Overslaan en naar de inhoud gaan

Forum

Gerrit Willems Plemp x Amsterdam 04.05.1585 Annetje Heindrix en x Amsterdam 06.04.1591 Giert Jacobs

Goedemorgen,

 

Ik zou graag alle informatie, zoals leeftijd, eventuele ouders of getuign, enz.  willen kennen uit de twee aktes mbt de huwelijken van Gerrit Willems Plemp, waarvan ik zelfs de namen niet kan identificeren. Het betreft:

 

https://archief.amsterdam/indexen/deeds/649e1d72-1642-48f6-bd6f-edd5a7152c83 Gerrit Willems Plemp x Annetje Heindrix (04.05.1585)

https://archief.amsterdam/indexen/deeds/8ced7909-fa8c-4086-b589-dbc57bbdca05   Gerrit Willems Plemp weduwnaar Annetje Heinriks x Giert Jacobs (06.04.1591)

Bij voorbaat mijn hartelijke dank!

 

Met vriendelijke groet,

Dieuwertje Goedkoop.

Reacties (22)

René van Weeren zei op do, 07/04/2024 - 15:38

Hierbij vast de eerste. Let op: dit is geen huwelijksinschrijving, maar een ondertrouwinschrijving. Het huwelijk kon pas gesloten worden minimaal 15 dagen na de ondertrouw, de kortste periode waarbinnen drie opeenvolgende zondagen vielen; op elke zondag moest het voorgenomen huwelijkk aangekondigd (uitgeroepen) worden; pas als de derde afkondiging was geschied en er geen bezwaren waren ingebracht tegen het huwelijk, mocht het huwelijkk plechtig worden voltrekken (gesolemniseerd). De huwelijksinschrijving is te vinden in de Huwelijksregisters, maar bevatten uitsluitend de datum van het huwelijk en de namen van de echtparen. Interpunctie en hoofdlettergebruik naar hedendaags gebruik.

Den IIIIen may - Cornelis Geritsz oudt burge[meester
Op huyd[en] den IIIen may compareerd[en] voor s[chepenen] Phlips Cornelisz[en] en[de] Jan Thomas-
z[en] Gerrit Willemss, metzelaer, won[ende] int Gravestraetg[en], geassisteert met Aris
Arians, zijn swager, caverende* voor de moed[e]r ter eendr en[de] Annitg[en] Heindrixd[ochte]r met
Manis Heindricks, haere suster, responderen[de]** voor haers vaders consent, dewelck
door ziecke niet conde comparere[n] en[de] wert opgeleyt des vaders consent in te brengen.
Ende gave aen dat zij aen malcander[en] v[er]looft en[de] met trouwe v[er]bond[en]***
waeren en[de] datt met haer beydr consent en[de] vrije wille, v[er]soeckende haere
drie sondaechs uutroepinge, om na de zelffde die voors[eide] trouwe
te solemniseen en[de] in alles te voltreck[en], so verre dair anders
geen wettelicke oppositie in valle, v[er]claerd[en] voorts bij de[r] waerheyt
dat zij vrie**** p[er]soon[en] waer[en] met niem[an]t v[er]looft nochte bericht***** noch den
andere in bloede bestonden****** waerdoor een Christelick huwelick v[er]hindert
mocht werden, sijn hen haere[n] gebood[en] v[er]willicht

[getekend: Gerret W Wijllemusz Plemp M (merkteken aanstaande bruid)]

Linker marge:
Consent van de moed[er]
es d[en] XI may ingebrocht
Den 19 may tbetoch in-
gebrogt *******

* caverende = optredende namens
** responderende = antwoordende
*** in deze tijd werd de trouwbelofte (moment van verloven) als belangrijker beschouwd dan het huwelijk zelf; na het wederzijds trouw beloven na het aanzoek werd het stel al beschouwd als 'in trouw verbonden', het formele huwelijk was de plechtige bevestiging (solemnisatie) daarvan
**** vrie = vrije, d.w.z. niet door huwelijk of trouwbelofte aan een ander verbonden
***** bericht = berecht, d.w.z. door een gerechtelijke uitspraak al met een ander verbonden in trouw
****** noch den andere in bloede bestonden = geen bloedverwanten van elkaar (althans niet binnen bepaalde 'verboden' graden van bloedverwantschap)
******* tbetoch = het betoog, dit heeft betrekking op de schriftelijke toestemming van de vader

René van Weeren zei op do, 07/04/2024 - 22:15

Zie voor de uitleg van sommige begrippen ook de opmerkingen bij de eerste inschrijving. Ook hier betreft het dus een ondertrouwinschrijving.

