Akte uit 1658 (Notarieel Archief: Bergen op Zoom)

Robert Fransoos (alias Seton of Gordon) geb. omstreeks 1585. Bij zijn huwelijk heet hij Robert Francois Sepdon. Waar de benaming Francois opslaat is onduidelijk: is dit een patroniem? Of was hij Fransman? Sepdon zou op Seton kunnen slaan. Later word hij vaak zonder patroniem of familienaam aangeduid, als Robbert. De schotse familie Seton waren ook Lord Gordon. Later zou zijn kleindochter dichteres, de Grauw, claimen af te stammen van de adelijke Lord Gordons, maar het is ondelijkdelijk of dit misschien duurdoenderij was. Zijn drie bekende kinderen voerden allen de naam Gordon, en hoewel er twee of trouwen met, of zelf soldaat waren, belande er een in een goede schrijvers positie. Al omstreeks 1643-1648 blijkt zoon Salomon te kunnen schrijven en blijkt hij mogelijk te werken bij de heer van Jutphaes. Later was hij schrijver bij kapiteins van de admiraleit en uiteindelijk ook commies van de Bede te Bergen op Zoom. Bij de doop van zijn zoon Salomon in 1617 te Amersfoort is hij: Robbert Fransoos ruijter onder Son Ex, [Zijne Excellentie de Prins van Oranje]. Hij is overleden tussen 1617 en 1626 waneer zijn vrouw als weduwe wordt vermeld. Gehuwd als “Robert Francois Sepdon” 9 Mei 1610 te Amersfoort met:

Geertruij Jans bij haar huwelijk vermeld also zijnde van Dorsten=Dorssen. Of was Van Dorsten haar familienaam?  vermeld op 1 Mei 1626 als Geertruyt, weduwe van Robbert Franchois

Kinderen

1. Jacob Robertsen Gordon, geboren omstreeks 1610-1615 (Overl. tussen 1640 en 1647. tr. voor 1640 met Maria [Jans] Alart, zus van Francois Alart en Jan Alart, Waarschijnlijk nam hij en zijn zwagers deel aan het beleg en verovering van Breda in Oktober 1637, ze waren hier in ieder geval gelegerd na 1639, hij werd in 1639 vermeld als doopgetuige te Breda bij de doop van een dochter van Jan Alart en Levijnken Pieters [Jan was zijn zwager]. Mogelijk diende hij en leden van de Allart familie onder Kolonel/Ritmeester De Verneuil, dat in 1634 te Utrecht lag en later te Breda. Francois Alart diende zeker bij dit regiment. Hij doopt op 4-7-1640 te Breda een dochter Janneke doopt (vader: Jacob Robbertsen en Mary Alart). Maria Alart was een zus van Francois Alaert die in 1661 vermeld werd als de oom van haar dochter. Hun dochter Jenneke Robberts Gordon was in 1661 22 jaar oud [gedoopt in 1640], en zijn broer Salomon Gorden werd aangestelf als voogd. Zijn vrouw hertrouwde tr. 23-6-1647 te Breda als Maria Alard, weduwe van Jacob Robbertssen wonende in de Molenstraat, met Johan Basseau, soldaet onder Capt. De la Mailliardire ook genaamd Jan Bossue, Bosseau, zijnde koropraal, zij doopten in 1649 een dochter Hester te Breda in 1651 een zoon Michiel. In een vestbrief van 20-3-1652 worden Jan Bossau, coporaal onder Cats, en diens vrouw Maria Alart vermeld. Haar broer Francois Alaert was bij zijn tr. te Breda in 1643 Ruiter onder Ritmeester Fermeullie (Saint-George, Joachim de, heer van Verneuil (Verneuil, Verneul, Vernuil); kolonel der cavalerie in het Staatse leger) Hij was de broer van Jan Alart (x Levijntje Pieters, hij overl. voor 1640)

? Peterenlle, ged. 5-1-1615 te Amersfoort “Heeft een soldaat genaemt Fransoos sijn kint ten doop ghehouden, kint is genaemd: Peternelle” [Er staat niet bij dat het een ruiter is, wel is de naam duidelijk Fransoos]

