Bosch Protocol 1194-147V

Petrus filius quondam Johannis Marck, decimam partem quae ad Johanne Marck spectabat in quodam prato sito in parrochia de 

Bucstel in iurisdictione de Liemde, ad locum dictum In die Hamsvoirt inter hereditatem Henrici Engelensoen ex uno et inter

hereditatem Zeberi Wreynssen ex alio atque quintam partem quae ad dictum Johannem spectabat in sextariata terre sita in parrochia

[wordt vervolgd]

et loco predictis, ad locum dictum Int Broecloect, inter hereditatem Henrici die Pyper ex uno et inter hereditatem Zeberti dicti Zeeb 

Juttensoen van Collenberch, item quintam partem que ad Johannem predictum spectabat, in tribus lopinatis terre sitis in parrochia et

iurisdictione predictis inter hereditatem liberorum quondam Jacobi van der Hamsfoirt, ex uno, et inter hereditatatem Heylwigis Corstiaens

ex alio, quas decimam et quintas partes predictas dictus Petrus, erga Johannem Marck suum fratrem acquisierat prout in litteris

hereditarie supportavit Arnoldo Marck suo filio cum litteris et iure promittens super omnia ratas servare et obligationem ex parte sui deponere. Testes, datum supra.

Bedankt Pauwel! Ik kom tot onderstaande vertaling. Is dit correct? Zou je de getuigen en datum (zie bijlage) ook nog kunnen toevoegen?

Peter zoon van wijlen Jan Marck, heeft een tiende deel, wat vroeger tot Jan Marck toekwam in een zekere beemd, gelegen in de parochie van Boxtel en in de jurisdictie van Liemde, op een plaats genaamd In die Hamsvoirt, tussen het erfgoed van Hendrick Engelensoen aan de ene en het erfgoed van Zebert Wreynssen- aan de andere zijde, alsmede een vijde deel wat vroeger tot dezelfde Jan toekwam in een sesterzaad land gelegen in de parochie en plaats voornoemd, op een plaats genaamd Int Broecloect, tussen het erfgoed van Hendrick die Pyper aan de ene zijde en het erfgoed van Zebert genoemd Zeeb Juttensoen van Collenberch, eveneens een vijfde deel wat vroeger tot dezelfde Jan toekwam in drie lopenzaad land gelegen in de parochie en jurisdictie voornoemd, tussen het erfgoed van de kinderen van wijlen Jacob van de Hamsfoirt aan de ene zijde en het erfgoed van Heilwig Corstiaens aan de ander zijde, welk tiende en vijfde deel van eerdergenoemde Peter, van zijn broer Jan Marck, verworven zoals aangegeven in de (schepen)akten, draagt erfelijk over aan Aert Marck, zijn zoon, met de (schepen)akten en het recht en belovend met alles wat hij heeft van waarde te houden en verplichtingen van zijn kant af te doen.
Getuigen (.. en ..), datum als boven (.. juli 1424).
 

Dag Jan-Willem,

Ik doe de volgende suggesties (vetgedrukt).

Peter, zoon van wijlen Jan Marck, heeft een tiende deel, dat vroeger toebehoorde aan Jan Marck, in een zekere beemd, gelegen in de parochie van Boxtel en in de jurisdictie van Liemde, op een plaats genaamd In die Hamsvoirt, tussen het erfgoed van Hendrick Engelensoen aan de ene en het erfgoed van Zebert Wreynssen aan de andere (zijde), alsmede een vijfde deel dat vroeger toebehoorde aan dezelfde genoemde Jan in een sesterzaad land gelegen in de parochie en plaats voornoemd, op een plaats genaamd Int Broecloect, tussen het erfgoed van Hendrick die Pyper aan de ene (zijde) en het erfgoed van Zebert genoemd Zeeb Juttensoen van Collenberch, eveneens een vijfde deel dat vroeger toebehoorde aan de voornoemde Jan in drie lopenzaad land gelegen in de parochie en jurisdictie voornoemd, tussen het erfgoed van de kinderen van wijlen Jacob van de Hamsfoirt aan de ene, en het erfgoed van Heilwig Corstiaens aan de andere (zijde) — welke tiende en vijfde delen de genoemde Peter van zijn broer Jan Marck verworven had, zoals in de (schepen)akten (aangegeven) — erfelijk overgedragen aan Aert Marck, zijn zoon, met de (schepen)akten en het recht, belovend met alles (wat hij heeft) (de overdracht) van waarde te houden en verplichtingen van zijn kant af te doen.
Getuigen, datum als boven.

Bekijk eens of het jaartal niet 1423 is.

Met vriendelijke groet,

Dank je wel Pauwel! Volgens de pagina https://zoeken.erfgoedshertogenbosch.nl/detail.php?nav_id=0-1&id=748673… zou 1194 folionummer 147V tussen oktober 1423 en september 1424 moeten liggen. En volgens de tweede afbeelding gaat het hier om juli, dus dacht ik  dat het om 1424 ging. Zou je de getuigen en exacte datum van de tweede afbeelding ook nog kunnen transcriberen?

Ik denk dat je gelijk hebt. 

De laatstgenoemde datum staat op fol. 147 recto, bovenste inschrijving, zoals jij al aangaf. 

Ik lees: T[estes] Ja[cobus] et Joh[annes]. Dat[um] ulti[m]a julii.

Het zal dus gaan om de schepenen Jacob Monic en Jan Monix. De datum is de laatste dag van juli, 31 juli dus, van het jaar 1424 i.d.d.

Dank je wel Pauwel!