Overslaan en naar de inhoud gaan

Forum

Civiele procedure: Cornelis Döppen vs. Van Dam, Burgemeester Lochem

Beste Mensen,

 

Gaarne enige hulp bij transcriptie (verklaring van bijgaand document). Het betreft een proces aangespannen door mijn voorvader Cornelis Döppen tegen Bruno van Dam, Burgemeester van Lochem. Proces loopt in etappes tussen 14/6/1658 met uitspraak op 10/5/1659. Het begrip: mombers ben ik in de tekst tegengekomen en vermoed derhalve dat het (wellicht) over een voogdijschap gaat.....

 

Bron: Borculo, civiele procedures; toegangsnr: 3018, inv.nr. 250, scan 128 t/m 133.

 

Bij voorbaat dank,

Mvrgr, Ron

 

Reacties (10)

René van Weeren zei op di, 09/01/2020 - 23:05

Ron,

Ik denk dat het handig is als je de volgende afbeeldingen toevoegt als reactie op je bericht. Bovenstaande is enkel het titelblad.

Geert Ouweneel zei op wo, 09/02/2020 - 09:51

Ik vind in archief 3018 nr. 250 geen scans. Er staat alleen dat dit stuk niet ter inzage is vanwege de slechte staat.

Ron zei op wo, 09/02/2020 - 20:06

Dag Geert, excuus. Bron-melding was abusievelijk. Afhankelijk via genealogiedomein.nl info gevonden. Heb de scans echter aangetroffen op de web-site van Familysearch en gedownload. Zal de pagina's verzamelen in 1 document en uploaden. 

 

Gr. Ron

Ron zei op wo, 09/02/2020 - 21:35

Dag René en Geert,

 

Het betreft in totaal 6 pagina's. Ik zie voor als nog geen mogelijkheid om ze collectief in 1 bestand te uploaden. In totaal is het iets meer dan 4 MB dus dat mag niet het probleem zijn. Enige suggestie is welkom. Heb alvast de 2e pagina bijgevoegd.

 

MvrGr. Ron

Ron zei op wo, 09/02/2020 - 21:36

3e pagina.

Ron zei op wo, 09/02/2020 - 21:38

4e pagina

Ron zei op wo, 09/02/2020 - 21:40

5e pagina

Ron zei op wo, 09/02/2020 - 21:41

6e pagina

Geert Ouweneel zei op do, 09/03/2020 - 08:03

Het stuk is niet volledig.
Op de rechterpagina verdwijnen woorden som geheel of gedeeltelijk
onder een vouw in het papier. dan is het even gissen wat daar staat.

Copie
Van eenige concernente
clausulen uyt het proces
van Cornelis Doppen tegen
Bruno van Dam, borghemeester
der stadt Lochum, met de
sententie en redenen vandyn voor desen gerechte
gepronuntieert

Exhibitum den
14 Juny 1658
Antwoort exceptio-
neel voor Bruno van
Dam, borghemeester van
Luchum
op ende tegen
alsulcken eysch ende aenspraecke als
uyt den naem ende /
vanweegen Cornelis
Doppen desen Ed.
gerichte overgegeven
is.
Onder expresse protest
de non contestando litem
sich nyet vorder in te laeten
als nae rechte geholden,
so wort voor eerst pro
confesso geaccepteert
dat die aenlegger bij
d'ingediende justificatie
gestendicht, dat hij ofte
desselfs momberen over
dese saecke op het
special onderpant geproce-
deert hebben.
Dergestalt dat die voorn.
momboiren in die halfscheit
der costen gecondemneert
zijn worden, brederen inholts
der sententie bij justificatie
van peindinge geappliceert,
welcke costen den imper-
trant gehouden was te
refunderen, voor en aleer
hij met nyeuwe proceduiren
ten tweeden mael heeft
moegen aenvangen.
Gelijck sulcx nae lan... /
tit. 4e § 5 pro forma
vereysch wordt.
Ende also deselve tot
nochtoe nyet gerefundeert
zijn, so compt den aen-
legger jure merito te
obsteren die exceptie
non refusarum expensarum
tot admissie van welcke
bij desen gecontendeert
wordt.
Item uyt d'antwoort van
Cornelis Doppen contra Bruno van
Dam den 11 October 1658
overgegeven.
Te meer mach alhyer de
geproneerde exceptie geen
plaets vinden, doordyen men
deserzijts in omnem crou-
tum so den excipient
teegens het gaellegeerde
stadrecht, wie neen
mochte bij machte zijn
costen te declareren
tegenparthije sijne costen
gepræsenteert end tot
dyn eynde eenen schellinc
geconsigneert heeft,
met præsentatie denselven
quetenus de jure teneatur
te willen vermeerderen /
... wij het persistit
voor borghemeester Bruno van
Dam contra Cornelis Doppen
den 22 November 1658
geëhibeert.
Het kan oock den ge-
excipieerden nyet secunderen
t' geene so specieus ge-
obinoveert wordt alsoff
door manquement van
declaratie een wettige
schultvorderinge soude
konnen ontgaen worden.
Aengesien den excipient
daertoe legitimis juris
remedus hadde connen
constringeren en den
excipient tot het exhi-
beren van declaratie sub
poena perpetui slienttii
mogen citeren.

