Breda 1568

Een poging, niet alles gevonden, maar  misschien kan iemand anders hier op voortborduren

Voor Dardenne ende Buersteets schepenen quam Marie
Pieter Van Langschots dochter weduwe wijlen Marten
Marten Herreijgens e met Claes Wouter Cools en hennen
gecoren voigt in desen honnen voicht kende ende lijde pro
..  et sins tot eenen gerechte erve  genomen ende gecost
te hebben jeghens Anthoins Jans Vander
Wijmaere een stuxken erffs houdende wat min dan
een loopensaet ofte also groot ende cleijn also
gelegen es tot Cleijn Zundert boven de Backenbrugge
oost ende suijden aan aan des heere Wouter Vorsterman
des voornoemde Anthonijssens andere erve ende noorden
aen Jan Jan Pieters Verwijnns? erve ende noorden
aan Jan Jan Peeter Verwijnns? erve en dat voor

voor twintich schellijnghen sjaers staende ter quitijnge met
twaelf ... in gangbaren gelde, daer van eersten?
meij naestcomende twee renten verschenen sullen wesen.
welcke erve voorschreven den voornoemde Anthonis Janssen
Wijmaer der voornoemde Marie Pieter van Langschots
dochter ende hennen nacomelinghen gelooft te vrijen ende
te waeren vrij ende los van alle commere ende van
heeren cheijns oick van meer ende poortenschappe?

.. ende onder den voornoemde Anthonissen
van sinen jaerlixen cheijns te versteecken soo .....
die voornoemde manne hem tot enen.. pande lerne? huijs
...  hij sal op seckeren leengrondt ligghende
tot Cleijn Sundert up de .. bij de Capelle aldaer.
Actum xxvii augusti 1568 solidum pro ....forma van [segelen?]

Nog een paar correcties/aanvullingen. Hopelijk goed(?).

Voor Dardennen ende Buersteets, schepenen, quam Marie,
Pieter Van Langschots dochter, weduwe wijlen Marten
Marten Hereygensz met Claes Wouter Cools en hennen
gecoren voigt in desen hennen voicht kende ende lijde pro
se et sins tot eenen gerechten erve  genomen ende gecoft
te hebben teghens Anthoins Jans van der
Wijmaere een stuxken erffs houdende wat min dan
een loopensaet ofte also groot ende cleijn alst
gelegen es tot Cleijn Sundert boven de Backenbrugge
oost ende suijden aen des heeren Wouter Westman
des voornoemde Anthonijssens andere erve ende noorden
aen Jan Jan Peeter Vernijme? erve en dat
voor twintich schellijnghen sjaers staende ter quitijnge met
twaelf rijnsgulden in gangbaren gelde, daer van eersten
meij naestcomende twee renten verschenen sullen wesen.
welcke erve voorschreven den voornoemde Anthonis Janssen
Wijman der voornoemde Marie Peeter van Langschots
dochtere ende hennen nacomelinghen gelooft te vrijen ende
te waren vrij ende los van allen commere ende van
heeren cheijns oick van meer ende pantschappe
ende onder den voornoemde Anthonissen
van sinen jaerlixen chijns te versteecken soo stellen
die voornoemde manne hem tot enen.. pande horen huijs
dat hij sal setten up zeeckere leengrondt ligghende
tot Cleijn Sundert up de sande bij de Capelle aldaer.
Actum xxvii Agusti 1568 solidum pro ....somma 8 stuyvers

Geert en Herman, 

bedankt voor de aanvullingen en verbeteringen.

Ik stel nog wat correcties voor. Als je mij je bron onthult en vertelt waar ik deze op internet kan vinden, kan ik misschien nog kijken naar de betekenis van de laatste regel.

Voor Dardennen ende Buersteets schepenen quam Marie
Peeter van Langschots dochtere, weduwe wijlen Marten
Marten Hereygensz. met Claes Wouter Coolsz.  heuren
gecoren voigt in desen heuren voicht kende ende lijde pro
se et suis tot eenen gerechten erve  genomen ende gecoft
te hebbene teghens Anthonis Jans van der
Wijmare een stuxken erffs houdende wat min dan
een loopensaet ofte alsoo groot ende cleyne alst
gelegen es tot Cleijn Sundert boven den Backenbrugge
oost ende suijden aen des heeren vroonte, west aen
des voornoemde Anthonissens andere erve ende noorden
aen Jan Jan Peeters Verwijmer erve ende dat
voor twintich schellijnghen? sjaers staende ter quitinge met
twaelff rijnsgulden in gangbaren gelde, daer van desen
meij naestcomende twee renten verschenen sullen wesen.
welcke erve voorschreven den voornoemde Anthonis Janssen
Verwijmare der voornoemde Marie Peeter van Langschots
dochtere ende heuren nacomelingen gelooft te vrijen ende
te waren vrij ende los van allen commere ende van
heeren chijnse oick van mede- ende bijpantschappe
ende omme den voornoemde Anthonissen
van sinen jaerlixen chijns te versteeckene soo stelde
die voornoemde Marie hem tot eenen  bijpande heur huijs
dat sij sal setten up zeeckere leengrondt liggende
tot Cleijn Sundert up Stuvensande? bij de Cappelle aldaer.
Actum XXVIIa augusti 1568. solvunt? pro … somme? VIII stuyvers

(met dank aan Geert Ouweneel)

Pauwel

dit komt uit het West Brabants archief

zie link

https://westbrabantsarchief.nl/collectie/archieven/scans/NL-BozWBA-raw%…

Dank je wel. Ik vind hier zo gauw helaas geen paralleltekst v.w.b. de laatste regel. 

Het betreft hier overigens een register van allerhande akten van Zundert, dus je titel 'Breda 1568' is een beetje misleidend.

In regel 13 kunnen we m.i. beter 'twintich stuyvers' lezen, in regel 22 staat 'verseeckeren'.