1705- sale of paint mill?

p.2

p.3

Final page

Dear Anne, Vrijenban was a jurisdiction outside Delft, it became later on for some time even a gemeente. The mill, a wipmolen, a small mill type, was indeed called De Paeuw, the peacock. On https:/www.totpotijdreis.nl you can see on the early 20th century maps of Delft the Wippolder to the south east of the inner city, the location Krommenheul is mentioned as another name for the polder, and later on a bridge, the Pauwbrug, was named after the mill.

1705 February 7
Coopvoorwaerden
tusschen
Juffrouw Petronella van Dijssen, weduwe Leendert van der Lett,
als verkoopster ter eenre
ende
Cornelis Huysman, Willem van Veen ende Pieter Louwen
van Grave als koopers ter andere zijde /

Dit geannexeerde zegel van twaelff
stuivers behoord tot de geannex-
eerde koopvoorwaerden van de
verruw wintmoolen, genaemt
De Paeuw, gelegen in Vrijenban
bij de Crommeheul tusschen juffrouw Pe-
tronella van Dijssel als verkoopster
ende Cornelis Huysman, Willem van Veen
en Pieter Louwen van Grave als koopers.

Op huyden den 7en February anno
XVIIC vijff compareerden voor mij Cornelis
s'Gravesande, notaris publicq, bij den Hove van
Holland geadmitteert, binnen de stad Delff
residerende, in de tegenwoordigheyd van de naar-
genoemde getuygen, juffrouw Petronella van Dijssel,
weduwe van Leendert van der Lett zaliger, woonende alhier,
als verkoopster ter eenre, ende Cornelis Huys-
man, woonende in de scheepmaekerije buyten dese
stad, Wilhem van Veen, woonende buyten dese stad.
ende Pieter Louwen van Grave, woonende onder Vrijenban, alle als
koopers ter anderen zijde, bekennende sij eerste com-
parante vercogt ende de drie laetste compa-
ranten gecogt ende in koop aangestaan te
hebben seeckere verruw wintmoolen, sijnde
een wipmolen, genaemt De Paeuw, met de gront
ende thuyn daerop deselve is staande ende gelegen
in de jurisdictie van Vrijenban bij de Crommeheul,
soo groot ende kleyn als all hetselvige tusschen sijne belendin-
gen is leggende, ende sulkx met de voet te stooten,
mitsgaeders alle de gereetschappen ende
andere dependentien tot de voorsz. moolen behoorende,
item de schuyt daeronder mede begrepen, ende
dat met alle alsulcke lijdenden en dominerende servituiten, vrijdommen
en geregtigheden, eygen en gemeene heyningen ende
affschutselen als het voorsz. vercogt hebben
en subject is, sonder dat de verkoopsters in het /
presteren van eenige vrijdommen en geregtig-
heden offte in het affweeren van servituyten
eenigsints gehouden sal sijn, ende dat alles
om ende voor de somme van vier duysent
ses hondert caroli guldens van veertigh grooten
vlaems het stuck, te betaelen met de somme 
van drie duysent guldens gereet op den eersten Mey deses jaers 1705
naestkomende, sonder eenige intressen, dogh de
resterende sesthien hondert gulden capitael sullen
de koopers bij schuldbrieff onder speciael verband
van dit verkogte elk in solidum ende voor het
geheel op intressen houden tegens vier gulden van het
hondert int jaar, innegaende met den dagh
van heden, ende deselve moeten lossen met
vijff hondert gulden s'jaars, wel met meerder,
maar niet met minder, mits in cas van
meerder lossinge den houder des brieffs tevooren
behoorlijck waarschouwende, onder verdere
conditien dat de opdrachte wel sal werden gedaen
op den eersten Mey naestkomende, dogh dat de
koopers aanstonts possessie van hun gecochte
sullen mogen nemen, ende dat alle het voorsz.
vercogte van nu aff aan sal staen tot
haerluyder koopers pericule, mitsgaeders baete en schaede,
dat voorts sij verkoopster het vercogte bij de /
opdrachte sal leveren vrij ende onbelast, niets
daarop staande als den heer sijn regt, de ordin-
ris verpondingen, thijns, sluys-, moolen- en wintgelden
en dergelijcke, welcke ordinaris verpondingen,
extraordinaris, honderste penning off verpondingh en andere ongelden in den