Pronuntiatie den
10 May 1659
In saecken voor den
E. stadgerichte van
Groenloe ongedecideert
hangende tusschen Cor-
nelis Doppen aenlegger
ende geëxcipieerde ter eenre, /
ende Bruno van Dam
borghemeester der stadt Lochum
verweerder ende excipient
ter anderer zijde, gesien
die justificatie van peindonge
Antwoort exceptioneel,
Antwoort, persistit, du-
plyck exceptioneel, con-
clusyff reces, met die
prothocollaire acten ende
allen bijgevoegden schijn
ende bescheit, ende gelet
waerop in desen eenichsins
te letten stonde, t' voorsz.
gericht met advys van
onparthijdige rechtsge-
leerden, voorbijgaende
die exceptio non refu-
sarum expensarum ordon-
neert parthijen ingevolge
van de sententie die justi-
ficatio van peindinge
annex over veertien daegen
nae die pronunciatie deses
ten overstaen van twee
gecommitteerden uyt
desen E. gerichte, met
malkanderen over den
achterstaat van renthe
in quæstie ende t' geene
daerop bewijslijck betaelt is /
te treden in liquidatie
den verweerder tot voldoe-
ninge van t' slot vandien
condemnerende, mitsgaders
in die halve costen deser
proceduire, tot taxatie
en moderatie van desen
E. gerichte, die andere
helfte om redenen com-
penserende.
Aldus geadvyseert binnen
Nijmegen den 7 May 1659.

/subscript/
Ann.. Coermas Wilh. Water
volgens de eeden /
Die reeden vant boven-
staende advys, ende voor
eerst vant voorbijgaen
der exceptie non refusa-
rum expensarum, is om-
dat uyt d'attestatie en
missive van den auditeur
Wolff die antwoort ende
persistit respectivelick
annex, blijckt dat des
aenleggers mombers dae-
telick nae die pronunci-
atie van de sententie
die justificatie bij gerecht?
sich gepræsenteert hebben
om die helfte van de /

 

Ron zei op do, 09/03/2020 - 13:39

Dag Geert, hartelijk dank voor je inspanning! De tekst levert echter meer vragen op dan dat zij voor mij antwoorden oplevert. Ik begrijp dat het om een geldkwestie (achterstallige pacht/belasting + boeterente) handelt, waarin wellicht voor Cornelis en voogd(en) al enige tijd een (gevoel) van onrechtvaardigheid schuil gaat. Wat mij mede verbaast, is dat het begrip momber wordt genoemd in de tekst, terwijl Cornelis, ten tijde van de rechtsgang, 23 a 25 jaar oud moet zijn geweest. Feitelijk is Cornelis een wees vanaf 1642 (Jan Ritman (stiefvader) en Hans (K)unnenman als momber genoemd). Maar tot welke leeftijd blijft men momber? Tot het moment dat men trouwt?

Voorts lijkt sprake te zijn van "iets" waarover of waarvoor betaald dient te worden. Ik heb na 1642 geen pachtcontracten o.i.d. meer aangetroffen....dus dat blijft ook nog een mysterie.

 

Nogmaals dank,

Mvrgr.,

Ron

Reageer op dit bericht

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.
Slechts één bestand.
10 MB limiet.
Toegestane types: png gif jpg jpeg.