Overslaan en naar de inhoud gaan

Forum

Samuel Levy Ximenes (1789-1836) en zijn 'Vleeschelijke conversaties'.

Hallo allemaal, 

Is er iemand die mij ivm scriptie zou willen helpen met het transcriberen van de volgende Notariele akte. (zie antwoorden voor de overige 2 pagina's).

 

Heel veel dank, 

 

Jair van Dijk

Reacties (5)

jairvandijk@gmail.com zei op di, 11/05/2024 - 13:12

deel1 

jairvandijk@gmail.com zei op di, 11/05/2024 - 13:13

deel 2

jairvandijk@gmail.com zei op di, 11/05/2024 - 13:13

deel 3

jairvandijk@gmail.com zei op di, 11/05/2024 - 13:14

deel 4

Geert Ouweneel zei op di, 11/05/2024 - 19:10

Naatje Samuel Levy woonende op het Roeters-
eiland,
Adriaen van der Gijzen, woonende ten huize van
de eerste getuige,
Stijntje Karels Hofman, woonende op de Verversgracht,
getuigen van genoegzaame ouderdom om getuigenis der
waerheid te geeven, dewelke ter requisitie van den heer
Samuel Levy Ximenes en diegeenen welke deze
hunne verklaering verder mogten nodig hebben,
hebben gedeposeert ende verklaart ende hij requirant ten dezen
mede compererende heeft geaffirmeert als volgt:
eerstelijk affirmeerde de requirant
dat hij in den jaere 1806 kennis gekregen hebbende
aan mejuffrouw Maria Elizabeth Tromp, zig bij
zijne moeder Sara Tonsela, weduwe Ximenes
heeft vervoegt en aan dezelve haar consent in het huwelijck
met juffrouw Tromp heeft verzogt en
zij aan hem geantwoord heeft, dat zij niets tegen
het meisje had, edog geen consent tot het huwelijk
konde geeven uit vrees voor de minachting van de
Joodsche natie.
En verklaren de eerste en tweede getuigen, dat zij in
February 1807 zig benevens mevrouw Hermens en
juffrouw Tromp bevonden hebben in de liefhebberij comedie
op het Roeterseiland de Noteboom en toen mevrouw
Ximenes zeer vertrouwelijk met juffrouw Tromp heeft
zitten spreken, wijders verklaarden zij eerste en
tweede getuigen, dat voor de requirant in het
verbeterhuis gezeeten heeft, hetwelk ook de derde
getuige verklaart, dat hij meermalen aan hem vertelt
heeft de requirant zeer vertrouwelijk met hem over
juffrouw Tromp heeft zitten spreeken en toen
niet alleen gemeld heeft dat juffrouw Tromp een
zeer braaf en deugdzaam meisje was, maar ook dat
hij volkomen verzekert was, dat hij haar onteert
had en zij voor hem met niemand anders te  doen
gehad hadt, wijders ver-
klaren de eerste en tweede getuigen, dat gedurende
de tijd dat de requirant in het verbeterhuis geze-
ten heeft mevrouw Hemenis diverse maalen aan
hun gezegt heeft, dat het haar speet dat zij
niet om het huwelijk van haar zoon met juffrouw
Tromp geconsenteert had, want dat geduurende de
tijt dat haar zoon met juffrouw Tromp verkeerde zig
wel gedragen had en dezelve een alzints achtens-
waardig meisje was, dat gedurende
de tijd dat de requirant in het verbeterhuis /
gezeten heeft, mevrouw Remeres diverse maelen
het kint van den requirant en juffrouw Tromp
bij haar aan huis heeft gehad en gezegt heeft
dat zij erlangde dat haer zoon juffrouw
Tromp trouwde, want dat zij een braaf en deugd-
zaam meisje was en zij ook van haar en haar kind hielt,
en verklaarde de eerste getuige, dat de moeder
van de requirant divers keeren aan haar gezegt
heeft, dat zij zeer voor het huwelijck van haar
zoon met juffrouw Tromp was en dezelve haar
getuigen op vrijdag den 9den Juny naar het huis
van juffrouw Tromp gezonden
heeft om haar te zeggen, dat zij in het huwelijck
van haar zoon met haar toestemde, dat zij hun
voortgang moest maken en haer van haar zoon niet
laten ophouden en zorgen dat dezelve haar niet
verder in het verdriet bragt.
En verklaarden alle de getuigen en affirmeert de
requirant dat zij benevens juffrouw Tromp zig
op Vrijdagmiddag den 9en Juny bevonden hebben
in de keuken van het huis
van de eerste getuige, welk vlak tegenover de
agterkamer van het huis door mevrouw Hemeres
bewoont is, en dezelve toen om met hun
getuigen te spreken voor haar raam gekomen
is en hetzelven opgestooten heeft, dat
de derde getuige toen aan mevrouw Hemeres gevraagt
