Overslaan en naar de inhoud gaan

Forum

1556 Breda (7 pagina's)

Beste lezers, 

Ik hoop dat iedereen een goed weekend gehad heeft!

Mocht iemand zin en tijd hebben, dan heb ik weer een verzoek:
Het gaat om een tekst van 7 pagina's, de eerste paar regels kan ik zowaar zelf lezen, maar ik weet dan ook welke namen ik moet zien..!

Het gaat om deze tekst:

https://stadsarchief.breda.nl/collectie/archief/bladeren-door-bronnen/r…

Zie aangehecht ook de eerste pagina, de rest volgt hieronder.

Hartelijke groet en een fijne dag, Sanne

Reacties (11)

Sanne zei op ma, 09/11/2023 - 08:46

pagina 2..

Sanne zei op ma, 09/11/2023 - 08:46

pagina 3..

Sanne zei op ma, 09/11/2023 - 08:47

pagina 4

Sanne zei op ma, 09/11/2023 - 08:47

pagina 5 

Sanne zei op ma, 09/11/2023 - 08:47

pagina 6

Sanne zei op ma, 09/11/2023 - 08:48

en de laatste...!

Geert Ouweneel zei op ma, 09/11/2023 - 12:13

Hier vast het begin. de rest volgt nog.

 

Aertssen Cor Corput quamen Cornelis Peter ende Jan,
gebroederen wijlen Cornelis Godertszoons van Ghilze zonen,
Jacoppe Cornelis Godertszoons van Ghilze dochter met Andries
Weltens, heuren man ende vooght, Dingna Cornelis Godertsen
van Ghilze dochter, wedue wijlen Mathijs Dingman Mathijsz.
metten voorsz. Andriesen Weltens, heuren mede zwagers ende vooghden,
Marie Cornelis Godertzoons van Ghilzedochter met Adriaen
Pieter Hagaertszone, heuren man ende vooght, alle voir hen-
zelven ende de voirgenoemde Cornelis Cornelis Godertssone van
Ghilze als oom ende voight ende Ghijsbrecht Peter Janssone,
woonende tot Oosterhout, als oom ende toesiender, ende met en oick
Aert Janszone van Ghilze als vrundt, samentlick in den name
van de kynderen wijlen Godert Cornelis Godertszoons van Ghilze
ende elck van hen zonen in een perthije besondere, kenden ende lijden
dat zij eensdeels bij cavelinge ende lotinge rechtveerdelick tusschen
hen gedaen zijnde onder eensdeels bij mangelinge ende bij gevuege indlick
van malcanderen gescheyden ende gedeelt zijn van de erfgoeden, pachten
ende renten naebescreeven bij den voirgenoemde wijlen Cornelis Goderts-
zone van Ghilze, hunnen vader ende der kynder voorsz. outvader, was achtergelaten
ende die Cornelis Jan Danielsdochter des voorsz. wijlen Cornelis
Godertssoons van Ghilze wedue, hun moeder ende der kynder voorsz.
oudmoeder, bynnen heuren leven hen heeft laten deylen in de
manieren hiernae volgende, te weten, in den yersten
zoo is de voirgenoemde Cornelis Cornelis Godertssone van Ghilze
gedeelt op een stuck weyden, geheyten Speertsvelt, houdende
omtrent een buynder, gelegen in de vucht aen of omtrent de
hoochbrugge, daer de voirgenoemde Cornelis jaerlicx uutreycken
sal moeten twee rijnsguldens, t'stuck tot 40 grooten vlaems erfchijns
zekeren altaer in de kercke van Breda daerop de tweede misse
gedaen wordt, item noch op een stuck weyden, geheyten
t'Hoochvelt, houdende omtrent vijf vyerendeel buynders, gelegen
in de vucht tusschen de dijcken, noch op omtrent een half buynder
beemden, gelegen in de vucht aen de bergen, daer de voirgenoemde
Cornelis jaerlicx uutreycken zal moeten twintich stuivers
erfchijns tot behoef van zekere misse in de capelle ter Lokerdgen
daer jaerlicx uutgaende, ende noch op omtrent anderhalf
buynder beemden gelegen in de Loochvucht in de moeren aen de
Cruysvaert daer egeen commer uut en gaet, item
noch is de voirgenoemde Cornelis Cornelis Godertszone van Ghilze
gedeelt op achthien loopenen regs erfpachts die Jan Jans Michiels-
sone tot Ghilze te Molenschot, noch op vyer veertelen regs
erfpachts ter quijtinge met veertien rijnsgulden ende 10 stuivers eens
die Jan Willem Claeszone tot Alfen, ende noch op zess
loopenen rijs erfpachts ter quijtinge met zesthien rijnsgulden eens
die Beatris opten Espelaer onder Oosterhout respective jaerlicx /

 

Sanne zei op ma, 09/11/2023 - 13:59

Hallo Geert, 

Wat een werk...

