18 Octobre 1852
Très chère et bonne Maman!
C'est du bateau, entre
Neuwied et Coblence, que je vous écris
cette lettre, ainsi je vous prie d'avance
d'être indulgente pour mon écriture
qui à cause des secousses continuelles
ne peut être que tremblante et presque illisible.
Je pense, chère Maman, qu'une nara-
tion de notre voyage depuis Arnhem
vous sera le plus agréable, pour cette
raison je m'empresse de vous donner
de nos nouvelles qui heureusement sont
très bonnes. Hier matin (dimanche)
comme vous savez nous sommes partis
à 6 heures d'Arnhem. Le temps était
magnifique et clair quoiqu'un peu
---
froid. A Emmerik les douanes ont
été occupés plus longtemps qu'à
l'ordinaire, ce qui a fait que nous
sommes arrivés plus tard à Dusseldorf
que nous ne l'avions cru, mais ce-
pendant à temps pour prendre le
dernier train pour Cologne, car nous
avons fait encore une charmante prome-
nade au clair de lune dans la ville
et dans les environs. Nous y étions à
6 heures du soir et le convoi partait à
7 heures et 50 minutes, ce qui fait qu'à
9 heures nous étions à Cologne. Nous
avons couru à toutes jambes pour
attraper le bateau à vapeur qui
partait à 9½ heures et heureusement nous
avons réussi. Nous nous sommes
installés aussi comfortablement que
possible pour la nuit, et elle aurait
---
été bonne si à notre réveille nous
n'eussions appris la triste nouvelle
qu'à cause du fort brouillard qui
s'était élevé vers 3 heures la nuit (et qui
dure encore [11½ heures]) nous avons du rester
immobile jusqu'à 8 heures car on ne pou-
rait pas voir à deux pas de distance.
Au lieu donc d'arriver à 12½ heures à
Mayence, comme nous l'avions cru,
nous n'y serons qu'à 7 ou 8 heures du soir,
et devrons passer la nuit là ou à
Bieberich, car depuis que le service
d'hiver à commencé, le dernier train
part de là à 6 heures ainsi nous n'arrive-
rons à notre destination que demain
(mardi). Nous nous sommes informés
hier sur le bateau d'Arnhem quelles
étaient les heures de départ en hiver
et on nous a dit qu'elles restaient comme
---
en été à moins qu'il n'y eut de fortes glaces.
Dans tous les cas, Guillaume et
moi, nous vous conseillons de faire
cet hiver le voyage en poste, car
vous comprenez que dans cette saison là
les brouillards sont beaucoup plus
forts et plus fréquents. Nous espérons
cependant vous donner de meilleurs
renseignements sur votre voyage quand
nous serons à Francfort, car je crois
qu'alors nous pourrons aussi vous
dire exactement le départ de tous
les trains. Nos santés sont toutes très
bonnes et mon rhume va beaucoup
mieux, ce qui est étonnant par
un pareil brouillard. Je ne fer-
merai cette lettre que ce soir à
notre arrivée à Mayence, et j'espère
vous écrire aussi vite que possible de
Francfort.
---
P.S. Nous voilà arrivés à la fin des fins
à Castel, chère Maman, mais malheureusement
trop tard pour aller encore ce soir à Francfort.
Ainsi nous n'y serons que demain vers 9 heures ou que
nous partirons avec le train de 8 heures.
J'ai jouis c'est deux derniers jours des bateaux
à vapeur car nous y avons été hier pendant
12 heures et aujourd'hui pendant 21 heures. Le
temps s'est heureusement tout à fait remis vers
midi de sorte qu'après le diner nous avons pu
prendre encore un peu l'air. Je compte vous écrire
---
mercredi matin de Francfort, mais je vous prie
cependant de ne pas vous inquièter si vous ne
receviez pas de lettre vendredi, car vous comprendrez
bien que peut-être je ne serai pas tout à fait
maîtresse de mon temps pendant les premiers
jours. Mon chèr Guillaume me prie de
vous dire d'arbord ainsi qu'à notre cher Père
mille choses aimables, et en second lieu de
vous dire qu'il trouve que j'ai parfaitement
bonne mine, et que j'ai très bien suporté
le voyage. Maintenant, chère et bonne Maman,
je dois vous dire adieu, en vous priant in-
stamment d'avoir la bonté d'embrasser
mon cher Père pour moi, et de faire mes
amitiés sincères à tous ceux qui s'intéressent
à moi. Recevez mille baisers de ma part pour
vous et croyez-moi comme toujours et pour
toujours.
Votre bien affectionnée fille
Ida
Castel 18 Octobre
8 heures du soir.
---
Madame
Madame van der Oudermeulen
née van Wickevoort Crommelin
à
La Haye.
Opnieuw een brief van Ida aan haar moeder. Ditmaal een reisverslag.
18 Oktober 1852
Zeer lieve en goede Moeder!