jaere 1704 omgeslaegen ende verscheenen door
de verkoopster gesuyverd en betaelt sullen werden,
sonder verder, sullende deselve voorts komen
ten laste van de koopers, de koopers sullen
moeten betaelen de voorsz. haere kooppenningen, vrijgeld van alle onkosten t'sij
van 40 penningh mette 10e verhoogingh, het
schrijven, zegelen en verlijden der brieven, ende all
hetgunt voor onkosten tersaeke van deese koop
en opdrachte betaelt sal moeten werden, ende
sullen voorts de koopers boven de voorsz. haere uytt-
gelooffde kooppenningen ten respecte dat
sijluyden van de intressen van de voorsz. drie duysent
gulden tot Mey toekomende vrij sijn gestelt, moeten
betaelen een goude ducaton ende twee silvere
ducatons, voorts sullen de koopers in dese koop
volgen all hetgunt in dit vercogte aard- en
naegelvast is, dogh blijvende aen de verkoop-
ster den huysraed ende meubilen buyten de 
gereetschappen op off in het vercogte sijnde, mitsgaders
blijvende uyt dese koop uyttgezondert het
kleyne roottmoolentie, behoorende aen sr. Herman /
Groothuysen, sijnde nogh bedongen dat de ver-
koopster ende haere dogter geduyrende den tijd van twee
jaeren naer dato deses sullen hebben en genieten alle soodaenige
provisie van groente, aard en andere vrugten
in den vercogten thuyn wasschende en vallende,
als sij verkoopster daegelijkx in voorgaende
tijden in qualite als eygenaerster uyt denselvigen thuyn gewoon is
geweest te plucken ende te genieten.
Tot naarkominge ende prestatie van alle het-
geene voorsz. is, verbindende sijluyden wedersijdse
comparanten haerluyder respective persoonen ende
goederen, ende specialijck sijluyden koopers respecti-
verlijck yder in solidum ende voor het geheel,
onder renunciatie van de beneficien de duobus
vel pluribus correis debendi, den effecte van-
dien henluyden volkomentlijck bekend gemaekt,
subjecterende deselve de judicaruire van allen s'heeren regten
ende regteren ende specialijk den Ed. Hove van
Holland, overgevende sijluyden respective comparanten tot korter expeditie van
justitie, omme in den innehouden deeses
vrijwilligh sonder voorgaende daeginge te werden
gecondemneert bij den Hove offte Hoogen Raede in Holland, daer-
toe onwederroupelijk constituerende Adriaen van
Sterreveld, Abraham Selkart van Wouw, mr.
Jacob van Ravestein ende mr. Joachim Huyssen,
alle procureurs voor den voorsz. Hoogen ende /
provincialen Raede in Holland, tesaemen ende
yder van hen int bysonder, soo omme de voorsz.
condemnatie te versoucken als daerinne te consen-
teren respective, beloovende deselve te houden van
waarde, mitsgaders de kosten vandien te sullen
betaelen bij dengeene van hen comparanten
tegens denwelcken deselve condemnatie sal werden
te werck gelegt, onder verband en bedwanck van
regten als booven. versoukende sij comparanten
hiervan kennisse gedraegen, mitsgaeders acten
gemaekt en geleverd te werden in forma. Aldus
verleden binnen Delff ter presentie van Adriaen
Swalmius ende Caspar van Graeuwenhaen, beyde als
getuygen van gelooff hiertoe versogt.
Peternella van Dijsel
Cornelis Ariense Huysman
Willem Teunisse van Veen
Pieter Louwe van Grave
Adriaen Swalmius
Casper van Grauwenhaen
Cornelis 's Gravesande, notaris

Otto- many thanks for the historical details about the paint mill. It's interesting the pottery factory that Petronella owned was also called 'De Paeuw' - I guess to associate her factory with the wipmolen.

Geert- great transcription with many thanks. Also interesting to see how much a wipmolen was sold for in 1705, nearly half as much as the entire pottery bakery Petronella sold in 1701, so obviously a valuable asset. But what I love most is the personal touch- that Petronella and her daughter want to continue to be able to collect the fruit and vegetables from the garden for the next 2 years! 

Thanks again to you both for such valuable information from this deed.

Warmest best wishes.

Anne