De informatie die ik lees, is echt heel waardevol voor mijn onderzoek, dus enorm bedankt voor de moeite die je doet!

Hartelijke groet, Sanne

Geert Ouweneel zei op ma, 09/11/2023 - 15:39

uutryecken, item noch dezelve Cornelis Goderts op acht
rijnsgulden ende thien stuivers erfchijns ter quijtinge den penninck
zesthien die Gherit Berthels ter Teteringen met Peteren Mathijs-
sone van Grasen jaerlicx uutreyct metten chijns daeraf verschenen
te Lichtmisse anno zessenvijftich ludicx stijle lestleden ende
noch op drie rijnsgulden erfchijns die de voirgenoemde Gherit Berthels
uut zekere ende van de verdere der heyen gelegen jaerlicx uutreyct
met oick den chijns daeraf verschenen te Lichtmisse anno '55
lestleden, item hiertegens is de voirgenoemde Peter
Cornelis Godertssone van Ghilze gedeelt op omtrent twee ende een half buynder
lants gelegen int Zevenborchs lant aen Pauwels worf
aen den yersten wech, daer egeen commer uut en gaet dan
vijf stuivers erfchijns te heeren chijnse, item de zelve pertije
is noch bij cavele bevallen ende gedeelt op zess loopenen rogs
erfpachts die Adriaen Jan Michielszone tot Ghilse te
Molenschot, noch op vijf loopenen rogs erfpachts die Jan
Joossen tot Baerel te Lyndonck woonende uut zekere oude pande
onder Der Heyden gelegen, noch op vyer viertelen rogs erfpachts
ter quijtinge met vijfenveertich rijnsgulden ende thien stuivers
eens, die Domaes Adriaen Gheritszone, ende noch op
vyer viertelen rogs erfpachts ter quijtinge met vijftich rijnsgulden
ende thien stuivers eens die Pauwels in den Haen tot Alfen
respective jaerlicx uutreycken, item dezelve Peter Cornelis
Godertssone van Ghilze is noch bij cavele bevallen ende gedeelt
op vijf rijnsgulden ende thien stuivers erfchijns ter quijtinge dne
penninck zesthien, daer Cornelis op Steenbergen jaerlicx
uutreyct mette chijnsen daeraf verschenen te Meye anno
'55 ende '56 lestleden, noch op twee rijnsgulden erfchijns
ter quijtinge oick den penninck zesthien die dezelve Cornelis
op Steenbergen oick jaerlicx uutreyct mette chijnsen daeraf
verschenen te Lichtmisse annis '55 ende '56
lestleden, ende noch op drie rijnsgulden erfchijns ter quijtinge
met vijftich rijnsgulden eens, die Jan Anthonis Jan Damenzone
tot Hoezemont jaerlicx uutreyct metten chijns daeraf verschenen
te Lichtmisse anno '56 lestleden, item
hiertegens is de voirgenoemde Jan Cornelis Godertszone van Ghilze
bij cavele bevallen ende gedeelt op omtrent twee buynder
beemden of lants, gelegen ter Heyden t'Zonzeel, noch op
omtrent drie vyerendeel buynders lants oick t'Zonzeel
gelegen, ende noch op een stuck zeggen, houdende omtrent
twee buynders, gelegen ter Heyden in de zeggen, uut welcke
zijn erffenissen voorsz. de voirgenoemde Jan Cornelis Godertssone van
Ghilze jaerlicx uutreycken zal moeten drie rijnsgulden
vijfthien stuivers erfchijns ende den heeren chijns ende eenen chijns
daer jaerlicx uutgaende, item noch is de voirgenoemde Jan /
Cornelis Godertssone van Ghilze gedeelt op drie viertelen rogs erfchijns
die Willem Claessen opt Monnenhof onder Der Heyden noch op vyer
viertelen rogs erfpachts ter quijtinge met vijfentwintich rijnsgulden
ende thien stuyvers eens, die Anssem Jans Anssemszone oick
onder Der Heyden, ende noch op drie viertelen rogs erfpachs ter
quijtinge met dertich rijnsgulden eens die Peter tot Coters
onder Oosterhout respective jaerlicx uutreycken metten pacht
van de drie viertelen rogs voorsz. verschenen te Lichtmisse annis
