Wie kan even meekijken naar deze boedelbeschrijving van mijn voorvader mr Cornelis Schoonhoven uit 1622. De meeste schilderijen lijken 'borritgens' te zijn. Bordjes? Ik kan ontcijferen dat een groter schilderij Christus voorstelt, predikend vanuit een scheepje. Ook portretten (conterfeijtsels) van mr Cornelis en zijn vrouw, en nog een portret van 'seekere vrou'. Maar een aantal andere woorden blijven duister wat betreft de onderwerpen van de schilderijen, waaronder het grote landschap...
Ik vermoed dat de borritgens beschilderde tegels/bordjes zijn
Vier borritgens soo lantschapgens als andere
Vijftenveertich alderhande groote en(de)
cleyne borritgens soo ruytge-
wijsde als anders van cleynder waerde
Een groot lantschap van Watewerke
Een schilderij vande predicatie Cristii
int scheepgen
Twee conterfeytsels soo van(den) overleden
Meester Cornelis als sijn huysvrou
---
Den conterfeytsels van sekere vrou
Twee aelbastert borritghes
Dank je wel, René!
ik zal maar eens op Pinterest gaan kijken of er vroeg 17e eeuwse interieurs geschilderd zijn met dergelijke bordjes. En zo veel ook. Wat een landschap met waterwerken heeft behelst kan ik me ook niet goed voorstellen. Het heeft zijn weg via erfenis allemaal niet naar mij gevonden… de portretten kan ik nog 70 jaar volgen en dan verdwijnen ook die in de mist der tijd. Nogmaals dank!
Beste Mark,
Dat zijn inderdaad beschilderde bordjes. Inventarissen met kunstobjecten zijn altijd erg interessant voor kunsthistorici. Zou je de plaats, notaris en vindplaats in het archief kunnen vermelden? Pieter Biesboer heeft bijvoorbeeld de Haarlemse kunstinventarissen geïnventariseerd (Collection of Paintings in Haarlem 1572-1745) en daarin komen ook verschillende bordjes in voor, zelfs met de schrijfwijze 'borritgens'. In de Getty Provenance Index staan ze ook alom. Maar er waren ook albasten bordjes, zoals ook in de inventaris van jouw voorvader Cornelis Schoonhoven uit 1622: 'Twee aelbastert borritghes'. Albast was een goed bewerkbare steensoort waarin reliëfs met gedetailleerde voorstellingen werden gesneden.
In de 16e eeuw werden teljoren (houten borden) al beschilderd in een reeks, bijvoorbeeld de 12 maanden, zoals nog in Stedelijk Museum Alkmaar te bewonderen is: https://smalkmaar.adlibhosting.com/ais6/Details/museum/17147
Pieter Bruegel de Oude schilderde een reeks spreekwoorden op dergelijke borden. Veel later werden de opstaande randen van de borden afgezaagd en de borden ingelegd in een groot paneel, zoals nog te zien is in Museum Mayer van den Bergh in Antwerpen: https://museummayervandenbergh.be/nl/pagina/pissen-tegen-de-maan .
Panelen van rond formaat (kleine tondi) werden heel populair in de 17e eeuw. Nieuwe genres kwamen op zoals het landschap als zelfstandig genre. Dat zien we terug in de inventaris van Cornelis Schoonhoven uit 1622.
Dat in de inventaris ook een landschap met waterwerken is opgenomen is erg bijzonder. Het RKD vermeldt als omschrijving van dat onderwerp: 'Wordt gebruikt voor het systeem van gebouwen, hydraulische constructies, machines en andere apparatuur waar een watervoorraad door wordt verkregen, vervoerd en gedistribueerd naar gebruikers in steden, gemeenten of wijken.' Een laat 17e-eeuws voorbeeld is te zien op https://rkd.nl/images/296304. Ik heb echter nog geen vroeg 17e-eeuws voorbeeld kunnen vinden.
Beste Alexander,
Heel veel dank voor deze zeer waardevolle toevoeging; ik heb al heel wat interieurschilderijen bekeken inmiddels, maar nog niet een inrichting gevonden die recht doet aan deze boedelbeschrijving; met name omdat het er zo veel zijn. Mooi ook wat je meldt over die waterwerken; ik kon me daar ook niet veel bij voorstellen.