Den VIen aprilis 1591
Compareerde voor Jan Thomas, Jan de Vrij Egbertsz[en], Dierk Jacobsz[en]
Rosenkrans, Claes Elbertsz[en] de Goyer en[de] Cornelis Cornelisz
Heemskerk Gerrit Willemsz[en] Plemp, metselaer, wed[uwnae]r van
Annetgen Heinrics, woonen[de] op de Niesijts Afterburgwal <ter eenre>
ende geassisteert met Mary Luijten, sijne moeder ter eenre
ende Giert Jacobsd[ochte]r, wed[uw]e van Tonis Korssz, v[er]claeren[de]
anderhalf jaren wed[uw]e geweest te hebben*, woonen[de] in de Kalverstraet
int Ossenhooft, geassisteert met Brecht Symons, hare moeder,
ter andere zijde. Ende gaven aen dat se aen malcanderen
verlovet ende met trouwe[n] verbond[en] waren. Versoecken[de] hare drie
sondaeghsche uytroepingen, omme nae dezelve de v[oor]s[eyde] trouwe
te solemniseren en[de] in alles te voltreckekn, soo verre daer ander geene
wettige verhinderinge voor en valle, ende naerdien sij
bij de waerheyt v[er]claerd[en] datt ze vrije persoonen waren en[de]
malcanderen in bloede ofte in vrientschap deur huwel[ick]
aengenomen** niet en bestond[en], sijn hun haere geboden v[er]williget.

[getekend: gerret Wyllemusz plemp Griext yacozpdoghter]

* Een destijds gebruikelijke formulering in ondertrouwinschrijvingen van hertrouwende weduwen. Dit gegeven werd opgetekend om aan te geven dat een kind dat uit het nieuwe huwelijk voortkwam niet van de overleden eerdere echtgenoot kon zijn; in dat geval zou het kind namelijk formeel nog erfgenaam zijn van de overleden natuurlijke vader. Als een hertrouwende vrouw korter dan zes of zeven maanden tevoren weduwe was geboren, diende zij aan te tonen dat het kind niet van de eerdere echtgenoot kon zijn, bijvoorbeeld door het feit dat zij in de tijd tussen het overlijden van haar eerdere echtgenoot en haar hertrouwen al bevallen was van een kind van de overleden echtgenoot of een miskraam in die periode had gehad. Een andere mogelijkheid was getuigen aan te voeren die wisten te verklaren dat de eerdere echtgenoot om praktische redenen niet de vader van een volgend kind kon zijn, bijvoorbeeld omdat deze tijdens een reis met de VOC in het buitenland was overleden.

** Er golden binnen de huwelijkswetgeving 'verboden graden' waarbinnen het sluiten van een huwelijk tussen bloedverwante partners in principe verboden was en alleen met vrijstelling (dispensatie) van de betreffende kerkelijke of wereldlijke overheid mocht worden voltrokken. Deze 'verboden graden' waren echter ook van toepassing op aangehuwde familie (vrientschap of vrundschap verwees in die tijd naar familie; vrientschap door huwelijk aengenomen betekent dus: aangetrouwde familie). De verboden graden waren dan ook niet primair bedoeld om mogelijke fysieke of geestelijke aandoeningen bij kinderen van te nauw verwante partners te voorkomen (zoals in meer recente eeuwen het geval was), maar vloeide destijds vooral voort uit de consequenties die dat zou hebben voor het erfrecht (te nauwe verwantschappen zouden erfrechtkwesties namelijk (veel) complexer kunnen maken).

Dieuwertje Goedkoop zei op vr, 07/05/2024 - 10:24

Beste René, 

Heel hartelijk bedankt voor deze prachtige vertalingen. Ik ben al heel lang aan het zoeken naar de relatie van Jacob Jansz Goetkoop schoenmaker, eigenaar van het huis ºOssenhoofd" in de Kalverstraat, en getrouwd met Brechte Sijmons, met de familie Plemp. Jacob Jansz was dus duideijk de vader van Giert(Grietje?) Jacobs.

Een zelfde relatie zoek ik met de architect/beeldhouwer/cartograaf Joost Jansz Bilhamer, wiens eerste huwelijk was met ene Lijsbeth Jacobs, en die in een gedeelte van het huis "Ossehoofd" woonde. Ik ben bang dat ik u hierover waarschijnlijk weer zal moeten lastigvallen. 

Ik doe erg mijn best om de handschriften zelf te lezen, maar in de zestiende eeuw kan ik er echt niets meer van maken … Te oud waarschijnlijk ;-) (85)

Met vriendelijke groet, 

Dieuwertje goedkoop.