'56 lestleden, item noch op drie rijnsgulden ende
thien stuivers erfchijns ter quijtinge met
zeesenvijftich rijsngulden eens die Jan Snellen
ter Heyden jaerlicx uutreyct metten chijns daeraf verschenen opten
yersten dach in Meye anno '56 lestleden, item noch op drie
rijnsgulden erfchijns eensdeels erffelick ende eendeels ter quijtinge
die Adriaen Peter Duernyets ter Heyden jaerlicx uutreyct metten
chijns daeraf verschenen te Lichtmisse anno '56 lestleden,
item noch op drie rijnsgulden erfchijns ter quijtinge den penninck 16
die Bouwen aen de molen ter Heyden jaerlicx uutreyct metten
chijns daeraf verschenen t'Sint Mertensdage in den winter anno
'55 lestleden, ende noch op twee rijnsgulden erfchijns ter quijtinge
oick den penninck zesthien die op zekere oude pande in de Conijnsdijck
onder Oosterhout geheven worden metten chijns daeraf verschenen
te Bamisse anno '56 lestleden, item hiertegens is
de voirgenoemde Jacoppe Cornelis Godertszone van Ghilzedochter Andries
Weltens huysfrou gedeelt op omtrent anderhalf buynder beemden
gelegen int Zevenberchs lant aen den Tweeden wech daer egeen
commer uut en gaet dan drie stuivers erfchijns te haren chijnse,
noch op omtrent een buynder beemden gelegen in de Leechvucht
in de moeren aen den Zwertendijck daer de voirgenoemde Jacoppe
jaerlicx uutryecken zal moeten vijfthien stuivers ende drie
ortstuivers erfchijns nonenchijns daer jaerlicx uutgaende,
item noch is de voirgenoemde Jacoppe Cornelis Godertszone van Ghilze
bij cavele bevallen ende gedeelt op vijf viertelen ende twee
loopenen rogs erfpachts die Laureys Daems ende Engbrecht
Hersten tot Dongen tesamen ende noch op vyer viertelen
rogs erfpachts ter quijtinge met zessenvijftich rijnsgulden eens
die Peter Jacop Jan Franckenzone oick tot Dongen respective
jaerlicx uutreycken, item dezelve Jacoppe is noch bij
cavele bevallen ende gedeelt op zeven rijnsgulden erfchijns ter
quijtinge de penninck zesthien die Aelbrecht Peraelburchts
zone ter beteringen jaerlicx uutreyct metten chijns daeraf
verschenen ter Kersavont anno vijfenvijftich lestleden, noch op
twee rijsngulden erfchijns ter quijtinge den penninck twintich
op Adriane Peter Claes weduwe metten chijns daeraf verschenen /
te lIchtmisse anni 56 lestleden, ende noch op drieendertich
stuvers ende drie ortstuvers erfchijns die Gherit Cornelis
Hubrechtszone uur zijn schuere ende erve tot Breda opt Gasthuyseynde
jaerlicx uutreyct metten chijns daeraf verschenen t'Sint Jansdage
in Junio anno 56 lestleden, item hiertegens is de
voirgenoemde Dingna Cornelis Godertssen van Ghilze dochter, wijlen Mathijs Dingman
Mathijssen wedue, bij cavele bevallen ende gedeelt op omtrent
twee buynder lants, gelegen aen't Zevenberchs huysken neven
Gherit Cornelis Hubrechtszoone erve aldaer, daer de voirgenoemde
Dingna jaerlicx uutreycken sal moeten een half pondt grinbirs,
noch een half pont pepers ende een stuiver erfchijns te heeren
chijnse, daer jaerlicx uutgaende, ende noch op een stuck
lants houdende omtrent een half buynder, gelegen in de Spendonck
achter Brandeler daer egeen commer uut en gaet, item
noch is de voirgenoemde Dingna bij cavele bevallen ende gedeelt op
zeven loopenen rogs erfpacht die Jan Peterszone van Ghilze
tot Ghilze te Molenschot, noch op een viertel rogs erfpacht
die Huygh Henrick Mathijszone ter Heyden, noch op vijf viertelen
rogs erfpachts ter quijtinge met vijftich rijnsgulden eens die Jan
Anthonis Jan Daemenzone tot Hoozemont, ende noch op twee