heeft of nu het huwelijck tusschen den requirant
en juffrouw Tromp haast zoude voortgang hebben,
dat dezelve haar geantwoord heeft, dat zij
volkomen in het huwelijk toestemde en haar
zoon zich alle vervloekingen toegewenst heeft
indien hij het meisje immer verliet, dat
mevrouw Ximenes toen wijders aan de derden
getuige gezegt heeft, dat zij 's maandags naar
den advocaat Meijer zoude gaan om van hem
te vernemen het antwoord dat haar zoon haar
op het verzoek van zijne toestemming in het
huwelijck met juffrouw Tromp en dat wanneer
de advocaat Meijer zijne toestemming  weiger-
de zij hem zoude zeggen dat zij wel
onder curatele stond, edog echter als weder
het rust behielt om in het huwelijck van
haar zoon met juffrouw Tromp te contenteren,
ja dan zou en dat de angst te raden, waarom /
zij den advocaat Meijer wenschte te spreken
was, dat zij bewust was, dat in geval haar
zoon getrouwt was, dezelve aan haar niet zoude
geven wat hij haar nu toegeleyt had en zij
dan met haar kinderen gebrek zoude lijden,
waarop juffrouw Tromp aan haar geantwoord
heeft, dat zij geen mensch was om haar te
onthouden wat haar zoon haar had toege-
leyt, dat de requirant vervolgens aan haar
derde getuige in presentie van zijn moeder
verzogt heeft om een brief te schrijven aan
de moeder van juffrouw Tromp om
aan dezelve weder haar consent in het huwelijk
van haar dogter met hem te verzoeken en
hem te vergeven de behandeling die hij ten
opzigt van haar dogter gehouden had.
En verklaarde de derde getuige dat zij ter
voldoening van dat verzoek aan juffrouw
Tromp, de moeder, geschreven, heeft de weduwe aan de
grosse van deze verklaring geantwoort
en van deze haare verrigting zaterdag aan
mevrouw Ximenes kennis gegeven heeft,
dat dezelve haar daarop geantwoord heeft,
dat zij wel gedaan had met die brief te
schrijven, edog dat er nog wat aan haperde
eer ze haar toestemming in het huwelijk
van haar zoon gaf, dat zij eerst verzekert
moest zijn, dat zij 's wekelijks zo lang
zij leefde van hem twaalf guldens zoude
krijgen, dat zij bij een advocaat zoude
gaan om te hooren hoe zij zig moest gedragen
om zeker te zijn, dat haar zoon na zijn
trouwen haar het geld niet zoude onthouden
en haar toestemming zoude geven, wanneer
zij een advocaat zoude vinden die zig
verbond om ingeval haar zoon zijn woord
niet hielt, dan aan haar de twaalf gulden
te zullen geeven, dat de zwaarigheid die zij
maakte in haar consent tot het huwelijk te
geeven deze was, dat zij van haar zoon,
getrouwt zijnde, de twaalf guldens niet
zoude krijgen en dat de advocaat Meijer
haar mogt benadelen ende haar dwarsbomen
wegens het geld, dat haar toekwam en dat
zij niet wilde als een bedelaarster van haar /
zoon afhankelijk zijn.
Eindelijk verklaarden de eerste en tweede getuigen
dat mevrouw Ximenes aan hun van deze
wat gezegt heeft, dat de oorzaak
waarom zij geen consent wilde tekenen,
was dat zij niet verzekert was dat zij haar
leven lang van haar zoon die twaalf guldens
zoude hebben en dat zij haar consent zoude
wijgeren omdat juffrouw Tromp een christinne
was en wanneer zij consenteerde in het
huwelijk van haar zoon met een christen-
meisje zij haar zogenoemde sidate ofte
anders armengeld zoude verliezen en
dat zij ook vreesde dat wanneer zij consen-
teerde in het huwelijk de advocaat Meijer
haar ook in haar andere zaken zoude
benadelen en dwarsbomen.
Gevende zij getuigen voor redenen van weten-
schap het gedepositeerde te hebben gehoort,
gezien, bijgewoont en de woorden in deze
verklaaringe vermelt in zin en instantie met
mevrouw Ximenes te hebben gesproken en
gevoert als in den text, bereidt zijnde dit
hun gedepositeerde de eerste getuige
en requirant op de wijze der jooden en den
twee andere getuigen op de wijze der christ-
tenen met eeden te bevestigen.
Gepasseert binnen Amsterdam in
presentie van Boudewijn Vlakkert
en Dirk Plak als getuigen.
[volgen de ondertekeningen]

 

Reageer op dit bericht

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.
Slechts één bestand.
10 MB limiet.
Toegestane types: png gif jpg jpeg.