der voerseyder = van de voornoemde
Mijn vraag gaat over het ‘ontcijferen’ van een paar woorden in een tekst uit het archief van het Kapittel van Oudmunster te Utrecht (via HUA).
De tekst is gedateerd op 8 augustus 1415, en te vinden onder ‘Oudmunster 1358-27’, door mij hier als bijlage aan mijn vraag toegevoegd.
Concrete vraag:
In de 13e regel staat in het midden het woord ‘Herman’, daarna enkele woorden en vervolgens ‘Aernts zoen’.
Hoe vertaal ik de tussenliggende 2 of 3 woordjes?
Mogelijk zijn ze van betekenis om een nader relatie tussen moeder en zoon te duiden.
Een medewerker van de ‘chat’ van het HUA heeft n.a.v. mijn vraag de tekst gezien, kwam er zo niet uit en heeft me naar dit forum verwezen.
Toelichting:
Het gaat bij ‘Aernt’ om Arentje van den Vene. Uit haar huwelijk met Eerst (Ernst) Johansz heeft zij vijf kinderen nl. Johan, Zweder, Rumer, Eerst en Fye (zie ook regel 3). Daarnaast heeft zij een – waarschijnlijk oudere - zoon Herman.
Uit leenhoven Vianen nr 161 betr. de hofstede Tielland blijkt dat het hier om Herman Scade gaat die het leen ‘erft’, waarna het vervolgens op zijn nazaten overgaat (en niet op de eerder vijf genoemde kinderen). Voor de goede orde: de inschrijvingen in het leenregister starten in 1392, maar ook daarvóór zullen er beleningen op Tielland hebben plaatsgevonden. Die zijn niet bekend.
Arnold Engels
zei op vrijdag 20 september 2024 - 12:08