Overslaan en naar de inhoud gaan

Forum

1661- Will

This is the will of Huijch van Dijssel, a ships carpenter. I think his beneficiaries are his father: Jans Harmensz van Dijssel , and his 2 sisters Geertgen and Petronella. 

It would be good to understand what the terms of his will are, and why he made this second will.

Many thanks as always.

Anne 

Reacties (7)

Anne zei op vr, 12/12/2025 - 17:15

p.2 

Anne zei op vr, 12/12/2025 - 17:16

Final page with signature...

René van Weeren zei op vr, 12/12/2025 - 19:08

Dear Anne, it is a quite regular will, made by an unmarried man. Remarkable is the exclusion of a specific family member at the end of the will; also this family member is not appointed as heir and hence could only receive some of the inheritance via inheritance legislation in case all appointed heirs and first-grade kin would have died before the testator, he specifically excluded her from any part of the inheritance.

Huijch Jansz van Dijssel, jongman (meaning unmarried man), living in Delft, in good physical and mental health, decalring null and void all previous codicils and wills, specifically mentioning the will he had composed before notary Govert Rota in Delft on 3 October 1655.

With this current will, he appoints his father, Jan Harmenss van Dijssel as heir to one half of his inheritance, and his sisters Geertgen Jans and Pieternelle Jans jointly as heirs to the other half of his inheritance, all heirs to be regarded as his sole and universal heirs. He specifically mentions them to inherit his part of the inheritance he inherited from his late mother.

In case his father would die before him, his fathers' part of the inheritance will befall to the aforementioned sisters. In case one of these sisters would die before the testator, the part to be inherited by the deceased sister will befall to the child(ren) of the deceased sister; in case the deceased sister will have no offspring, her part will befall to the surviving sister. In case the surviving sister would also die without offspring before the testator, her part will befall also to the father of the testator, if still alive at that moment (and actually then receiving all of the inheritance of the testator).

In addition, he specifically excludes his niece (or cousin; the Dutch term 'nicht' may refer to either of these English terms) Fijtgen Jans, as he does not want her to have any profit whatsoever of his inheritance; the reason for this specific exclusion is not mentioned.

René van Weeren zei op vr, 12/12/2025 - 19:10

PS It may be worthwile to search for the previous will from 1655 that is referred to; it maybe will shed some light on the reason for the aforementioned exclusion of Fijtgen Jans.