René van Weeren zei op vr, 07/05/2024 - 10:33

Beste Dieuwertje,

Graag gedaan. De zestiende-eeuwse ondertrouwinschrijvingen zijn zeker niet de eenvoudigste qua handschrift. Ik zie je verdere vondsten graag ter ontcijfering tegemoet :)

René van Weeren zei op vr, 07/05/2024 - 12:24

Beste Dieuwertje,

Op de website https://www.mpaginae.nl/At/huisnamenAdam.htm staat onder het huis Boergonje onder meer het volgende:

Op 12 november 1624 verkochten de broers Jacob en Thonis Gerritsz Plemp de helft van het huis 'genaemt het Ossenhooft' aan Jacob Janszn Goetcoop, die de andere helft reeds bezat en in het huis woonde. In het kohier van 1632 komt hij voor als Jacob Janszn schoenmaker. Hij moet het huis nog geruime tijd bezeten hebben. In 1675 is het pand echter eigendom van Jan Volkaertszn Oli.

Op dezelfde site vinden we diverse huizen met de naam 'Het Ossenhooft' in diverse varianten, maar gezien de al eerder vermelde locatie in de ondertrouwinschrijving zou het gaan om een huis gelegen tussen de Kalverstraat en de Bagijnensloot, tegenwoordig geheten Gedempte Begijnensloot.

 

Dieuwertje goedkoop zei op za, 07/06/2024 - 11:18

Beste René,

Weer een akte, die ik zelfs niet uit de door wiewaswie voorgestelde handschriften kan vinden … 

https://archief.amsterdam/indexen/deeds/6e8997d1-312e-4f58-8bcf-621934d…

betreffende de verkoop door Joost Jansz Bilhamer/Beeltsnyder aan Pieter Jansz:Kwijtscheldingen

  • Bron: Kwijtscheldingen
  • Soort registratie: Registratie
  • (Akte)datum: 20-12-1582
  • Plaats: Amsterdam
  • Soort akte: Registratie

Bijzonderheden:
Omschrijving: Erf, buiten de Regulierspoort Locatie in bron: Buitensingel Locatie: Buitensingel https://archief.amsterdam/archief/5062/4

  • Verkoper 

    Joost Jansz Beeltsnijder 

  • Koper 

    Pieter Jansz  

  • (Beeldsnijder trouwde in 1586 met Trijntje Claes Gaeff ) Ik kan mijn antwoord van gisteren niet meer terugvinden… Dit forum heeft ingewikkelde plooien ;-)

  •  

  •  

René van Weeren zei op za, 07/06/2024 - 13:50

Zeker!

Wij, Balthasar Appelman en[de] Lourens Jacobs-
z[en], schepen[en] in Amstelred[amm]e oircond[en] en[de] kennen dat
voir ons quam Joost Jansz[en], beeltsnijder en[de] geswore[n]
landmeter ende geliede* vercoft, getsransporte[er]t en[de]
quijtgeschouden te hebben Pieter Jansz[en], eertijts schout
tot Langeraer een erffve gelegen buyten de Reguliers-
poirte deser stede bij de Uterste boom**, daer lenden***
off zijn Hubet Willemmss, corffmaker ande oostzijde
en[de] Helmer Reijersz[en][, molenaer, ande westsijde, strecken[de]
---
vand[en] Amsteldijck tot achter ande sloot toe,
in allen schijn alst voirs[eyde] erve teser tijt
aldaer gelegen es, mits conditien dat de
voirn[oemde] Pieter Jansz[en] gehouden sal wesen ten eeuwigen dagen te
onderhoud[en] den Amsteldijck voirs[eyt] zoo breet als
tselve erve strecken[de] es. Ende hij geliede*
daeroff al voldaen en[de] wel betaelt te wesen
den lesten penni[n]ck metten eersten, soe dat hij
d[aer]om[m]e beloofde tvoirs[eyde] erve in manieren[n] voirs[eyt] te vrijen en[de] vrij te
waeren jaer en[de] dach alsmen in gelijckke[n] schuldich
es te doen en[de] alle oude brieven off te nemen,
sonder arch en[de] list. In oirconde desen brief besegelt
met onsen zegelen. Gegeven den twintichtsen dach
in decembri a[nn]o D[omi]ni XVcLXXXII. Ondert[eykent]
W Pietersz[en]

* geliede = verklaarden
** Van de toenmalige Regulierspoort is de hedendaagse Munttoren nog een restant. De Uterste boom is de Utrechtse boom, een grote balk die 's avonds en 's nachts dwars op het water gelegd werd om bezoekers over het water buiten de stad te houden
*** lendene off zijn = waaraan belendend (aangrenzend) zijn

Gelet op de locatie en het jaar 1582 betreft het hier een erf dat net buiten de stadspoort lag. Dit stuk hoorde een paar jaar later tot de Eerste Uitleg, de eerste stadsuitbreiding van Amsterdam buiten de stadsmuren.

Dieuwertje Goedkoop zei op ma, 07/08/2024 - 13:07

Beste René,

Nog steeds heb ik niet door hoe deze berichtenbus werkt, maar ik ben geweldig dankbaar voor deze zeer knappe en nuttige "vertalingen". Hier heb ik weer een verkoop van het "Ossenhoofd" door de kinderen van 'Gerrit Willemsz Plemp aan Jacob Jansz Goetkoop, waarschiijnlijk een kleinzoon van de oorspronkelijke Jacob Jansz, vader van de tweede vrouw van Gerrit Willemsz, Giert Jacobs. Zijn dit de kinderen van Giert of van Annetje Hendrix? 

