Aen t'Hoff
Verthoont ootmoedelijck mr. Jan de Sadeler dat hij op den
12en February 1661 voor wethoudere der stadt van Brus-
sel geobtineert heeft de medegaende sententie tot laste
van joncker Guilliam Ignacie van Hooff, heere van Ste. Geertruyden
Machelen, van dewelcke den verthoonder tot noch toe
geen effect nochte voldoeninge en heeft connen be-
comen, niettegenstaende vele devoiren daertoe gedaen
ende alsoo te sijnder kennisse gecomen is, dat aen denselven
jonckheer Guilliam Ignace van Hooff soude competeren eenige
goederen, gelegen onder het ressort van desen hove, soo
uyt crachte van successie bij hem vercregen door den
overlijden van wijlent jonckheer Jan Renne Kerremans, in sijn
leven scepene deser stadt, als andersints soo soude den
verthoonder geerne de pretensien in de voorsz. sentencie
begrepen daerop verkeren ende verhalen tot welcken eynde
hij nempt sijnen toevlucht totten hove.
Biddende seer ootmoedelijck t'selve gedient sij te verleenen
permissie om deselve goederen te mogen doen arresteren, t'welck
doende etc., was onderteeckent J. Wuytiers.
t'Faississement in desen geroert is bij den meyer van Damme
ende mr. Jan de Meyer, meyers, Joos Verelst, Jillis van Damme, Pieter
Michiels van Causbroeck, schepenen van beede heeren der heerlijckheyt
van Hingene geaccepteert op den 13e Juny 1670 ende geordonneert
daervan ter greffie ende registre notitie gehouden te worden,
dat sonder prejudicie van voorgenoemt faysessement gedaen
bij den deurwaerde Willems op den 23e December 1669, mij present
greffier ende was onderteyckent P. Roeberts.
Ingevolge van sekere condemnatie volontaire gepasseert
ende verleden in sijne majesteyts Grooten Raede den 13e deser maent
Decembris, soo ten proffijte van Jan Charles de Romre, heere
van Mazee etc., als in qualiteyt van momboir van de kinderen
ende erffgenamen van wijlent joffrouwe Clara van Hooff, huysvrouwe
was van den heere drossaert Loerants ende ten laste van jonckheer
Guilliam Ignace van Hooff, heere van Caneghem respective, ende
uyt crachte van de permissie gevolght op de requeste
gepresenteert in den voorsz. Grooten Raede den 19e der
voorsz. maent Decembris vanwegens den voorsz. heere de Romre
in sijne voorsz. qualiteyt, den onderschreven deurwaerder ordinaris van /
[In de marge staat hiernaast:]
Soit monste apposille a partije pour
y dire cependant la court
permect aux suppliant de
faire en arrest cy mentionne
faict a Malmez cet 8 Feb. 1670,
signe R. Engrand.
Ingevolge van de permissie gedragen
bij de bovenstaende ordonnantie van den
hove geobtineert bij mr. Jan de Sadeler
den onderschreven huissier
van wapenen ordinare
van sijn majesteyts secreten
ende Grooten Raede faysiert ende
arresteert in handen van de wet van
Hingene alle alsulcken goederen als
aen jonckheer Guiiliam van Hooff sijn
competerende, ofte sullen comen te
competeren als erffgenaem van wijlent
jonckeer Jan Renie Kerremans naer
scheydinge ende deylinge, resorterende
onder de jurisdictie van t'voorsz. Hingene
ulieden doende interdictie ende defencie wel
expres vanwegen sijne majesteyt ende mijn
heeren van den Grooten Raede voor justitie
van niet te staen over eenige vercoopinge
ofte alienatie, noch te permitteren eenige belastynge
op deselve goederen in prejudicie van dit arrest
ofte in prejuditie van de suppliant, op pene van
nulliteyt. Aldus gedaen tot Hingene desen 13e
Juny 1670 etc. en was onderteyckent H. van Witfelt.
Accordeert metten origineelen acte van faississement
ende acte van acceptatie, t' orconde
als greffier
P. Roeberts
H
zei op dinsdag 8 november 2022 - 16:05