2. Margriet/Grietje Gordon, geb. 1610-1615 te Amersfoort (geen doop kunnen vinden)

3. Salomon, ged. 1-1-1617 te Amersfoort (“Robbert Fransoos ruijter onder Son ex. heeft sijn kindt gedoopt genaemt Salomon”) ? Salomon, geb. omstreeks 1616 te Amersfoort (hij wordt vermeld in 1643 samen met Alart van Haeften als getuige te Utrecht (ONAU020a002) vanwege een scheldpartij ten huize van Cornelis, groffsmith buijten de Wittevrouwenpoort te Utrceht. Hij wordt vermeld te Rotterdam als “gewesen schrijver [van kapitein Heyndrick de Munnick] Salomon Gordon van 26 jaar” ONA Rotterdam Inv. Nr. 474, Toegang 18, Akte 221 pagina 362, dd 17-3-1644, op 12-12-1647 aangesteld door de Raad van State, als vervanger van Everard Everwijn, als Controleuer van de contributien en verdingen van het kwartier vna Antwerpen (te Bergen op Zoom), vermeld als controleur van de contributie, commis van den bede, laatst vermeld in 1696 als commies en controleur van contributies, ook vermeld als leraar aan de illustere school te Den Bosch, net zoals later zijn zoon Robbert, otr. 12-6-1648 (1) te Bergen op Zoom met attestatie naar ’s Gravenhage, met Petronella Sald, wonende te ’s Garenhage alias Salden dr van Henrich Willems Salden en Elisabeth Jans van der Son (Petronella Salden was de zus van Guilhelimus/Wilhelmus Saldenus, theoloog en predikant te Renswoude, Kockengen, Enkhuizen, Delft en Den Haag, en Susanna Salden, vrouw van predikant Martinus ab Harlingen), en ook otr. 4-7-1648 te Utrecht, met attestatie naar ’s Granehage en Bergen op Zoom (Huwelijkse voorwaarden worden opgemaakt: ONA Utrecht U009b002 waarbij als zijn getuige optreed: de wel edele here Louis van Malepart, here van Jutphaes, als daartoe versoght: dus geen ouders vermeld!, later in 1655 zou hij vragen voor tegoeden van de deze Louis van Malapart, dus mogelijk werkte hij er ook (als schrijver?)), otr. (2) 14-4-1668 te Bergen op Zoom als zijnde weduwnaar van Amersfoort met Maria de Grauw dr van Cornelis de Grauw en Barbara Turq (let op een dochter Geertruij Gordoen uit zijn eerste huwelijk trouwde met Passachius de Grauw haar broer) en tr. 5-5-1668 te Ossendrecht. Zijn dochter Geertruij Goorden de Grauw was een bekende dichteres, en zijn zoon Robbert Gordon werkte samen met Antonie van Leeuwenhoek aan het gebruik van de microscoop. In 1696 werden met hem vermeld: Elisabeth Gordon, Henriette Gordon, Robbert Gordon (secretaris), Elisa Gordon (secretaris van Van Lippe), en Hendrik Willem Gordon (predikant), evenals Geertruij Gorden en haar man Passachius de Grauw, schepen van Vianen. Hendrik Willem Gordon was predikant en landvoogd te Ambonia (Indie) en overl. 1719 te Vianen, zijn zoon Elisa Gordon tr. 1696 te Vianen/IJsselstein met Henriette Erskijne (Erscin) en was rentmeester van de domeinen van Vianen)

ONA Amersgoort 10445 1610-09-18 Attestatie: 18-09-1610 J. van Ingen AT 002a001 folio 127.