Ik zou zo graag alle "Goe/d/t/koops/Goetcoops willen bijeenbrengen in "one happy family" maar het gaat waarschijnlijk toch niet lukken. Ze hebben wel veel gemeen onderling, redelijk gegoede burgerij, nooit helemaal aan de top, nooit helemaal aan de grond …

A11366000258.jpg

René van Weeren zei op ma, 07/08/2024 - 22:29

Je kunt de afbeeldingen stuk voor stuk bij reactie bijvoegen (dus per reactie 1 bijlage). Maar hierbij de transcriptie, al ben ik van één naam in het stuk niet helemaal zeker.

Wij, Jan Cornelisz Geelvinck ende Gerard
Schaap, schepenen in Amsterdamme, oirconden
ende kennen dat voor ons gecomp[areer]t zijn
Jacob ende Thonis Gerritsz Plemp,
gebroeders, ende gelieden vercoft, opgedragen
ende quijtgeschouden te hebben Jacob Jansz
Goetcoop de gerechte helft van een huys
ende erve mette spijcker*, staende
in de Calverstraet, genaemt Het Ossenhoofft,
daervan de wederhelfte de voors[eyde] Jacob Jansz
is toebehoorende ende lendenen van zijn
Pauwels Emting aende[n] noortzijde en[de]
Lambert Cornelisz aende zuytzijde, strecken[de]
voor vande straet tot achter aende
Bagijnensloot, in alle schijn t' voors[eyde] huys
en[de] erve mette spijcker aldaer gelegen is, beheymt**
en[de] betimmert staet, ende gelijck t selve bij den
voors[eyde[ Jacob Jansz althans bewoont wort,
naer luyden der oude brieven van quijtscheldingen
daervan zijnde. Ende zij comparanten gelieden
daeraff all voldaen ende wel betaelt te
---
wesen de lesten p[enninck] metten eersten, soo dat
zij daeromme beloofden ondert verbandt van
alle hunne goederen, roerende, onroerende, p[rese]nte
ende toecomende, de helfte vant voorse[yde] huys
ende erve mette spijcker in manieren voors[eyt] te
vrijen ende vrij te waeren jaer en[de] dach als men
in gelijcke is schuldig te doen ende alle oude
brieven aff te nemen uytgeseyt vande helffte
van vier goude Wilhelmus guldens oudteygen***, daer-
voor jaerlijcx int geheel aen[den] heeren van
Haerlem betaelt worden vijff guldenen ee[n] st[uver] en[de]
acht penningen, mitsgaders noch van de helftte
van vijff guldens vijff stuvers, die jaerl[ijcx]
betaelt worden aen Melis Jansz aent
Gavegen(?), naerl[uyden] de brieven daervan zijnde.
Voorts quam mede voor ons schepenen voorn[oemd]
de voors[eyde] Jacob Jansz Goetcoop, ende bekende
in de v[oo]rs[eyde] coop tot te zijnen laste genomen te hebben
als hij neemt mits desen, de helfte van den
vier goude Wilhelmus g[u]l[denen] outeygen, ende de helfte
van de vijff guldens vijff stuv[er]s jaerlijckx hier voren
geroert, belovende daeromme die
jaerlijcks op hare verschijndages te
betalen, ende de voorn[oemde] vercopers
ende hunne goederen daervan, mitsgaders
van de hooftsommen, ter eeuwiger
dagen te bevrijden, daervooren
verbindende de helffte vant voors[eyde]
huys, erve ende spijcker, ende voorts alle
zijne andere goederen, roerende etc[etera].
Sonder arch etc[etera]. In oirconde etc[etera] den twaelften
novemb[er] a[nn]o 1624.

* spijker = pakhuis, vooral voor graan, maar ook wel gebruikt als benaming voor een grote (voorraad)schuur
** beheimt = omheind
*** oudeigen = rente die de oorspronkelijke eigenaar van onroerend goed bij de vervreemding daarvan zich voorbehoudt, vergelijkbaar met het systeem van erfpacht   

Dieuwertje Goedkoop zei op za, 07/13/2024 - 09:02

Hallo René, 

Het plaatje wordt steeds groter, maar ik krijg het maar niet echt kloppend. Hier heb ik de akte gevonden van het huwelijk van Joost Jansz Beeldsnijder-of-zo, weduwnaar van Lijsbeth Jacobs met Trijntje Claes (Gaeff), weduwe van Lambert Cornelisz (Opsy). Ik wilde graag weten of er nog meer in de (voor mij weer onleesbare) akte staat. Het huwelijk van Joost met Lijsbeth is tot nu toe onvindbaar…