viertelen rogs erfpachts ter quijtinge met eenentwintich rijnsgulden
eens die Laureys Hubrechts Stevenszone tot Oosztyerhout of ter
Aelst respective jaerlicx uutryecken, item noch op vyer
rijnsgulden ende achthiendalve stuver erfchijns ter quijtinge met
sevenentachtich rijnsgulden ende vijf stuvers eens die geheven
worden op Thomas Jan Mathijszone tot Chaem, metten
chijns daeraf verschenen te half Meerte anno 56 lestleden,
item noch op twee rijnsgulden ende thien stuvers erfchijns ter
quitinge met achtendertich rijnsgulden ende 10 stuvers was die
tijt van hyer uut zekere onderpande in de Hage gelegen nu ter
tijt jaerlicx uutreyct, metten chijns daeraf verschenen
te Bamisse anno vijfenvijftich lestleden, item noch op drie
rijsngulden erfchijns ter quijtinge den penninck zesthien, die
Aert Conraets ter Teteringen jaerlicx uutreyct metten chijns daer-
af verschenen te Lichtmisse anno 56 lestleden, ende noch op
twee rijnsgulden erfchijns ter quijtinge den penninck zesthien
die Godert Claessone van Ghilze jaerlicx uutreyct metten
chijns daeraf verschenen te Lichtmisse anno zessenvijftich lestleden,
item hiertegens is de voirgenoemde Marie Cornelis Godertssen van
Ghilze dochter, Adriaen Peter Hagaerts zoons huysfrou, bij
cavele bevallen ende gedeelt op twee stucken lants of
weyden, gelegen in Betshennings stege, daer de voirgenoemde Marie
jaerlicx uutreycken sal moeten thien stuvers erfchijns die
heer Aert Versteeck, priester van zijnre capelrie wegen jaerlicx
heffende is, noch op omtrent drie vyerendeel buynders lants
off beemden, gelegen ter Heyden, t'Zonzeel, Ende noch op omtrent
twee gemeten lants off beemden, gelegen ter Heyden ende Laecke /
daer egeene commer uut en gaet, den heeren chijns ende nonnenchijns,
item noch is de voirgenoemde Marie Cornelis Godertssen van Ghilze dochter,
Adriaen Hagaerts huysfrou, bij cavele bevallen ende gedeelt op
vyer veertelen rogs erfpachts die Merten Jans sone van Leyden ende
Thielman die men noempt den Rouwen Theek ter Heyden ende noch op
zess viertelen rogs erfpachts ter quijtinge met vijfentzeventich
rijnsgulden eens die Jan Anthonis Jan Damen zone tot Herzemont respective
jaerlicx uutreycken, item noch op vyer rijnsgulden erfchijns
ter quijtinge den penninck zesthien die Anthonis Jans sone van Dorst
ter Teteringen jaerlicx uutreyct metten chijns daeraf verschenen
te Lichtmisse anno '56 lestleden, item noch op dertich stuvers
erfchijns ter quijtinge den penninck zesthien die Aert Dyrcx zone
ter Teteringe jaerlicx uutreyct metten chijns daeraf verschenen te
Bamisse anno vijfenvijftich, item noch op twee rijnsgulden ende
thien stuvers erfchijns ter quijtinge den penninck vijfthien
die op zekere onderpande Hooge Molen ende Oosterhout geheven
worden mette chijnsen daeraf verschenen te Bamisse anno '54
ende '55, item noch op twintich stuvers erfchijns ter quijtinge
den penninck vijfthien die Gherit Francken ter Aelst jaerlicx
uutreyct mette chijnsen daeraf verschenen t'Sint Mertens-
dage in den winter annis 1553, '54 ende '55 lestleden, ende noch
op twee rijnsgulden erfchijns ter quijtinge den penninck vijfthien
die Laureys Hubrecht Stevens zone jaerlicx uutreyct metten
chijns daeraf verschenen te Lichtmisse anno '56 lestleden,
item hiertegens zijn de voight, toesiender ende vrundt in den name ende
tot behoef van de kynderen wijlen Godert Cornelis Goderts zoons van
Ghilze hon cavel verwachtende bij deselve cavel bevallen ende
