daermede tusschen hals en neck te slaen
soo hij niet aenstonts vertrock, dat daerop door
hem deposant gesegt sijnde dat hij niet soude vertrecken,
hij Vrijenbergh den eersten deposant bij den arm heeft
genomen en soo hem deposant met force uyt het voors.
huys heeft geruckt en gestoten, dat geduurende het
voors. gepasseerde den tweeden requirant tot verscheyde
malen heeft gesegt en gevraegd waerom hij Vrijenbergh
den eersten deposant sloegh, dat hij met hem requirant
was gecomen om de peyl te adsissteren en dat hij
tweede deposant deurwaarder was, dogh dat hij
Vrijenbergh eghter met het voors. schelden, slaen en
uyt den huys setten heeft voortgegaen, alle 't geene
voors. is verclaren sij deposanten waer en waeragtigh
te sijn, gevende voor redenen van wetenschap, dat sij
alle 't selve soo hebben gesien, gehoort en ondervonden,
presenterende mitsdien alle 't selve des noots en daer-
toe nader versogt sijnde, met eede te stercken.
Aldus gedaen ende gepasseert binnen de voors. stadt
Delft, ten comptoire mijns notaris. ter presentie ende
overstaen van Niclaes Bodegraven ende Dirck Gestranius
als getuygen ten desen versocht.
Jan Selius 1693
H. v. Oorden
N. Bodegraven
Dirck Gistranis
A. Leeuwenhoeck nots. pub.
Anneloes Maas Geesteranus
zei op vrijdag 14 augustus 2020 - 12:16