Geert Ouweneel zei op za, 12/13/2025 - 08:49

In den name ons Heren amen. Op huyden
den vijffden January XVIC eenentsestich
Woonsdach s'avonts de clock ontrent seven uyren,
compareerden voor mijn Dirck Rees,
openbaar notaris, bij den Hove van
Hollandt geadmitteert, binnen der
stadt Delff residerende, ter
presentie van de naarbeschreven getuygen,
Huych Jansz van Dijssel, jongman, wonende
binnen deser stadt, mijn notario bekent,
cloeck ende gesont van lichame, gaande
ende staande, sijn verstant seer
wel ende volkomentlijck gebruyckende
als opentlijck bleeck, dewelcke
verclaarden dat hij uyt aanmerkinge
van de seeckerheyt des doots ende de
onseeckerheyt van de uyre vandien, met
wel bedachten raide, sonder van yemant
daartoe misleyt, begrepen hadde sijn
testament ende uytterste wille in manieren
als volcht, eerstelijck bevelende
Godt Almachtich sijn ziel ende sijn lichaam
de Christelijcke begraaffenisse, alvooren
revocerende, casserende, doot ende te
niette doende bij desen alle testamenten
ende andere dispositien van uytterste willen
die bij hem voor desen jegenwoordigen
gemaackt ofte verleden soude mogen sijn,
ende specialijck de testamentaire dispositie
bij hem voor den notaris Govert Rota, /
ende seeckere getuygen binnen Delff
opten derden October XVIC vijfenvijftich
verleden ende gepasseert, ende
van nieus disponerende heeft geno-
mineert ende geinstitueert, sulcx hij
nomineert ende institueert bij desen
Jan Harmensz van Dijssel, sijn vader,
voor de ene helft, Geertgen
Jans ende Pieternelle Jans, sijn susters,
voor de wederhelfte, tot sijne enige
ende universele erfgenamen in alle
ende ygelijcke van de goederen, actien,
ende crediten, geen vandien uytgesondert,
die hij testateur metter doot ontrumen
ende achterlaten sal, specialijck mede in de
goederen hem testateur opgecomen door
het overlijden van sijn zaliger moeder,
omme alle deselve goederen te blijven
besitten ende te behouden eeuwichlijck ende
erffelijck, in vollen ende vrijen eygendom,
sonder tegenseggen van yemant,
instituerende hij testateur
de voorsz. sijnen vader ende susters in 
alle hetselve met volcomen recht van
institutie bij desen, ende soo het
comt te gebeuren dat den voorn. Jan
Harmensz van Dijssel, sijn vader, voor hem /
testateur overleden was, soo sullen sijne
susters wesen ende blijven sijn enige ende
universele erfgenamen, ende bij voorover-
lijden van een van hen beyden desselfs
kind of kinderen, deselve mede ont-
brekende, den langstlevenden van henluyden,
den langstlevenden mede sonder kind of
kinderen comende te sterven, sal in dien
gevalle sijn testateurs vader, soo hij
alsdan in leven soude mogen sijn, het-
selve aancomen, daarinne hij testateur
deselve mede is instituerende bij desen,
is mede sijn testateurs expresse wille
ende begeren, dat van alle erffenisse ende
versterffenisse sal wesen uytgesloten
Fijtgen Jans, sijn nichte, niet willende
dat deselve tot genigen tijde enich
proffijt of voordeel van sijn testateurs
goederen sal genieten, alle t'welcke voorsz.
is hij testateur verclaerden  te wesen
sijn testament ende uytterste wille,
t'welck hij wilden ende begeerden dat volkoment-
lijck sal worden naargecomen, cracht hebben
ende effect sorteren sal, t'sij als testament,
codicille, of soo alle t'selve na rechten
of goedertieren gewoonte best mach
bestaan, al waar't dat alle solemniteyten,
na rechten van noden, in desen niet onder- /
houden bevonden mochten sijn, versoeckende
hiervan een of meer instrumenten gemaackt
ende gelevert te werden in forma. Aldus
verleden ende gepasseert binnen der stadt
Delf, in presentie van Govert Jansz
van Venendaal ende Fekke Alberts Pippeling,
als getuygen hiertoe versocht.
Huych Janse van Dijsel
gestelt GI Jansz van
Venendael
Fecke Alberts Pypelijn
Dirck Rees, notaris, 1660

 

Anne zei op za, 12/13/2025 - 13:25

Dear Rene and Geert

Many thanks for the transcription and translation of this will.

Both of you helped me before with Huijch Jans Dijssel's will of 1655 on 1 November on this forum, in which his 'niece' Fietge Pietersdr was the beneficiary.( His own father and sister's were not include in 1655). Fietge was also the same person who was house keeper for Huijch's father Jans Harmensz Dijssel in 1650. I believe she was Huijch's stepsister as his mother Claesgen was previously married to Pieter Maertensz. 

Why she became Fietge Jansdr I'm not sure- taking her stepfather's name perhaps?

Also why she was suddenly cut out of Huijch's will is also difficult to understand.

very best wishes

Anne

 

René van Weeren zei op za, 12/13/2025 - 15:02

It was indeed not uncommon for someone to change the patronym once their mother remarried, the person concerned then taking on the patronym of the stepfather.

Reageer op dit bericht

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.
Slechts één bestand.
10 MB limiet.
Toegestane types: png gif jpg jpeg.