Hierbij mijn poging; het woord unckelen betwijfel ik qua juisthied in mijn eigen versie
Ick Johan van Maerlair cost[er] tot Sunte Corne[lis]monster beken[n]e dat ick ontfange[n] hebbe
van broder Sander Vinck van wege[n] dess co[n]ventz van Sunte Elisabethe[n]dayll tweeind-
twintichsten halven enckelen guld[en] van den anderhalve[n] t[er]mijn due vur Johans van Marlair
mijns broder zelig[er] sterffdage vervalle[n] wa[re]n ind schelde dair om[m]e dat co[n]vent van
Su[n]te Elisabethe[n]dayll vrij loss ledich quyt van desen termijne[n] ind van alle[n] unckel[en]
t[er]mijne[n] ind voert aen te[n] ewigen dagen. In orkunde der waerheyt soe heb ick Joha[n]
vursz[eyt] mijne[n] segell onder op spatiu[m] deser quita[n]tie[n] gedruckt. Segl in de[n] jair Onss
Here[n] dusent vyrho[n]d[er]t end[e] eenindtachtentich op Dyonisi[us] Avo[n]t.
Frits Derksen
zei op zaterdag 4 juli 2020 - 15:36