Jan Janszn, Engelsman en 31 jaar oud verklaart "bij ware woorden" op verzoek van Peter Janzn. en Henrick Janszn., dat op "manendach lestleden 8 dagen", Geertruyt (huysvrouw van Robert, ruyter onder de compagnie van Zijne Excellentie) hem gevraagd heeft of hij wist welke personen op zondagnacht haar druiven van de wijngaard gesneden hadden en hij had gezegd dat hij ze niet kende noch dat hij in haar wijngaard iemand gezien heeft. Hij verklaarde nog dat Willem Aertzn (keersemaker) hem op de dinsdag daarop volgend gevraagd heeft of hij niet wist wie de druiven afgesneden heeft en hij heeft geantwoord: "ik weet het niet". Willem geloofde hem niet en vroeg of hij dan niet Jan Kin met zijn gezelschap in de wijngaard gezien had. Hij antwoordde dat hij dat niet had gezien, maar "hij had d'jongeluyden ten tijde van 'tluyden vande poortclock wel verbij zien gaan".

Hij wil dit te allen tijde met de eed gestand doen.

Akte ten huize van Wouter Everts.

Getuigen: Andryes van Wayenborch en Peel Henricxzn.

(zie ook recordnr. 10446)

ONA Amersfoort, 10446 1610-09-18 Attestatie: 18-09-1610 J. van Ingen AT 002a001 folio 127 - 127 V.

Peter Harmensz, 22 jaar oud verklaart op verzoek van Peter Janzn. en Henrick Janzn. dat acht dagen geleden Willem Aertzen hem heeft gevraagd of hij wist wie zijn "wijngaert afgesneden hadde" en dat hij had geantwoord dat hij het niet wist en dat toen Willem A. had gezegd: "wel is Jan Kin niet in uluyder geselchap geweest" en dat hij heeft gezegd "neen". Hierop zei Willem dat men zegt dat hij het heeft gedaan. Hij heeft toen verklaard dat noch Jan Kin, noch iemand van 't gezelschap in de buurt van de wijngaard is gezien en dat Geertruyt, huisvrouw van Robert tegen hem verklaarde dat het moet zijn gebeurd vóór twaalf uur. Toen hij en Peter en Henrick Janzn zondagnacht afscheid namen, gingen de laatste twee door de Olysteech naar huis. Hij wil dit ten alle tijde met eede gestant doen.

Getuigen: Andryes van Wayenborch en Peel Henricxzn.

(zie ook recordnr. 10445)

ONA Amersfoort 0083-AT002b005 AT002b005 Notaris J. van Ingen

Akte 15, dd 19-1-1616

Verkoop (en weddenschap) van huis c.a. in de St. Jansstraat. Jan Peterzn. heeft dit verkocht aan Robert Franchois en Thomas van Brunswijck [beide zijn Ruyter onder de Compagnie van Zijne Prinselijke Excellentie, tegenwoordig liggend in garnizoen Amersfoort], voor de som van 600 carolus gulden vrij geld, mits het huis vrij is van alle lasten. Aanvaarding mei 1616, wel te verstaan dat de penningen betaald zullen worden zodra de verkoper binnen een half jaar na de "vervaertijt" (verhuistijd) van mei 1616, ruiter zal zijn onder de Compagnie van Zijne Prinselijke Excellentie. Bij betaling van deze penningen zal behoorlijk transport worden gedaan. En wanneer de verkoper binnen dit halve jaar geen ruiter onder de voornoemde Compagnie zal zijn, dan zullen de kopers het voornoemde huis voor niets krijgen.

Hiervan is de wijnkoop 12 gulden geweest die de kopers zullen aftrekken naar wijnkooprecht, voor zover zij de weddenschap verliezen.

De kopers zullen van de kooppenningen aftrekken de hoofdsom van 28 stuivers jaarlijks dat in het voornoemde huis is gevestigd en de verkoper zal het huis van alle verdere lasten vrijwaren.

Robert Franchois zal de 12 gulden van de wijnkoop aan de waard voorschieten en morgen om 12 uur betalen.

De kopers zullen morgen om 12 uur twee borgen stellen en wanneer de kopers morgen om 12 uur uit de koop stappen, dan zullen zij deze wijnkoop kwijt zijn en wanneer de verkoper alsdan uit de koop stapt, zal deze dadelijk aan de kopers deze 12 gulden gehouden zijn te restitueren.