Heel hartelijk voor al je geweldige hulp!

https://archief.amsterdam/indexen/deeds/5b693f76-50b5-4aa5-9348-17aeba9dca6e

René van Weeren zei op za, 07/13/2024 - 10:56

Beste Dieuwertje,

Let op: het betreft hier niet de huwelijksinschrijving, maar de ondertrouwinschrijving. Het huwelijk werd op 25 mei 1586 in de Nieuwe Kerk te Amsterdam voltrokken door dominee Johannes Cuchlinus, hier vermeld met zijn achternaam gespeld als Koghgelijn. Zie de scan in bijlage, de zesde inschrijving op het linkerblad. Zie ook https://archief.amsterdam/inventarissen/scans/5001/2.7.2.1/start/40/lim…

De ondertrouwinschrijving:

Ten dage, jare ende voor commissaris voors[eyt]* co[m]pareerde Joosts Jansz[en],
steensnijder, wedenaer van ijysbet Jacobs, woonende in de Calverstraet ter eenre, ende
Trijn Claesd[rochte]r, wed[uw]e van Lambert Cornelisz[en], woonende op de
Oudezijts Voorburchwall, ter andre zijde. En gaven aen dat
sij aen malcanderen verlovet ende met trouwe v[er]bonden waren,
versoeckende hare drie sondaechsche uytroepingen, welcke hune
v[er]williget sijn naedat sij op allen als voren geantwoort hadden.

[getekend: Joost Janss, Trayn Claes]

linkermarge:
Joost Jansz[en] beeltsnijder

* kortheidshalve verwijzend naar de genoemde datum en commissaris in een voorgaande inschrijving. Datum: 10 mei [15]86, de commissaris van huwelijkse zaken van dienst was die dag Jan Thomasz[en]

 

René van Weeren zei op za, 07/13/2024 - 13:31

Ter aanvulling: het eerste huwelijk is mogelijk niet terug te vinden in de registers. De ondertrouwregisters werden vanaf 1578 structureel bijgehouden; als zijn eerste huwelijk voor 1578 gesloten was, zul je daar dus geen registratie van vinden. Bijkomende complicatie is dat het tot 1604 ook toegestaan was om een wettig huwelijk voor de notaris te voltrekken. Je kunt hooguit nog op zoek gaan naar andere aanwijzingen (dopen kinderen) om te kijken of je meer van hen kunt vinden.

Dieuwertje Goedkoop zei op di, 07/16/2024 - 11:50

Beste René,

Ik durf eigenlijk niet nog meer te vragen… Ik heb net een testament gevonden, waar Goedkoop en Plemp en nog meer allemaal samen vermeld worden (denk ik…) maar ik kan er weer geen touw aan vastknopen. In wiewaswie geen dopen, geen aanduidingen of Plemp iets te maken heeft met andere (historische) Plemps. Kun je me dit lange verhaal ook nog eens vertalen?

https://archief.amsterdam/indexen/deeds/9d6d21e2-3e23-666d-e053-b784100a1840

 

René van Weeren zei op vr, 07/19/2024 - 14:26

Zie voor de {nummers} tussen de accolades de toelichtingen onderaan. De aangevulde en opgeloste verkortingen in de tekst zijn cursief weergegeven.

Samengevat is het een testament van een ziek te bed liggende vrouw, genaamd Maritgen Gerrits. Mogelijk was zij een begijn, maar het kan ook zijn dat zij daar verbleef omdat zij verzorging nodig had. De vrouw bij wie zij inwoonde, Lijsbet Gerrits, zal zeker een begijn geweest zijn. Tevens woonde in hetzelfde huis Trijntgen Gerrits, niet duidelijk is uit deze akte of dat een tijdelijk verblijf betrof vanwege de verzorging van Maritgen, of dat Trijntgen Gerrits daar ook daadwerkelijk woonde. Niet uit te sluiten valt dat de drie genoemde vrouwen zussen van elkaar waren, gezien de gelijke patroniemen, maar dat is niet middels de gegevens uit deze akte te bevestigen.

Uit de akte blijkt wel dat zij ten minste drie broers had: Jacob, Willem en Theunis Gerritsz (Plemp). Deze hadden recht op een deel van de erfenis op basis van een eerder testament (opgemaakt 7 april 1628). Mogelijk was de ook in dit testament uit 1629 genoemde Mathijs Gerritsz een vierde broer, maar dat is niet definitief vast te stellen op basis van de tekst van dit document.

