/129/
Inventaris gedaen maecken ten versoucke
van de 4 meerderjarige naegelaten weeskinderen van saliger
Gijsbert Fransz van Roeyen, in sijn leven
gewoont hebbende binnen de stadt
Rotterdam, van alle de meuble goederen,
actien ende crediten, gout, silver etc.
in vougen gelijck die bij de voorn.
Van Royen metter doot sijn ontruympt
ende naegelaten.
Eerstelijck een bedde met een peuluwe
Een oircussen
Twee deeckens, een groene met een witte
Twee paer slaeplaeckens
Drie cussensloopen
Drie hemden
Een oude taeffel, een ouden bijbel
Alle dese bovenstaende meublen
sijn berustende ten huyse van
Anthony van Royen
Hier volgende de meuble goederen
die int sterffhuys van den voorn. Gijsbert
Fransz sijn berustende.
In den eersten twee oircussens
Noch een cleyn oircussentge
Een cleyn cussensloop
Een swarte laeckense mantel
Twee laeckense wambosen
Een laeckensen brouck
Een paer koussen
Een paer schoenen
Een leden cussentge
Een metalen vijssel met een ijsere stamper
Een brandt iser
/130/
Lindewaet ende anders als volgt,
berustende in een coffer met iser
banden.
Voor eerst vier taeffelaeckens
Een slaeplaecken
Drie sloopen
Een losrentebrieff, rentebrieven ende anders van vijff
en twintich ponden van 40 grooten 4 pont jaerlicx,
houdende opt gemeenelant ter comptoire van ...
Bijlwerff binnen Rotterdam, sinde denselven
rentebrieff gedateert op den 18en Meye anno
1635.
Noch een losrentebrieff van gelijcke
vijff ende twintich pondern, houdende mede jaerlicx opt gemeen-
lant ten voorsz. comptoire, sijnde gedateert op den
17e Juny anno 1636.
Item noch een custing rentebrieff
voor schepenen alhier verleden bij Carel Pietersz
Backer, ten behouve van de voorn. Gijsbert van Royen,
inhoudende capitael par reste van de somme van
vijftien hondert gulden, in de gemelte brieff
breeder geroert, noch acht hondert gulden capitael,
rentende den penning sestien, daer special voren
versekert is seecker huys ende erff, staende ende
gelegen aen de suytsijde van de Nieuwe Princess[estraet]
binnen deser stede, breeder in de voorsz. brieff verhaelt,
sijnde deselve gedateert op den 15en September
1636.
Onroerende goederen
Een huys ende erffve, staende ende gelegen
aen de oostsijde van de Vranckesteech binnen
deser stede.
/131/
Particuliere obligatien
Eerstelijck een obligatie inhoudende de somme van
achtien gulden, verleden bij Jan Pietersz ende Magdaleentge
Pieters, sijnde deselve obligatie ongedateert.
Noch een obligatie, inhoudende in drie percelen de somme
van veertich gulden, sijnde de voorsz. obligatie
gedateert eerst op den 10en November 1642, ende
op den 24en January 1643, mitsgaders op den 20en
April 1643, sijnde deselve gepasseert ende verleden bij
Hendrick Arentsz Rechter.
Noch een obligatie, inhoudende de somme van hondert gulden
capitael, rentende tegens vijff gulden vant hondert
jaerlicx, verleden bij Jan Gijsbertsz van Roy, sijnde
deselve gedateert op den 1en Mey 1642.
Noch een cleyn brieff, inhoudende verschoten gelt tot laste
van Hendrick Arentsz, de somme van acht guldens.
Noch seecker brieffgen, inhoudende dat den voorn. Hendrick
Arentsz moet betalen interest tegens vijff gulden int jaer,
ingegaen sijnde den 1en Augustus 1642, sonder dat het-
selve brieffgen inhoudt waervan den interest moet
betaelt werden.
Item noch seecker cedulleken vant gene Gijsbert van Royen
vercocht heeft aen Lijsbeth van Royen, inhoudende hetselve
cedulleken de somme van vijff ende veertich gulden negentien
stuyvers.
Specie van gelt
Voor eerst hondert ende elff silvere
ducatons
Noch hondert gulden die bij Anthony van Royen uyt den boedel
sijn gelicht ende bij hem wederom in de boedel
sal werden gebracht, ende uytgekeert,
dient hier voor memorie
/132/
Van de voorsz. hondert ende elff silvere ducatons
sijn gegeven aen Pouwels van Seters twintich
ducatons om de dootschulden ende anders te betalen,
dient hier voor memorie.
Noch moet de voorn. Pouwels van Seters volgens
mondelinge confessie ten behouve van den boedel in-
brengen ende betalen de somme van tsestich gulden
van geleende penningen bij hem van voorn. Gijsbert van Royen
geleent.
Noch compt ten behouve van den boedel dat voorn. Anthony van
Royen bij den voorn. Gijsbert van Royen betaelt is volgens
seecker memoriken daervan sijnde, de somme van
hondert veertien gulden vier stuvyers, die den voorn. Anthony
van Royen volgens sijn confessie bekende te sijn voor hem verstreckt.
Op huyden den 27en February 1648 compareerde voor
mij Pieter Vroesen, notaris publicq, bij den Hove van Hollant
geadmitteert, residerende binnen Rotterdam, ter presentie van
naergenoemde getuygen, Pouwels van Seters, getrout hebbende
Levuntge Gijsberts van Royen, Jan Gijsberts van Royen, Franchina
Gijsberts van Royen, Arent Barentsz, wonende binnen
Dordrecht, hem caveerende ende sterckmakende voor
Hendrick Arentsz Rechters, Anthony van Royen, Jan Salamons,
getrout hebbende Elisabeth van Royen ende Carel
Pietersz als voocht van de minderjarige kinderen van
voorn. Gijsbert van Royen, ende verclaerden gesamentlijck dat in den
bovenstaende inventaris sijn gestelt alle de goederen, soo
roerende als onroerende, geene uytgesondert, sulcx die
bij de voorn. Gijsbert van Royen metter doot sijn
achtergelaten, belovende de respectieve comparanten indien
ietwes mocht bevonden werden t'gene tot behouve van den voorn.
boedel behoort, hierinne te sullen amplieeren ende
begrooten. Oirconde is dese bij de voorn. comparanten,
beneffens mij notaris geteyckent binnen Rotterdam, datum
als boven.
Pouwels van Ceders
Jan Ghijsbertssen van Rooy
Arent Bernts
Fransijntgen Ghijsberts van Rooy
Antony van Roy
Jan Salomonsen
X Dit ist merck van Carel Pietersz
Marc van Roon
zei op dinsdag 24 oktober 2023 - 21:33