Dank en groet,
Mark Slinkman
De bronvermelding in het Delftse archief, waar op mijn verzoek het document inmiddels is gedigitaliseerd:
DETAIL ENKELVOUDIGE BESCHRIJVING DELFT
Archiefcategorieën: 00 Archievenoverzicht
10 Sociale zorg, Welzijn, Arbeid
10.05 Armenzorg, Bejaardenzorg, Jeugdzorg
Archief: 72 Weeskamer Delft, (1506) 1536-1863 (1985-1990)
Ordeningsschema: 2 Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
2.2 Taken
2.2.2 Toezicht op beheer van boedels
2.2.2.4 Boedels, geregistreerd in 1620
Inventarisnummer: 1400
Beschrijving: Inventaris van de boedel van Cornelis van Schoonhoven, grootvader en erflater van de kinderen van Cornelis Jansz., gehuwd met Jannetgen Pouwelsdr. en Susanna Cornelisdr.
Beste Mark,
Veel dank voor de bronvermelding. John Michael Montias heeft de Delfse inventarissen onderzocht voor zijn boek uit 1982, alleen deze zijn niet volledig gepubliceerd, zoals wel de Amsterdamse inventarissen in The Montias Database: https://research.frick.org/montias (ook via The Getty Provenance Index doorzoekbaar).
Zijn boek uit 1982 Artists and artisans in Delft : a socio-economic study of the seventeenth century raadplegende vind ik het volgende:
p. 42, Tabel 8.3: Tussen 1620-1629 werd het landschap voor 23,7 % vertegenwoordigd op een totaal van 1225 schilderijen gevonden in inventarissen uit die periode (er wordt geschat dat er in 1620 30.000 schilderijen in Delftse huizen hingen). Tussen 1620 en 1660 groeide het aandeel landschappen als zelfstandig genre aanzienlijk (voorheen betroffen het religieuze schilderijen in een landschap-setting).
Beste Alexander,
Dank hiervoor! 30.000 schilderijen, ongelofelijk. En het gros dus verdwenen inmiddels... Hieronder een Leidse akte uit 1684, waarin de portretten uit de boedel van 1622 nog eens voorkomen. Wanneer de vrouw van Cornelis van Schoonhoven overleden is weten we niet, het echtpaar zal zich waarschijnlijk ergens in het eerste decennium van de 17e eeuw hebben laten portretteren, misschien na het verwerven van de post van organist. In 1684 zijn de schilderijen al behoorlijk op leeftijd kennelijk: "d’oude eyge conterfeytsels" Via de zoon (en opvolger) zijn de portretten naar één van diens dochters gegaan. En nadat zij overleed vererven ze niet naar één van haar broers of zusters, maar naar een neef, de apotheker Simon Verdelft. Ook een kleinzoon van de componist. Waarschijnlijk om de eenvoudige reden dat hij ook in Leiden woonde. Simon echter overleed nog hetzelfde jaar kinderloos en daarna is van de portretten geen spoor meer te vinden. Jammer, want zoveel 17e eeuwse componisten kent ons land niet...
Groet,
Mark Slinkman
1684 -1685., archiefnummer 0506, Archief van notaris Cornelis [Dirksz.] van Alkema (sinds november 1679 Alkemade), 1676-1687, inventarisnummer 1352, aktenummer 31
Gemeente: Leiden
Periode: 1684-1685
Heden den XVen juny 1684.