gedeelt op een stuck lants geheyten de Werf, houdende omtrent
vijf vyerendeel buynders, gelegen ter Zevenburchs lant, daer
egeen commer uut en gaet dan dordalve stuver erfchijns te heeren
chijnse, noch op omtrent een buynder bevonden, gelegen in de vucht
aen of omtrent de hoochbrugge, daer de kynderen voorsz. jaerlicx
uutreycken zullen moeten drie rijnsgulden erfchijns, Cornelia
Anthonis van den Brande wedue ende noch twee rijnsgulden ende
derthiendalve stuver erfchijns den erfgename wijlen mr. Groswijns
Buysen, daer jaerlicx uutgaende, item noch
op omtrent drie vyerendeel buynders kants, gelegen buyten Breda
achter der lazers wooninge, daer de kynderen voorsz. jaerlicx uut-
reycken zullen moeten twee rijnsgulden ende 10 stuvers erfchijns die
wijlen heer Jan van sGravenmoer, priester, zijnre capelrye wegen te heffen plach ende
noch elf stuvers ende anderhalf ortstuvers erfchijns den godshuyse
van Sint Bernaert op t'Scholt, item noch zijn zij tot behoef van de
kynderen wijlen Godert Cornelis Godertszoone van Ghilze voorsz.
bij cavele bevallen ende gedeelt op twee veertelen rogs erfpacht
die Jacop Leyten in de Hage, noch op een veertel rogs erfpachts
die Aert Conaerts ter Teteringen, noch op vyer veertelen rogs
erfpachts ter quijtinge met tweenvijftich rijnsgulden ende thien stuvers
eens die oick dezelve Aert Conaerts ter Teteringen, ende noch /
op drie veertelen rogs erfpachts ter quijtinge met zevenendertich rijns-
gulden ende thien stuvers was die Anthonis Damen respective jaerlicx
uutreycken, item noch op vijf rijnsgulden erfchijns ter quijtinge
den penninck zesthien die wijlen Dingna Stappaerts erfgename ter Heyden
op Wagenberch jaerlicx uutreycken metten chijns daeraff
verschenen t'Sint Mertensdage in den winter anno vijfenvijftich,
noch op twee rijnsgulden erfchijns ter quijtinge met zessendertich
rijnsgulden eens die Adriaen Aertszone van Diest ter Heyden
jaerlicx uutreyct metten chijns daeraf verschenen te Lichtmisse
anno '56 lestleden, noch op twee rijnsgulden
ende thien stuvers erfchijns ter quijtinge den penninck zesthien
die wijlen Aert van Sols erfgraeven ter Heyden jaerlicx
uutreycken metter chijns daeraf verschenen Maerten anno
'55 lestleden, ende noch op twintich stuvers erfchijns ter quijtinge
den penninck twintich die Adriaen Godertssen
ter Teteringen jaerlicx uutreyct mette chijnsen daeraf verschenen
op Kersdach annis '52, '53. '54. 55 ende '56 lestleden,
iden het is vorwaert ende in dese deylinge besproken dat
elck van de parthijen voorsz. zijn erffenissen daerop hij in dese
deylinge gedeelt is hebben sal elck stuck of percheel erfs
zoo groot ende cleyn alst gelegen is, onbegrepen yder maten, zonder
dat zij op malcanderen eenige actie off verhael hebben off
saecken zullen mogen, al waer't zoo dat eenich parcheel erfs
meerder of minder waer dan voirsz. is, item in zoo
verre men bynnen acht jaeren naestcomende bevindt dat op
eenich van de erfenissen boven geschreeven eenighe commer
stont off schuldich waer uut te gaen meer dan den gehevene
op gedeelt zijnde daerop bovenaen genoempt is, zoo sullen
de perthijen voorgenoemd sulcken commer gelijckehandt moeten
derangeren ende malcanderen helpen dragen, ende bevondt men
oick daer en tusschen dat op eenich van den erffenissen voorsz. min commers stont
of schuldich waer uut te gaen dan daerop bovenaen genoempt
is, zoo dal t'zelve dat min is wesen ende nemen tot
proffijt van alle de perthijen voorsz. gelijckerhandt, item in
