Akten 1610 en 1624 - Wouter van Solingen/Salingen

Vast een antwoord op het tweede document: Wouter is daar inderdaad enkel genoemd als neutrale getuige en heeft geen relatie tot de testateur.

Vast een antwoord op het tweede document: Wouter is daar inderdaad enkel genoemd als neutrale getuige en heeft geen relatie tot de testateur.

Bedankt René; enig idee over het eerste document?

Jazeker, hij treedt daar op als koper van zijn huis en erf aan de Achterburgwal:

Wij, Jacob Gerritsz Hoing ende Laurens Jansz
Piegel, schepenen in Amstelred[am]me oirconden en[de]
kennen dat voor ons gecompareert is Hans Tassart,
packer, ende geleede vercoft, opgedragen en[de]
quijtgeschouden te hebben Wouter van Solingen,
heftemaecker, een huys ende erve, staende en[de] leggen[de]
op de Achterburchwal bij Arent Bouwers
Spijcker, daer lendnen van zijn de wed[uw]e van
Cornelis Gooss[en], mosselman, aen de zuytsijde
ende d' erffg[enaemen] van Gerrit Kierss[en], lichterman,
op een gemeene muyr aen [den] noortsijde, strecken[de]
voor van de straet tot achter in de muyr
van desen huyse en[de] de huysinghe van Ael
Jans tesamen toecomen[se], in alle schijne 't v[oor]sz[eyde]
huys en[de] erve ter voorn[oemde] plaetse gelegen es,
beheynt en[de] betimmert staet. Onder
conditie so de coper nyet genoechsaem sijn geryff
van regenwater aen de zuytsidergoot
van zijn huys en conde gecrijgen, zal hij tot zijnen
costen mogen laten maecken een loden affhangen[de]
goote die tusschen beyde de huysen affloopt
en also zijn regenwater op zijn plaets te leyden.
Ende also Gerrit Kierssen op zijn huys heeft
gestelt een plat waervan etlijcke balckjes
stecken en[de] rusten in des copers huysinge, soo
es ondersprooken dat d' erffggenamen van de
v[oor]sz[eyde] Gerrit Kierssen de coper sullen repareren
ende betere8n laten alle de schaden van leckinge
ende anders die den coper ter oorsaecke van 't
plat aen zijn huys tot eenige tijden sal comen te
lijden. Ende ingevalle op 't voorsz[eyde] plat
eenighe duyven gehouden souden mogen werden,
sullen d' erffgenaemen van Gerrit
Kierssen gehouden zijn de balckjes die van 't plat
in des copers huys oft murerie rusten aff te
laten saggen en[de] de gaten wederom[me[ te doen metselen.
---
Ende hij comparant geleede
daeraff al voldaen en[de] wel betaelt
te wesen den lesten pen[ningh] mitten eersten, soo
dat hij daeromme belooffde (onder
't verbant van alle zijnde goed[en], roeren[de],
onroeren[de], teggenwoordige en[de] toecomen[de] 't voorsz[eyde]
huys en[de] erve in manieren voorsz[eyt] te vrijen en[de]
vrij te waren jaer en[de] dach als men in gelijcken
schuldich es te doen en[de] alle oude brieve aff
te neemen, uutgeseyt van vijff stuivers
achterv[olgende] jaerlixe outeyghen en[de] van
achthondert gul[den] hooftsomme, daervan
jaerlix renten betaelt werden jegens
den penningh zesthien naerluyden den
principalen brieve daervan zijnde.
Voorts gaan voor ons schepenen voorn[oem]t
d' voorsz[eyde] Wouter van Solinghen ende
bekende in den voorsz[eyde[ cope tot zijnen laste
genomen te hebben, als hij neempt mits desen
d' outeyg[en] pacht ende losrenten
hierboven geroert. Beloven[de] oversulx
d' selve alle jaren op haren v[er]schijndagghe
te betalen en[de] de v[oor]sz[eyde] Hans Tassart ende
zijnen goeden adervan, mitsgaders van [den]
hooftsomme vandien tot eeuwigen dage te
vrijen en[de] schadeloos te houden, daer vooren
v[er]bindende[ 't voorsz[eyde] huys en[de] erve ende
voorts alle zijne andere goed[eren], roeren[de],
onroeren[de], p[rese]nte en[de] toecomen[de], sonder
arch en[de] list. In oirconde derselven
brieve bezegelt met onsen zegelen den
XXIIIen aprilis a[n]no XVIc thien.