Hoewel vermeld werd dat het testament uit 1628 geldig bleef, bevat het testament uit 1629 de volgende aanpassingen op het voorgaande testament:

- de broers werden nu ook als elkanders erfgenamen van Maritgens erfenis benoemd, mochten zij voor Maritgen komen te overlijden en zelf geen wettige kinderen als erfgenamen hebben

- het lijkt er op dat Maritgen bewust wilde voorkomen dat Mathijs Gerritsz (mogelijk dus ook haar broer) ook maar iets erfde van haar

- Jacob Jansz Goetcoop was haar neef; hij mocht, als hij dat wilde, het bed en hoofdkussen van Maritgen opkopen uit de erfenis, mits hij aan de andere erfgenamen in totaal 6 gulden daarvoor zou betalen

- Theunis Gerritsz Plemp bleek ten tijde van het opmaken van dit testament gehuwd met Annetgen Jacobs

- Maritgen had ten tijde van het opmaken van deze akte nog twee peetmoeders die in leven zijn: Jannetgen Willems (weduwe van Aris Oom) en Aefgen Willems.

----

In den name des Heeren; amen. In den jaire des
zelfs Onses Heeren zestienhondertnegentwintich,
den thienden january, savonts de clocke
zeven uuyren, indictione duodecima {1} regierende etc.
compareerde etc. d eerbare Maritgen Gerrits,
ongehuwde persoone, wonachtich opten Ronden
Hoff {2} binnen deser stede [ende] d ondergeschreven getuygen
zijlieden verclaerden wel bekent, leggende sieck te
bedde, doch hare verstant, memorie ende
uuytspraecke noch wel hebbende ende
volcomentlijck gebruyckende, verclarende
alsnoch te approberen ende van voller
waerden te houden, zo zij approbeerde ende
van voller waerden gehouden wilde hebben
mits desen den testamente bij haer comparantes
op den zevenden april anno XVIc achtentwintich
voor den notaris seigneur Jeronimus van de Ketel
ende seeckere getuygen gemaeckt, welck
testament haer door mij notaris was voorgelesen,
tselve testament alsnoch renoverende
bij desen ende houdende alhier voor
gerepeteert ende geinsereert, behoudens de
bijvoegsel ende veranderingh so hier
nae volcht, te wetene dat zij testa-
trices verclaert hare uyterste
wille te wesen dat den goederen die
hare broeders als
namentlijck Jacob, Willem ende Theunis
(die zij inden testamente heeft erffge-
genamen geinstituteert) uyt crachte
van den voors. testamente van haer eenichsins
sullen comen te erfven sullen sterven vanden
eenen sonder blijckende geboorte
overlijdende opden anderen geinsti-
tueerdens ofte op der selver kind of
kinderen bij yemants overlijden
ende vande twede mede also stervende
sonder wettige geboorte op den lesten
ofte op desselfs nasaet, zonder dat
Matthijs Gerritsz daerin sal mogen erfven,
sonder oock dat sodanige broeder
stervende sonder wetlijcke geboorte
van de voors. goederen dal mogen disponeren
bij manieren van eenighe uyterste
willen ofte gifte, nochte dat
de voors. goederen andersins sullen moghen
ab intestato {3} versterven. Willende ende
ordonnerende wijders dat hare
erffgenamen inden voors. testamente
geinstitueert sullen gehouden sijn boven
den legaten inden selven testamente
gemelt noch bij maniere
van legate uyt te keren aende navolgende
---
persoonen tgunt volcht. Eerst aen hare
petemoey Jannetgen Willems, weduwe van Aris Oom,
een silveren lepel. Item aen de kinderen
van Aefgen Willems, hare petemoey was
te samen hare testatrices dagelijxe
clederen ende vier van hare beste hemden.
Item aen Jacob Jansz Goetcoop, haer neef,
indien hijt begeert, haere testatrices
bedde mette peulu {4} voor zes ponden
grooten Vlaems die hij mettet ontfangen
aen hare testatrices erffgenamen sal
betalen moeten. Item aen Annetgen
Jans, huysvrouw van Theunis Gerritsz
Plemp, hare broeder, hare testatrices
dagelijxe bouwen {5} met
hare beste schorteldoeck {6}.
Item aen Lijsbet Gerrits, daerbij zij
testatrice inwoont, hare beste bouwen {5}.
Item aen Trijntgen Gerrits, bij haer
