weduwe ende ande zuijt west

zy Lenert Doessen noch een stucke lants groot alsvon

111[r]

gelegen achter die woningen voirs[creven] al bij den wech in Segwaert-

streck ende uuijte walle weteringe tot Jan Ghijsbrechtssen

schoudt voors[creven] zyn landt toe beleyt aen noort oestzyde Claes

Meyn ende an zuijt west zij Jan Ael ijnszoen scheepmaecker

noch een half morgen slachtlants gelegen boven wech

treck ende van Jan Symonsselant of tot der middel naert toe

belent ande noort oest zijde Lenert Jansse schuijtemancker

ende ende zuijt west zijde Lenert Janssen voors[creven] ende noch ontrent

seven hout lants quaet slachlant gelegen bovenwech voorscreven

streckende van groenwech of tot Rutgher Huijbrecht Arienszoen

wedue hem aent toe belent ande noort oest zyde ?

? ende ande zuijt west zijde Tamboocht van Segwaert

elcxs met zyn jongelande, welcke voorn[oemde] wooningen ende landen

sulcxs ’t voorn[oemt] jongelant angedeel t es mit ses pont Hollants

tsvers opstaende toecomende die kerck ende heylgeest alhuer

voorts vry als buijerlant, ende daer en tegen is

angedeelt voor d’anden helft van s’vaders zy Jan Claessen

Cornelis Allertszoen alsmete ende voocht voors[creven] ende Guleyntgen

Claesdr de jongekint voors[creven] mit heur dryen een stucke

lants gecommende van Cornelis Michiel Joesten groot omtrent

XVI h[ont] genaempt het brawer ’twelck gemeten gelegen

heeft mit Maerten Janszoen timerman ende bij Claes Janssen

za[liger] ende Maerte Janssen voirs[creven], gedeelt an stucken te weten voorscreven

XVI h[ont] weijt an twe stucken twey streckende van Segwertsche

wech of tot Maerten Janssen voirscreven zyn lant toe belanten ene

tamen stuck leyt beleghan beyde enden Maerten voirs[screven], ende

heeft belegen an noort oestzyde doergaende Cornelis Janssen

backer ende ande zuijtwest zijde Ghijeltge Maerten Janssen

Molens zijn wedewe voirs[creven] mit Maerten Janszoen voorn[oemt], ende

noch een stucke weylants gelegen buijten wech vors[screven] voorde

woning van Dirck Verstopel Stopel groot twe morge

vier hont of daeromtrent streckende van de Segwertsche wech

af tot Arijen Heijn Leeuwen lant toe belent ande noort

west zijde Dirck Pieterszoen Stopel mit zijn ygen landen

ende ende zuit west zijde Cor[nelis] Adriaenssen noch wegen

landt slachturff lants of daeromtrent gelegen boven

wech an twee prelen toen stuck groot vijf hout strect

van Pier Damen lant tot Tamboochts lant geschat ?

ter context (mocht dat helpen), deel 4/7

5/7

6/7

7/7

Jan,

Ik heb pagina 1 bekeken, en heb wat kleine dingetjes bijgesteld.

Groet, Pauwel

Scheybrieff van den buel van Claes
Janss. Schaep en[de] Neeltge[n] zyn huysvrou
beyde[n] s[aliger] g[edachtenis]
 
In manyere[n] achtervolgen[de] soo zijn mit vruntschap
verenicht en[de] geaccordeert Jan Cornelisz. Suppe[n] ende
Jacob Jansz. van Alphe[n] als gerechte voochden van Guleijna
Claesd[ochte]r achtergelat[en] weeskint van Claes Jansz. ende
Neeltgen Jansd[ochte]r zijn huysvrou beijde s[aliger] g[edachtenis] ter eenre van
smoeders zyde, ende Jan Claesz. ende Cornelis Allertss[en]
als ma[n] en[de] voocht van Maertge[n] Claesd[ochte]r voor kinderen
van Claes Janssen v[oor]s[creven] geprocureert bij Annetgen Cornelisdr.
s[aliger] g[edachtenis] mitsgaders Guleijna Claesdr. Jongekindt v[oor]s[creven] mit heur
dryen ter andere zyde van svaders zyde, eerst angaen[de]
die voor kinder[en] hore[n] smoeders erff, sulcxs heur van [den]
buel quam volg[ende] heur weesbrieff, te weten Jan
Claess[en] quam die somme van drie hondert en[de] vijfentnegentich
ca[rolus] gul[den] tot XL groten Vlaems tstuck en[de] vijf stuijvers, soe
van zijn smoeders patermony hoeft penn[ingen] [ver]lope[n] rente[n]
vandyen en voor zyn clere[n] hem toegeleyt ende geaccordeert
volg[ende] den inventaris van [den] buel, daervor[en] Jan Claesz.
an hem in eygendomme[n] gecoft en[de] angestaen heeft een stuck
lants genaempt Douweryck gelege[n] buytenwech voor
Segwert, groot wes[ende] elff hondt of daer omtrent strecken[de]
van Aryen Heyndricxsz. Leeu zijn lant of tot de Segwert-
schewech toe belendt an [de] noort oest zyde Adriaen Pietersz.
Stompick en[de] ande suijt west zijde Adriaen Dirck Janne[n] mitte
laste van vijf gulden vijff stuijvers ts[jaer]s op staen[de] toecomen[de]
die weduwe van Arent Gerritsz. tot Leyden ende noch
een stucke slachturflants en[de] rietlants leggen[de] binnewech
achter twoninctg[en] van Jan Damenss[en] groot omtrent vijftalf
hont al byden hoop sonder maet strecken[de] van Maerte[n] Janss[en]
schuytemaicker en[de] Jan Damenssen heur lant of tot dye
groenewech toe belent an [de] noort oest zijde Maerte[n] voors[creven]
en[de] an [de] zuijt west zijde Maerten Janssen v[oor]s]creven], welcke lande[n]
Jan Claessen sulcxs gecoft heeft boven d’voors[creven] laste voor de
so[m]me van driehondert en[de] sestijen ca[rolus] gul[den], noch is Jan
Claessen toegeleijt in minderinge als voren [doorhaling] ^vijff^ obligatyen
een spreeckende op Jan Corn[enli]sz thooft inhoud[ende] thyen ca[rolus] gul[den]
[ver]schyn[ende] Soetermeerssche cormisdach a[nn]o XVc LXXX en[de]
cormisdach a[nn]o XVc LXXXI noch een obligatie spreecken[de] op