zoo verre men bynnen de voirsz. acht jaeren naestcomende
bevondt dat de onderpande van eenige der pachten off renten
voorsz. daervoir nyet goet genouch en waren alsoe dat doir-
dien of anderssins deghene daerop gedeelt zijnde daer-
af yet gemiste of eenich verlies hadde bynnen de voorsz. acht
jaren naestcomende, zoe eest vorwaert dat de perthijen voirgeschreven
t'selve verlyes tesamen ende gelijckerhand sullen moeten
dragen ende malcanderen helpen dragen, zoodat denghenen die aen
zijn gedeelt dat verlies heeft t'zelve bij hem aleen gelijckerhandt sal moeten
worden goet gedaen, item van dat des eens gedeelt van
erfgoeden, pachten ende renten voirsz. beter off meerder is dan
des anders hebben de parthijnen vorgenoemd malcanderen verlyct /
of sullen malcanderen verlycken met penningen
daermede zij onderling tevreden zijn, alsoo zij bekenden,
item het is vorwaert ende tusschen perthijen voirgenoemd ende de voirgenoemde
Cornelia Jan Daniels dochter, weduwe wijlen Cornelis Godert
van Ghilze, haere moeder, overcomelijck dat
boven de goeden die deselve Cornelia hen moeder alnu
noch behoudt ende blijft besittende de voirgenoemde Peter,
Jan, Jacoppe, Dingna ende Marie Cornelis Godertssen van Ghilze
soonen ende dochteren ende de kynderen des voorsz. wijlen Godert
Cornelis Goderts zoone van Ghilze
derzelver Cornelien heurder moeder ende oude moeder respective
zoo lang als zij in der mensschelicheyt leven sal
alle jaer gelden ende uutreycken sullen moeten elck
van hen zessen bovengenoempt negen rijnsgulden in
gelde ende twee veertelen rogs, ende in zoo verre de-
selve Cornelia heure moeder t'eynden jaers bevondt dat
zij daermede nyet wel doircomen en soude mogen, zoo
sullen daer heur zess kynderen ende kyntskynderen voirgeschreven
heur daerenboven noch toebrengen ende jaerlicx betalen
zoo veel meer als zij behoeven zal om heur op te bedragen
ende eerlijck huys te houden, voir welck dat voorsz.
is de goeden daerop elck van hen zessen boven gedeelt is bij hen respective verbonden
zijn ende verbonden zullen blijven der voorsz. Cornelien haerder moeder
leven lang gedurende, ende mitsdien zoe is de voirgenoemde
Cornelie hen moeder tevreden geweest ende heeft geconsenteert
dat haere kynderen ende kyntskynderen voorsz. de erfgoeden
pachten ende renten bovengeschreven bynnen heuren leven ende den
paertien en deylen souden zooals t'zelve bij hen alnu gedaen
is, daermede de voirgenoemde Cornelia hen moeder ende oudemoeder
alnu noch wel tevrenden is, alsoo de-
selve Cornelia oick mede voir ons scepenen voorsz, jegenwoordelijck
staende bekende ende in de deylinge tusschen
haere kynderen ende kyntskynderen van de goeden bovengescreven
consenteerde, ende in der manieren bovengescreven
soo bedanckten haer de perthijen voorgenoemd goerder cavelinge, scheydinge
ende deylinge van de goeden voirsz. verthyende daerop des
anders gedeelt zoo dat behoirt, Actum anno XVC
zessenvijftich drie dagen in November.

Sanne zei op ma, 09/11/2023 - 15:49

Hallo Geert, 

Wat een ongelofelijk lange lap tekst... ik weet even niet wat ik moet zeggen. 

Heel, heel erg bedankt voor de moeite, het is echt een schat aan informatie die ik hier in de snelheid zie! Heel wat toponiemen en gezinsleden, echt fantastisch!

Nogmaals heel hartelijk bedankt en een hele fijne dag nog, 

Hartelijke groet, Sanne

Reageer op dit bericht

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.
Slechts één bestand.
10 MB limiet.
Toegestane types: png gif jpg jpeg.