wonende, hare beste huyck {7}. Item noch
aende selve Lijsbet ende Trijntgen te-
samen een paer groene saye {8} gordijnen
met een roo lakense {9} gevoerde deecken
met twee manteltgens. Mitsgaders aen
Annetgen Jacobs, mede bij haer wonende,
haer beste lakens lijfgen {10}.
Item besprack ende
legateerde noch aen
Trijntgen Gerrits
voornoemt, daerbij zij
woont, twee slaep-
lakens met een
getijboeck, de
bladen van
parkement. Eyntelijck
heeft zij testatrice gewilt ende geordonneert,
zo zij wilde ende ordonneerde mits desen,
dat hare uytvaert sal werden gedaen
bij den eerbare Grietghen Canten,
mede opten voors. Ronden Hoff {2} wonachtich
tot hare eygen discretie ende sulx
zij te rade sal werden, zonder dat yemant
van hare erffgenamen inden voors.
geapprobeerden testamente geinsti-
tueert yet daerinne sal hebben te
seggen nochte haer daermede sullen
mogen bemoeyen. Maer ter contrarie
wilde zij testatrice dat de selve
hare geinstitueerde erffgenamen
opden selven sach van hare testatrices
overlijden aende voornoemde Grietgen Canten
sullen behandighen ende uytkeren een
somme van twehondert gul. {11} eens,
daervan d selve Grietgen Canten
sal betalen de oncosten opden dootschult
gevallen bij haer na haer discretie
te doen als vooren ende 'toverige
vande selve twehondert gul. {11} sal zij
op de alderbeste manieren tzij van
---
legaet of anders voor
haer behouden om haer vrije wille
daermede te doen, zonder nochtans
dat zij, Grietgen Canten, vande voors.
commissie ende last sal gehouden zijn
te geven eenige openinge ofte rekeninge,
op peene {12} indien yement van hare
testatrices geinstitueerde erffgenamen
haer om yet wes {13} quame moeyel#ijck
te vallen van te verbeuren alle
tgeene daerinne den sodanige bijden
voors. testamente is geinstitueert,
welck verbeurde deel in sodanigen
cas {14} bij middel van institutie
sal comen opde voors. Grietgen Canten
om haer vrije wille daermede te
mogen doen, belastende wijders zij testatrice
hare geinstitueerde erffgenamen
hare natelatende goederen niet
te reppen {15}, veel min te deelen, voor
ende aleer zijlieden sullen hebben betaelt. Alle twelck voors.
staet verclaerde zij testatrice
te wesen hare uyterste wille die zij
wilde alsulx ofte als codicille,
gifte uyt saecke des doots oft ander,
den levenden vast ende onverbrekelijck
gehouden te worden ende volcomen
effect te sorteren, vanden minsten
totten meesten articule toe, niet
jegenstaende alle vereyschte solem-
niteyten van rechte hierinne niet
geobserveert waren. Versoeckende
voorts aen mij, notaris, haer hier
off gelevert te werden een oft
meer behoorlijcke instrumenten inder
bester forme. Aldus gedaen in
Amstelredamme ten huyse van haer
testatrice, gestaen op ten voors.
Ronden Hoff {2} inde Calverstrate,
ter presentie van Lambert Wigboutss,
cleermaker ende Gerit Thomasz, ebbenhoutwercker,
poorteren der voors. stede, getuygen,
hiertoe versocht ende gebeden.
---
Alle haer testatrices lasten ende
schulden ende onder de selve mede
den dooctoore, medicamenten ende
andere schulden eni belastingen in
hare sieckte gemaeckt die
welcke zij testatrice onder
de doodschult, die zij hier vooren
ordonneert dat bij Grietgen Canten
betaelt sullen werden, niet wilde
gerekent te sullen werden.
Ende na dat sijlieden sulx altemael
voldaen ende betaelt sullen hebben alsdan
metten anderen rustelijck ende vredelijck
re deelen zonder eenighe twist
ofte krackeel te maecken ofte
malcanderen qualijck aen te sien
ofte toe te spreecken, op verbeurte
voor den sodanigen van sijnde erffenis
ten voordele als hier vooren vande tegendoende
der voors. doodschult belast ende gedisponeert is.
In margine {16}, Item besprack en#de legateerde
noch aen Trijntgen Gerrits voorn#oem#t
daerbij zij woont twe slaeplakens
met een getijboeck, de bladen van
parckement.

