Beste Geert,
Veel dank! Zou het kunnen dat hulpwerker, fulpwerker moet zijn? Dat was het beroep van Abraham Hendricx voordat hij winkelier was.
Beste Geert,
Veel dank! Zou het kunnen dat hulpwerker, fulpwerker moet zijn? Dat was het beroep van Abraham Hendricx voordat hij winkelier was.
Een paar aanvullingen op het werk van Geert:
Compareerden voor mij Silas van Saarland,
notairs publicq etc[etera] Hendrickje Duisentdaelders
winkeldochter van den naervolgende requirante out
Zoals Jan al vermoedde, zijn het beiden inderdaad fulpwerkers.
Op de puntjes verderop in de tekst gaat het om een 'eherlicken vrouw'.
Rene, veel dank!
Het was mij al opgevallen dat de "eerste getuyge" telkens met "sij" werd aangeduid. Dat klopt dus als het Hendrickje betreft. En nu valt het mij ook pas op dat haar handtekening onder de akte staat.
Als iemand nog een idee heeft wat de hedendaagse namen zijn voor die stoffen die Grietje Hoedemaeckers heeft gestolen dan hoor ik het graag.
De notaris van wie dit onduidelijke handschrift is (of van zijn klerk), is Silas van Jaarlandt, die van 1673 tot 1720 in Amsterdam een praktijk had.
Ik vermoed dat pourdenhoy eigenlijk een woord is dat eindigt op -zoy of -zay, maar ik kan daarmee nog geen logische uitleg voor het woord geven.
De overige stoffen:
ras de chypre = cyperse wol = gekeperde wollen stof, die destijds vaak gebruikt werd voor het maken van eenvoudige kledingstukken
armesijn = armijnsaai = lichte, gekeperde wollen stof, gebruikt voor bontmantels
Prachtig! Dat brengt het allemaal nog meer tot leven. Dank!
Jan
zei op vrijdag 4 februari 2022 - 11:49