12 December 1627
Thyelman Jansz Brouwer, knecht in de
Drye Halve Manen, wonende an de Gasthuys-
laen binnen der stad Delff,
neffens Pieter Martensz, pottebacker, hebbende
speciale procuratie in date 4e October
1627 onder zegel deser stad Delf verleden
van Henrick Botberch tott Comen int land
van der Marck, voor hemselven ende hem-
selven sterck gemaect hebbende voor
Barent sijn broeder, ende Catharina
zijn zuster, t'zamen broeders ende
zusters van wilen Harman Gerritsz van
Botberch, moutmaker, voor d' een helfte ende van s'vaders zijde,
ende Lourens Cornelisz van Ghijsel, schoenmaker in de Prince-
straet tott Rotterdam, als hebbende getroud
Neeltgen Gillis, moye van Annitgen
Claes huysvrou ende dairna wedue geweest
van voorsz. Harman Gerritsz van Botberch, voor de
wederhelft, ende van s'moeders zijde
t'zamen als erfgenamen van het eenich kind
nagelaten bij de voorsz. Annitgen Claes an de
voorsz. Harman van Botberch verwect.
Bekennen gezamentlick vercoft ende
Joris Stoffelsz, corendrager, wonen
in de Hoyterstege bynnen der voorsz. stad,
van hen gecoft te hebben een huys ende
erve, staende ende gelegen in de Hoyter-
stege voorsz. in een poort uytcomende an de
zuytzijde van dezelve stege, daer- /
inne hij coper nu jegenwoordich woont
in alre manieren als de twee respective
wairbrieven in date d' eene 23e April
XVIC derthien ende d' ander 4e April
XVIC zeventhien, innehouden ende vermelden
ende t'zelve huysien ende erve jegenwoordich
beheynt, betimmert ende bepaelt staet,
ende bij hem coper tott noch toe bewoont
is, t'recht van welcke brieven den coper
zal worden opgedragen neffens gelofte
van waringe dattet voorsz. vercofte
bij hem vercoopers nochte d'voorsz.
Harman Gerrtisz noch Annitgen Claesdochter
nyett en es beswaert anders dan mitt
hett bewijs datt zij Annitgen Claes wedu
zijnde an de kinderen an de voorsz. Botberch verwecht
heeft gedaen, welck bewijs nu oock cesseert
ende datt onder t'verbant van de perzone
ende goederen van de voorsz. erfgenamen
ende dairbeneffens stellen borgen voor de
voorsz. waringe. Ende ditt
alles voor de zomme van dryehonderttwintich
carolus guldens, te betalen neffens de gifte
op Dynsdach toecomende den 14e December
toecomende vijftich gulden, item Mey
XVIC achtentwintich dertich gulden ende
alle jaren Meydach dairan telcken gelijcke
dertich carolus guldens gedurende ter /
volre voldoeninge toe, alles in vrijen zuveren
gelde, geen ongelden uutbezondert ende
namentlick vrij van de XLe penning een deuyt
opten gulden ende de jairlixe schattinge
dairvoren den coper zal stellen twee
borghen ende passeren brief nair
t'gebruyck deser stad, verbindende
perthijen ten beyden zijden, te weten
d'voorsz. Louris Cornelisz aen de coper elcx
heur eygen, ende d'voorn. Thyelman de
perzoon van Henrick Botberch ende
voortz henre respective goeden subject
allen rechten ende rechteren, mitte costen,
alles zonder fraude. In oirconde is dese
bij elck van hen geteyckent. Gedaen den
12e December 1627.
X Thyelman Jans
& Lourens Cornelis merck
Joris ...
H. Vockestaert, notaris, 1627
Anne
zei op woensdag 3 december 2025 - 12:42