Nijmegen den 7en Juny 1814
Aan Heere Administra-
teuren en Parnasim der
Portugeesche Hollandsche
Israëlitische Gemeente te
Amsterdam
Wel Edele Heeren!
Met een vast betrowuen op Ulieder vriendelijke
en vaderlijke bijstand, is het dat ik mij thans
verstoute durven Ulieden bij deeze onder-
danig te demonstreeren. Dat ik het geluk ge-
had hebbende door onze doorluchte Souverain
als officier te worden aangesteld, heb ik (van
alles ontbloot zijnde.) mij genoodzaakt moeten
zien tot aankoping van montiering, en laarsen
als anderzeits op drie maanden tijd eenige
schulden te contracteeren, niet twijfelende
of de heer Meyer zoude wie zoo menschelijk zijn
omme mij van mijnen revenuën al was het dan
in voorschot deeze maand te willen helpen
dan ban die kant niets bekoomende, en het mij
overblijvende van deeze maand aan den
heer Coutteau hebbende moeten afstaan,
tot vernietiging van het tusschen ons bestaan
hebbende Contract, ben ik overgegeven aan
de grootste crisis dien men maar bedenken
kan, daar die kleijne crediteuren mij gedreigd
hebben dat zij in deeze maand geen geld
krijgende, mij bij mijne Chefs zouden beklagen.
Gij Lieden kunt U niet voorstellen mijne heerens
de onuitspreekelijke schade, en descrediet
dat mij zulks in mijne rang doen zoude;
---
indien deeze menschen hun voornemen
ten uitvoer brengen. Ik hebbe dus de eer U aller-
onderdanigst te smeeken omme mij voor deeze
en zeker de laatste maal op goed vertrouwen
in voorschot met honderd guldens te willen ad-
sisteeren; ik geef Uliede mijn woord van eer
als officier, en als Lid uwer gemeente, en
Uwer Kerk, dat deeze somma door mij als
man van eer zo spoedig mogelijk zal
terug gegeeven worden: zullende ik mij onder-
werpen aan alle voorwaarden, die Ulieden
moogte verkiezen te maken en Uliede alle
zekerheid geeven die Uliede zouden kunnen
verlangen: daar ik thans tot vreugd van alle
mijne vrienden, en tot eer mijner familie in
eene eerpost kan geplaatst (alwaar ik zelfs
door mijn goed gedrag den dienst als Capiteen
bij de 8ste Compagnie doe) en dus gaarne
mijn caracter wilde houden, zo bidde ik U-
lieden ten einde ij aan geene ongelukkige
onaangenaamheeden bloot te stellen in te
bidden aan mijn verzoek te voldoen: en mij
te willen bewijzen dat de portugeesche Natie
niet geheel en al vergeet, de afstamme-
ling eener famillie, aan welke onze Natie
eene gedeelte van haare roem is verschuldigd
en welkers afstammeling U liede ook plegtig
zweert zig in ten alle tijde als lid der Kerk
tot het beste welzijn Zijner gemeente
en armen te gedragen. Uliede dus biddende
aan mijn dringend verzoek te voldoen en
in de hoop op eene gunstige dispositie
heeft de ondergetekende de eer zig met alle
achting te noemen
Uwer dienaar
S:L: Ximenes
Lieutenant Commandant
der 8 Compagnie Jagers
N.B. verzoeke het antwoord
aan mijne tante Mejuffr:
Rachel da Fonceca te bezorgen
jairvandijk@gmail.com
zei op maandag 4 november 2024 - 13:18