This is a will from 1655. The testators are:
Huijch Harmensz van Dijssel and his mother Claesgen Huigen (who died in 1650).
The 'heir' is Fietgen Pietersdr, who I believe is Huijch's step-sister?
It concerns a boat called ;Great Geneose in Amsterdam- I think?
As always any light that can be thrown on this family through this deed would be really helpful to my research.
With grateful thanks.
Anne
Hi Anne,
Quick summary: it is a standard will, drawn up at the request of Huijch Jans van Dijssel, who is ready to set sail for the Strait (I presume: of Gibraltar) on a ship called 'Groote Leimeester' (not entirely sure about the name). He appoints as his sole heir Fijtge Pieters, his unmarried adult (>24 years old) niece (if I recall correctly, she was also caretaker of the home of the stepfather in the dispute in the other posts...).
In den name ons Heeren, amen. Kennelijck sij
eenen ygelijcken dat in den jare nae der geboorte
onse Heeren ende Salichmakers Jesu Christi, dusent
ses hondert vijff ende vijftich, opten 3en in October,
des voormiddachs clocke thyen uyren voor
mij Govert Rota, openbaer notaris, bij den
Hove van Hollandt geadmitteert, binnen der stadt
Delft residerende, ter presenite van de ondergeschreven
getuygen, gecomen ende gecompareert is
Huych Jansz van Dijssel, wonende tot Am-
sterdamn, mij notaris bekent gemaect,
jegenwoordich staende op sijn vertreck
omme mettet schip, genaemt de Groote Genueeser
van Amsterdam voorsz. voor scheeps-
timmerman te varen naer de Straet,
cloeck ende gesont van lichame, gaende,
staende, sijn verstandt, redenen ende
memorie seer wel machtich sijnde ende
volcomentlijck gebruyckende, als
opentlijck scheen ende bleeck ende men anders
niet en conde bemercken, te kennen
gevende niet seeckerder te sijn dan de doot,
ende niet onseeckerder dan den tijt ende
uyre vandyen, willende daeromme van
deser werelt niet scheyden voor ende aleer
hij gedisponeert hadde van sijne tijdelijcke
goederen, hem bij Godt Almachtich op
deser aerde verleent, ofte noch te
verleenen, verclarende t'selve te doen uyt
sijne vrijen eygen ende onbedwongen
wille, sonder inductie ofte misleydinge
van yemande, beveelende alvooren sijne /
zyele uyt desen sterffelijcken lichame verscheyden
sijnde, in de grondeloose barmherticheyt Godes.
ende sijne lichame de aerde ofte nae gelegentheyt
de wateren der zeen, revocerende,
casserende, doot ende te niet doende alvooren bij desen
alle testamenten, codicillen ende andere
uitterste willen die hij testateur voor date
deses soude mogen hebben gemaect ende
gepasseert, niet willende dat d'selve haer
effect ofte voortgang sullen hebben,
maer ter contrarie willende ende begerende
dat alle die ende elck van hen int bysonder
gehouden sullen werden voor null, egeen,
crachteloos ende van onwaerden ende
alsoff die noyt gemaect ende gepasseert
en wareen geweeest etc., ende van nieus
disponerende, verclaerde hij testateur
tot sijne eenige ende universle erffgenamen
genomineert ende geinstitueert te
hebben, sulcx hij doet bij desen, Fijtgen
Pietersdochter, ongehoude ende bejaerde
dochter, sijn nichte, wonende binnen
deser stadt, in alle de goederen,
roerende, onroerende, actien ende
credyten, gelt, gout, silver, gemunt ende
ongemunt, ende specialijcke mede
in de goederen hem opgecomen door doode ende
overlijden van Claesge Huygen, sijn zaliger moeder,
niets ter werelt gereserveert ofte
uytgesondert, sulcx ende in voegen als /
hij testateur alle d'selve metter doot sall
comen te ontruymen ende naer te laten, omme
alle d'selve goederen bij de voorsz. Fijtgen
Pietersdochter, sijne nichte, naer sijn testateurs
overlijden aengevaert, genooten, behouden
ende daermede gedaen te werden als
sij met haere andere vrije eygene goederen
vermach te doen, d'selve daerinne institu-
eerende met volcomen recht van justi-
tie bij desen, onder die conditie, dat
sijn testeurs voorn. nichte ende
geinstitueerde erffgename gehouden
sal sijn uyt te keeren ende betalen terstont
naer sijn overlijden aen sijne naeste vrinden
die ab intestato hem soude hebben moeten succederen,
soo desen niet en ware gemaect, de somme
van drie carolus guldens eens, sonder meer.
t'selve aen haer legaterende ende bespreec-
kende bij desen. Alle t'welcke voorsz.
staet hem testateur bij mij notaris voor-
gelesen ende bij hem wel verstaen sijnde,
hij seyde ende verclaerde t'selve wettelijck aen
handen mijns notaris stipulerende, te wesen
sijn testament, uutterste wille ende
laetste begeert, die hij wilde ende
wel expresselijck bij desen begeerde, dat
naer sijn doot volcomen voortgang
hebben ende effect sorteren sall, t'sij
als testament, codicille, gifte
uyt sake des doots ofte andersints,
sulcx alle t'selve naer rechten ende goeder- /
tyerene gewoonte best sal mogen bestaen,
al waert dat alle solemniteyten naer rechten
hierinne gerequireert, niet volcomentlijcken
geobserveert bevonden mochten werden,
consenterende hiervan gemaect ende gelevert
te werden een instrument off meer
in forma. Gedaen ende aldus gepasseert
ten comptoire mijn notaris, ter presentie
van Joris Mesch, ende Dirck de Cocq,
beyde inwoonders alhier,
als getuygen die de minute van desen
nevens den voorn. testateur ende mij
notaris mede onderteyckent hebben, ten
dage, maent ende jare voorsz.
Bij Huych Janse van Disel
Joris Mesch
Dirck de Cocq
G. Rota, notaris, 1655
Anne
zei op zaterdag 1 november 2025 - 13:08