Begraafinschrijving Den Dungen 1702

Ik ben niet zeker van de exacte bewoording en vooral de naamvallen, maar het gaat om een kloosterzuster die leefde volgens de derde regel van Sint Franciscus. Een vergelijkbare inschrijving staat tevens een blad eerder, zie bijlage, de inschrijving van 6 februari 1702.

27 junii deposita est soror Magdaleen alias Huyberta van den

Merendonck 3 regulae soror conventuri Francisci

habeat missas menstruale et anniversarium

Bedankt René, voor het oplossen van deze puzzel. Ik ken het trucje van het verder bladeren in een boek om te zien of het ergens anders duidelijker geschreven is, maar deed het dit keer niet, omdat ik niet verwachtte dat er veel nonnen zouden zijn die net in die jaren begraven zouden zijn; en dan is er eentje uit dezelfde orde een bladzijde ervoor!

Voor wat betreft haar naam: ik heb inderdaad over het hoofd gezien dat er iets achter haar voornaam stond, maar ik denk dat dat een 'H" is, en dat er dus staat "Magdaleen H(endricks) Huij(berts) van den Merendonck." Dit was haar volledige naam, zij was de dochter van Hendrick Huijberts v/d Merendonck, gedoopt te Den Dungen op 26 jan 1625.

De tweede regel blijft voor mij een raadsel, maar dat het om  een zuster franciscanes gaat is duidelijk. Deze schrijfhand heeft een wat merkwaardige eind-s, er staat missas menstruas, maandelijkse missen.

Het vreemde is dat in veel andere begraafinschrijving in die plaats (in de loop der tijd) duidelijk "missam menstruam" staat. Zou dat hier ook bedoelt zijn (hoewel het er hier niet staat)?

Alias zou hier enkel logisch zijn als Magdaleen niet haar wereldlijke voornaam is. Maar dat is hij wél.

Een H daarentegen zie ik niet, althans er staat geen H zoals die elders geschreven wordt. 

Dus...

Als je de eind-s van depositus vergelijkt met de slotletter van de  maandelijkse missen staan die echt in het meervoud, missas menstruas, de slotletters zijn identiek.

Ik heb het geval van deze persoon verder onderzocht.

Ik vond notariële actes, waarin ze meedeelde bij erfenissen, of als belendende vermeld werd, en zelfs heeft ze een keer een dood jongetje van 4 in een sloot gevonden.

Dat lijkt niet te kloppen met iemand die non is, dus ik zocht op wat een Franciscaner non van de 3de regel precies inhoudt. Ik vond:
Met de term ‘Derde Orde’ worden leken, mannen en vrouwen, aangeduid die al dan niet gehuwd en in hun eigen woningen levend een franciscaanse regel volgen. Toen sommigen samen een kloostergemeenschap vormden ontstonden religieuze congregaties, zoals ook de Franciscanessen van Aerdenhout.
Binnen de Derde Orde wordt een onderscheid gemaakt tussen de Reguliere en de Seculiere Derde Orde van de Franciscanen. Tot de reguliere derde orde behoren groepen die onder de Regel van Franciscus zijn gaan samenwonen om zo een Godgewijd leven te leiden. Hiertoe behoren de vele congregaties, waarvan de meesten uit vrouwen bestaan. De Seculiere Derde Orde omvat mannen en vrouwen uit alle lagen van de samenleving die elkaar met regelmaat treffen om zich met franciscaanse bezieling te voeden.

Met andere woorden, een beetje vergelijkbaar met de ‘geestelijke dochters’ van 100 jaar later, hoewel die dikwijls wel hun bezit wegschonken.

Verder maakte Magdalena Hendricks Huijberts van den Merendonck op 20 maart haar testament op; zij is dan ‘sieck van lichame te bedde leggende,’ en op 22 juli is er een acte van haar nagelaten goederen, dus moet ze in de tussenliggende periode gestorven zijn, en de gevonden inschrijving van 27 juni past daar mooi tussen.

Ik denk daarom dat de gevonden begraafinschrijving op haar slaat, en dat de onduidelijke letters(s) toch de H zijn (voor Hendricks), hoewel deze H niet hetzelfde is als de H van Huijberts die erop volgt. Het is eigenlijk vreemd dat het 2de patroniem gebruikt wordt; er had eigenlijk moeten staan Magdaleen Hend: van den Merendonck.

Kleine aanvulling & verbetering op bovenstaande: haar testament werd opgemaakt op 30 maart 1702 in Den Dungen.

Dag Louis, jouw bevindingen lijken te kloppen met de ontwikkelingen in Den Dungen: daar bestond wel een Franciscanesser klooster, dat echter vanaf 1629 geen nieuwe novicen (vrouwen die intraden on non te worden) meer mocht aannemen, in het midden van de zeventiende eeuw nog slechts twee zusters telde en in de decennia daarna is afgebroken. Het betrof hier Klooster Barbaradal op de Eikendonk in Den Dungen. Zij was te jong om novice te zijn vóór 1629, dus heeft waarschijnlijk als seculiere Franciscanes geleefd.

Wat betreft het tweede patroniem: het is in Brabant niet ongebruikelijk om naast het patroniem van de vader ook patroniemen van eerdere voorvaders in mannelijke vaderlijke lijn toe te voegen; ik ken vermeldingen waar zelfs het patroniem van de overgrootvader langs mannelijke vaderlijke lijn werd gebruikt.

Wat betreft het klooster: de bron van deze informatie is de webpagina https://www.erfgoedshertogenbosch.nl/verhalen/archeologische-vondsten-v…

Dank voor de extra info. En voor wat betreft die extra patroniemen, ja dat ik heb ook gezien. Voor de stambomer maakt dat e.e.a. makkelijker !

Issue terzijde: misschien dat die extra Franciscaner non die u vond kort voor het overlijden van Magdalena wel bij haar inwoonde. Ik heb dat verder niet onderzocht.