Bisdom van Utrecht 1380-1390

Beste Daan, deze tekst laat zich inderdaad niet snel ontcijferen en duiden. Zowel het werkwoord wijzen als toebrengen hebben in het Middelnederlands verschillende betekenissen. De eerste vraag lijkt me echter wat voor een bron hier aan de orde is. Het lijkt me een gerechtelijk register voor het Oversticht.

Eind 2017 is het archief van de bisschoppen van Utrecht bij Het Utrechts Archief nieuw geordend, toegang 218-1, zie https://hetutrechtsarchief.nl/onderzoek/resultaten/archieven?mivast=39&… . Weet u welk inventarisnummer dit register had? Met de concordantie op de nieuwe inventaris - als bijlage bij de online inventaris - valt dan het nieuwe nummer en de nieuwe beschrijving te vinden. Verschillende bischoppelijke registers zijn gedigitaliseerd.

Inventaris nr.? 157 staat vermeld linksboven op het blad.

Dag Daan, ik zie op mijn scherm geen nummer staan linksboven, kennelijk is de rand net niet meegekomen. Hoe dan ook, als ik nummer 157 opzoek in de concordantie zou dit nu inv.nr. 927 zijn, een exact gedateerd stuk uit 1478.

Het gat om folio 157v - scan nr. 160 - van het register met inv.nr. 682 van de drie inv.nrs. 682-684, beschreven als het Judiciale Friderici de Blanckenheim terre Translane, gemerkt B, later D (later opschrift: Judiciale episcopi Florentii de Wevelikhoven terrae Transisislanae), register van rechtszittingen van de Hoge Bank en Klaring in het Oversticht onder bisschop Floris van Wevelinkhoven, 1380-1393, met verzoekschriften aan de Hoge Bank en Klaring ter verkrijging van een vonnis, z.j., en aantekeningen ten behoeve en naar aanleiding van vonnissen van de Hoge Bank en Klaring, beide gediend hebbende als bijlagen bij het register, 1483, z.j., 1380-1393.

P. Brood en F.A.J. van der Ven publiceerden over deze Overijsselse rechtbank de handleiding Klaring van Overijssel : de hoofdlijnen van het procederen in civiele zaken (Hilversum 2010). Het archief van de Hoge Bank van Klaring wordt bewaard bij het HCO Overoijssel, toegang 0029.

Ik denk dat met deze optekening is bedoeld dat Roelf van Ansen officieel vaststelde dat Henric bewijs mocht leveren met behulp van twee goed bekende staande lieden, en dat deze Hernic dit vervolgens ook heeft gedaan. Het lijkt me een soort tussenvonnis of een stap in een langere procedure. De aard van het geschil wordt niet echt duidelijk, misschien zijn er andere passages in dit register die ook op deze procedure slaan, dat vraagt om verder onderzoek.

Link naar eerdere omschrijving wat in de akte zou staan door Hr.Mevr. E. Kam

https://watstaatdaer.nl/forum/bisdom-van-utrecht-1380-1390-0

Wat ik verder weet is dat het te maken had over een geschil met de buurman? dat Henrick zijn koeien in het weiland van de buurman liepen, doch dat Henrick bewijs kon leveren dat de oorzaak bij de buurman lag vanwege het slechte onderhoud van de afrastering, hij is in dit vonnis dan ook vrijgesproken.

Ik lees in deze akte de passage die gheervet waren als een aanduiding dat de twee goede lieden op een of andere manier grond bezaten, maar op zich kan ik uit dit ene stuk niet rechtstreeks meer eruit aflezen. Er zijn ongetwijfeld bronnen en studies die meer informatie en uitleg bevatten over grondbezit in Wijhe. Zonder die context blijft dit een nogal compacte optekening. Bij de voornaam in de laatste regel blijf ik steken, als achternaam lees ik Tungeren.

Ja, de naam is Oebric van Tongeren en Arnd ter Weden. zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Tongeren_(Overijssel)

Is het deze tekst?

Ja, zoals vermeld in de aktes als hierboven te zien. 

niet Oelric?

https://books.google.nl/books?id=laH0ndkYnM4C&pg=PA192&dq=%22oelric+van…

Mag om mij ook Oelric zijn. 

Die uitdrukking ken ik niet.

Bedankt voor je speurwerk, Pauwel! Oelric komt drie keer voor in de samenvattingen van dit bisschoppelijk register in het Tijdrekenkundig register op het Oud Provinciaal Archief van Overijssel, J. van Doorninck en J.I. van Doorninck (7 dln., Zwolle 1857-1875; online op Delpher). Deze naam lijkt me de Oostnederlandse versie van Ulrich.

Dit maak ik er voorlopig van.

It[em] Roelf van Ansen wijsde, dat [doorhaling] Henric van Horstesberge
sijn toebrenge doen mochte mit tween goeden knape[n] die gheërvet w[ar]en
in den kerspel van Wije, ende dat heeft Henric voersc[reven] toegebracht
mit Oelric van Tungh[er]en en[de] Arnd ter Weden.

In het tijdkundig register op het  oud provinciaal archief van Overijssel staat het te vinden in A.1225-1495 aanhangsel wat er staat.

E.e.a. nu wel duidelijk c.q. de Oelric, dank allen.

in regel 2 toch maar toebrenge[n]

https://hetutrechtsarchief.nl/onderzoek/resultaten/archieven?mivast=39&…