Ik schrijf u deze brief vanop de boot, tussen Neuwied en Koblenz. Ik vraag u bij voorbaat om vergeving voor mijn handschrift, dat vanwege de voortdurende schokken beverig en bijna onleesbaar kan zijn.
Ik denk, lieve Moeder, dat een verslag van onze reis vanaf Arnhem u het meest aangenaam zal zijn. Daarom haast ik mij om u nieuws te geven, dat gelukkig zeer goed is. Gisteren ochtend (zondag), zijn we, zoals u weet, om 6 uur uit Arnhem vertrokken. Het weer was prachtig en helder, hoewel een beetje koud. In Emmerik waren de douanes langer bezig dan gewoonlijk, waardoor we later in Düsseldorf aankwamen dan we hadden gedacht, maar toch nog op tijd om de laatste trein naar Keulen te nemen. We hebben nog een charmante wandeling bij maanlicht door de stad en omgeving gemaakt. We waren daar om 6 uur 's avonds en de trein vertrok om 10 voor 8, zodat we om 9 uur in Keulen waren. We hebben dan zo hard mogelijk gerend om de stoomboot te halen die om 9½ uur vertrok en gelukkig is dat gelukt. We hebben ons zo gerieflijk mogelijk geïnstalleerd voor de nacht, en die zou goed zijn geweest als we bij het ontwaken niet het trieste nieuws hadden gehoord dat we vanwege de dichte mist die rond 3 uur 's nachts was opgekomen (en die nog steeds aanhoudt [11½ uur]) tot 8 uur stil moesten blijven liggen omdat men geen hand voor de ogen kon zien.
In plaats van om half 1 in Mainz aan te komen, zoals we hadden gedacht, zullen we er pas om 7 of 8 uur 's avonds zijn, en zullen we daar of in Bieberich de nacht moeten doorbrengen, want sinds de winterdienst is begonnen, vertrekt de laatste trein daar om 6 uur, dus we zullen pas morgen (dinsdag) op onze bestemming aankomen. We hebben gisteren op de boot uit Arnhem geïnformeerd naar de vertrektijden in de winter en men vertelde ons dat ze hetzelfde blijven als in de zomer, tenzij er veel ijs is.
In ieder geval raden Willem en ik u aan om deze winter de reis per postkoets te maken, want u begrijpt dat in dit seizoen de mist veel sterker en frequenter is. We hopen u echter betere informatie over uw reis te kunnen geven als we in Frankfurt zijn, want ik denk dat we u dan ook precies kunnen vertellen wanneer alle treinen vertrekken. Onze gezondheid is zeer goed en met mijn verkoudheid gaat het veel beter, wat verbazingwekkend is bij zo'n mist. Ik zal deze brief pas vanavond bij onze aankomst in Mainz sluiten, en ik hoop u zo snel mogelijk vanuit Frankfurt te schrijven.
P.S. We zijn eindelijk in Castel aangekomen, lieve Moeder, maar helaas te laat om vanavond nog naar Frankfurt te gaan. Dus we zullen er pas morgen rond 9 uur zijn als we vertrekken met de trein van 8 uur. Ik heb de afgelopen twee dagen genoten van het verblijf op de stoomboten, want we zijn er gisteren 12 uur en vandaag 21 uur op geweest. Het weer is gelukkig rond het middaguur helemaal opgeklaard, zodat we na het diner nog wat frisse lucht konden happen. Ik ben van plan u woensdagochtend vanuit Frankfurt te schrijven, maar ik vraag u zich niet ongerust te maken als u vrijdag geen brief ontvangt, want u zult begrijpen dat ik er misschien de tijd niet voor zal vinden. Mijn lieve Willem vraagt mij eerst en vooral u en onze lieve Vader duizend vriendelijke dingen te zeggen, en ten tweede u te zeggen dat hij vindt dat ik er uitstekend uitzie en dat ik de reis zeer goed heb doorstaan. Nu, lieve en goede Moeder, moet ik u vaarwel zeggen, en u dringend verzoeken de goedheid te hebben mijn lieve Vader voor mij te omhelzen, en mijn oprechte groeten over te brengen aan allen die in mij geïnteresseerd zijn. Ontvang oneindig veel kussen van mij en geloof mij zoals altijd en voor altijd.
Uw zeer toegenegen dochter
Ida
Castel 18 Oktober
8 uur 's avonds.
--------------------------------------------
Mevrouw
Mevrouw van der Oudermeulen
geboren van Wickevoort Crommelin
te
Den Haag.
-------------------------------------
Mayence: Franse benaming voor Mainz
Castel: Mainz-Kastel
Dank U wel Andreas, wat een taalgebruik van een meisje van 18 jaar, ze schrijft , al is het de gewoonste zaak van de wereld, dat ze reist per trein, stoomboot en/of rijtuig.
Ze moet haar leeftijd toch wel ver vooruit zijn geweest.
Jo Strijbosch
zei op vrijdag 27 december 2024 - 19:54