Sr. Thomas van den Boom, inwoonende
borger alhier promisit super
omnia et habenda de heer Daem Blanckendael,
commis ter recherge mede woonende
alhier, de somme van twee hondert
carolus gulden tot 20 tstuck stuyvers goet
permissie gelt elcke gulden gereeckent
mitten interest tegens vier
ten hondert van heden over een
jaere te voldoen ende te betaelen,
ende binnen dese stadt vrij ut
supra vermits d'oprechtte deughde-
lijckheyt, deser schult is spruytende
van goede en welgetelde penningen bij de
voors. gelovere uyt handen van
voors. Daem Blankendael gehadt
ende ontfangen gelijck hij gelovere
dat verclaerde ende bekende mits
desen ende ofte het gebeurde dat de
voors. somme ten voors. dage niet
en wierde gerechtueert, soo
gelooft deselve alnoch op
[hier stopt de tekst van de akte]
In de marge staat:
Nicolaas de Blankendael, oud-schepen en raad
deser stad, heeft opentlijk bekent en beleden dat Hermanis
Gromme als cooper der huusinge van Den Boom,
het capitaal van twee hondert gulden in de nevenstaande
gelofte vermelt met den agterstalligen interest vandien
aan sijnen handen heeft voldaan en betaalt, contenterende diens
volgens in de cassatie deses, datum den
agtienden Jannuary seventien hondert veertig.
N.D. Blankendael
L.H.St. van 's Gravesande
Mij present A. v. ...
Louis v. V.
zei op maandag 17 augustus 2020 - 10:40