Wanneer de verkoper morgen om 12 uur niet aanwezig is en de wijnkoop niet aan de kopers restitueert, dan zullen de kopers dit voor de koop en alle actie, schade en rente, bij gebrek van de leverantie van dit huis, op de persoon van de verkoper en verdere goederen verhalen ter voldoening.

Huis, hof en hofstede, tegenwoordig bewoond door Adriaen Dircxzn, belendingen Jacob Evertzn. en Gijsbert van Liender, aen de St Jansstraat te Amersfoort

Extra gegevens: Thomas van Brunswijck, Ruijter onder de companije van zijn Excellentie en Aeltgen Teunis van Amersfoort, sijn getrouwt tot Leusden den 10 Maert 1616. In 1625 en 1626, 1628, 1629 nog vermeld als wonende in de St. Jansstraat te Amersfoort

ONA Amesfoort: 12566 1626-05-01 Verklaring: 01-05-1626 Notaris J. van Ingen AT002 a002 folio 491 V

Comparanten:

- Coedyck den Jongen, Gerrit Janss. (ook: Coedieck; oud omtrent 68 jaren; allen inwoonders van Amersfoort);

- Reyerss., Evert (smith; oud omtrent 35 jaren; tekent met huismerk);

- Gerritsz., Aert (raemakersknecht; oud omtrent 26 jaren; tekent met merk).

De comparanten leggen een verklaring af op verzoek van Albert Cornelis. Caen (mede-borger van Amersfoort). Zij verklaren dat zij heden omtrent 3 uren des nanoens bij hun in de buurt op de Camp [nu is er ng een straat genaamd Kamp en achter de Kamp te Amersfoort. De St. Jansstraat waar Geertruyd en Robbert woonden was daar een zijstraat van], waar ook Evert van Butseler (Raedt van de stad Amersfoort) woont, waar diens dochter Fytgen zat voor de deur van Gerrit Janss. Coedyck (mede-getuige) en schuin daar tegenover zaten voor de deur van Geertruyt, weduwe van Robbert Franchois twee dochters van Tanne (Tamie?), die tevoren weduwe was van Anthoni Terij en nu huisvrouw van Franchois Picart (ruiter onder de Compagnie van Monsieur Chieze). Deze dochters van Anthoni Terij zaten te schertsen en riepen overluid naar Fytgen (de dochter van Evert van Butseler) en daarna naar haar zuster Oeytgen (de huisvrouw van Aelbert Cornelisz. Caen) en Butselers huisvrouw, dat daar de moordenaars zaten die hun vader vermoord hadden. En meer van deze strekking (zie tekst). Zij werden door Everts vrouw verzocht te zwijgen, wat zij niet wilden.

Akte te Amersfoort ten woonplaatse van de weduwe van Willem Barten.Getuigen: Roeloff Gerritss. Cremer (beroep of achternaam?; ook: cramer) en Elbert Aertsz. van Strylant (raemaker)

(N.B. Zie ook recordnr.12567.)

ONA Rotterdam Inv. Nr. 474, Toegang 18, Akte 221 pagina 362, dd 17-3-1644

Frans Cornelissen den Uyl, hoogbootsman van 29 jaar, Jan Janssen de Vries, constapel van 45 jaar, Pieter Pietersen van Steyn, constapel van 44 jaar, Jan Cornelissen, trompetter van 40 jaar, en Erasmus Harmsen, kok van 44 jaar, die allen op schepen van wijlen kapitein Brustens gevaren hebben, alsmede Heyndrick de Munnick en diens gewezen schrijver Salomon Gordon van 26 jaar, verklaren op verzoek van Jacob van der Swan, gewezen luitenant op genoemde schepen, dat zij allen enige tijd met Van der Swan gevaren hebben en dat hij een eerlijk man is, die zijn beroep goed uitoefende.

Zie ook aktenr. 223.

Als hij in Maart 1644 26 jaar was moet hij geboren zijn tussen 18 Maart 1617 en 18 Maart 1618. Op 1 Januari 1617 is Salomon zoon van een Robert gedoopt!