Compareerde voor my Cornelis van Alkemade notaris pub. & voor de naben. Getuygen Johannis Valentijn, timmerman, wonende binnen dese stad Leyden, my notaris wel bekent, als getrout geweest hebbende met Susannetje Schoonhoven, die een dochter was van mr Jan Cornelisz Schoonhoven. Ende verclaerde hy comp. ter requisitie & instantie van d’Hr Joan de Wael heer van Ankeveen, by syns manne waere woorden, in plaetse van eede waer & waerachtig te wesen, dat de huysvr. van mr Cornelis van Schoonhoven, gewesene organist tot Delft, genaemt was Mensje Vermeulen, & dat de voors. Mensje Vermeulen een suster van Marten Vermeulen, die vader was van Gerrit Vermeulen, en dat de voors. Mr Jan Cornelisz van Schoonhoven, mede gewesene organist tot Delft is geweest susterling van Gerrit Vermeulen coopman, & naderhant rentenier tot Amsterdam, & dat de kinderen van mr Jan Cornelissen syn agter susterlingen van Maria Gerritsdr Vermeulen, gevende voor redenen van wetenschap dat hy compt alle het gene voors. staat verscheyde reysen van syn huysvr Susannetje Schoonhoven, alsmede van hare naeste bloetvrinden heeft horen verhalen, & heeft hy compt ook te syne huys gehad d’oude eyge conterfeytsels van Mensje Vermeulen & mr Jan Cornelisz van Schoonhoven, dewelke hy met het versterven van syn huysvr Susannetje Schoonhoven heeft overgelevert aen Simon Verdelft apothecaris tot Leyden als synde maegschap van syne voors huysvr, alwaer deselve nog te vinden syn, wijders niet getuygende presenterende t selve als verscoht syndt nader met eede te becrachtigen, & consenteerde hier aff acte gelevert te werden. Aldus gedaen tot Leyden presens Johannes Boerhout & Willem Boerhout als getuyge hier toe versogt. [volgt ondertekening]
Beste Mark,
Het wordt inderdaad heel lastig om de provenance van de portretten verder te onderzoeken. Ik heb alvast gekeken in Art Sales Catalogues Online (ASCO), maar geen pendantportretten kunnen vinden onder de namen Schoonhoven en Vermeulen. Als de portretten als kunstobject gewaardeerd werden konden ze op een veiling worden verkocht, maar vaak verloren ze de namen van de geportretteerden.
Als de portretten al bewaard zijn gebleven, zouden ze tegenwoordig als anonieme geportretteerden door het leven kunnen gaan (soms kunnen ze met de familiewapens, als deze origineel zijn aangebracht, nog wel geïdentificeerd worden). Misschien goed om hier te wijzen op de portretschilders in Delft in het eerste decennium van de 17e eeuw.
De uit Den Briel afkomstige Herman van der Mast (Brielle ca. 1550 - Delft 1610) werkte tot zijn dood in Delft als portrettist. Er zijn nog maar zes portretten van zijn hand aanwijsbaar. Huybrecht Jacobsz Grimani (Delft ca. 1562 - Delft 1631) werd in 1604 in het boek van Karel van Mander genoemd als 'Conterfeyter te Delft' (hij heeft ook in Venetië gewerkt, vandaar dat hij zich Grimani noemde). Geen enkel portret kan met zekerheid aan hem worden toegeschreven. Er zijn enkele portretten uit deze periode in Delf vervaardigd waar geen toeschrijving aan te koppelen is, zodat er ook enkele nog anonieme meesters als portrettist moeten hebben gewerkt. Er bestaat meer kans dat je voorouder heeft aangeklopt bij het atelier van Michiel van Mierevelt (Delft 1566 - Delft 1641). Dat was echt een portretfabriek, zoals ook blijkt uit de titel van de tentoonstellingscatalogus Delft (Museum Het Prinsenhof) 2011-2012: De portretfabriek van Michiel van Mierevelt. Hij was erg gewild, werkte niet alleen voor Delft, maar had een groot afzetgebied en werkte ook voor het hof in Den Haag. De helft van de klanten waren echter burgers, vooral uit Delft en andere steden uit de Noordelijke Nederlanden. Daaronder vallen regentenfamilies en welgestelden (kooplieden, notarissen, brouwers, etc). In het boek worden een aantal Delftse families genoemd die klant waren. Het zou inderdaad heel bijzonder zijn als het portret van een Nederlandse componist uit het begin van de 17e eeuw nog zou opduiken.
Ha Alexander,
Dank! Dan zou het mooi zijn als we een Mierevelt vonden met een onbekende man met bladmuziek in de hand… In de inventaris zag ik dat Cornelis acht kragen had (en een rode onderbroek! En dat was zijn enige…). En onbekende Mierevelts met een gekraagde oudere man zijn er genoeg, zie ik al.
Veel dank voor al deze waardevolle informatie!
Mark Slinkman
Mark Slinkman
zei op woensdag 6 augustus 2025 - 11:19