Collatio

[getekend:
Maritgen Gerrets
Lambert Wigbouts
t merck van / Gerrit Thomass / ebbenhoutwercker]

{1} Dit is een aanvullende tijdsaanduiding die in formele stukken werd gebruikt om aan te duiden wanneer tijdens wiens regeerperiode de betreffende akte was opgemaakt. In deze akte is deze verkort weergegeven, in de daaropvolgende akte in de bron wordt de volledige tekst wel vermeld:

Indictione duodecima regierende die hoochgeboren ende doorluchtige Prince heere Ferdinandus bij der gratien Godts die twede Roomsche Keyser vandien name int thiende jaer sijner ma[jestei]ts eclectien

Een indictie was daarbij een periode van 15 jaar; het startjaar van de eerste indictie hing echter samen met het heersershuis of de titel van de heersers en kan dus alleen gerelateerd worden aan de betreffende heerser(s) in kwestie. Deze akte is opgemaakt in de twaalfde (duocecima) periode van 15 jaar tijdens de heerschappij van Keizer Ferdinand II, tot keizer benoemd in 1619.

{2} Ronde Hoff is een andere benaming voor het Begijnhof
{3} ab intestato = volgens het erfrecht bij ontbreken van een testament
{4} peulu = peluw = hoofdkussen
{5} bouwen =-nette rok
{6} schorteldoek = schort of voorschoot
{7} huyck = hoofdkap
{8} saye = saaien = gekeperde wollen stof
{9} roo lakens = gekeperde wollen stof
{10} lakens lijfgen = strak om de taille zittend kledingstuk van gekeperde wol
{11} gul. = gulden
{12} op peene = op straffe van
{13} yet wes = wat dan ook
{14} cas = geval
{15} reppen = aan te raken
{16} in margine = in de kantlijn; hier wordt nog eens de tekst herhaald die eerder in de kantlijn vermeld stond en in de lopende tekst hier is verwerkt
{17} collatio = tekst is gecontroleerd

 

Dieuwertje Goedkoop zei op ma, 07/22/2024 - 13:31

Goedemorgen René,

Vreselijk bedankt voor deze erg moeilijke akte. Al deze Plemp broers en zusters en hun neven en nichten in de Kalverstraat en daaromtrent, met het perkamenten getijdenboek en zo … Ik neem aan dat het grootste gedeelte van deze familie kinderen van het tweede huwelijk van Gerrit Willemsz Plemp met Giert Jacobs Goetcoop (dochter van Jacob Goedkoop en Brechte Symons), want in de vijf jaar dat de eerste vrouw na haar huwelijk nog leefde, kan zij onmogelijk nog 6 kinderen gekregen hebben. Misschien is de genoemde Matthijs Plemp dan een zoon uit het eerste huwelijk? Zouden de twee petemoeyen Jannetje Willems en Aefje Willems misschien zusters zijn van vader Gerrit Willemsz?

Even vóór zijn tweede huwelijk, op 09.08.1590 kocht Gerrit Willemsz Plemp een huis van de weduwe van Seger Marcusz, waar - behalve deze twee - ook weer een groot aantal volledig onleesbare namen worden vermeld. Mag ik u daarmee nog eens lastig vallen? Ditmaal stuur ik beide bestanden over deze koopakte.

Ik heb u net bij Google gevonden als auteur van een boek over huwelijken in Amsterdam, en dat is gisteren in mijn brievenbus terecht gekomen. Nog niet begonnen … En nu begrijp ik hoe u zo geweldig op de hoogte van de gewoonten en het schrift van vroeg Amsterdam bent. 

Nogmaals mijn dank voor uw grote hulp.

Dieuwertje Goedkoop zei op ma, 07/22/2024 - 13:33

nog een:

René van Weeren zei op di, 07/23/2024 - 01:43

Dag Dieuwertje, hierbij de transcriptie van deze akte.

Wij, Gerrit Bicker ende Reymer Paeuw, schepenen
in Amstelredamme, oirconeden ende kennen dat
voor ons gecompareert es Lijsbeth Cornelisdochter,
weduwe van Seger Marcuss saliger gedachte met Cornelos
Pieterss Cornel, haren voocht in deze gecoren,
Jan Beth Jacobss Hooft, Roelof Ottszen, ende
de voors. Conelis Pieterss, haere vierendelen zone
dus naest conde getughen ende geliede
met haerer voors. voochts hand bij weten ende
consentie vanden raide dezer stede ende
goetduncken van haere viendelen voornoemt
vercoft, opgedragen ende quitgeschouden
te hebben Gerrit Willemss Plemp een
huys ende erve, ghestaen opdie Nieuwezijdts
Wester Achterburghwall, daer lendenen van zijn
Gerrit Dircxzoons Spijcker aenden noortzijden
ende thuys achtergelaten bij schipper Jacob
Leewijnszoon met een slopsteegjen aende
zuytzijde, streckende voor vanden straete tot
achter aende loodtsze, daer eertijts een
gordtmolen heeft ghestaen met een vrijen
uuytgangh daer t voors. slopsteeghen tot aenden
burghwall, in allen schijner t voors. huys ende erve
ter voors. plaetse gelegen es, geheymt ende
betimmert staet. Ende zij comparante geliede
daer aff all voldaen ende wel betaelt te
weezen, den lesten penningh metten eersten,
soe dat zij daeromme belooffde onder
---
t verbant van alle haere goeden, roerende ende
onroerende, jegenwoordiche ende toecommende,
t voors. huys ende erve te vrijen ende vrij te waeren
jaer ende dach alsmen in gelijcken schuldich
es te doene ende alle oude brieven off te nemen,
uuytgezeyt van drie rentebrieven, tezamen
bedragende vier ende twintich carolus gulden sjaers,
ter lossen den penningh achtien daer op staende
vaerlijck den principale brieven van zijn.
Voorts compareerde
voor ons, schepenen voornoemt Gerrit Willemsz Plemp ende bekende inde
coop van t voors. huys ende erve tot zijnen
laste genomen te hebben, als hij tot
zijnen laste neemt midts deezen
die drie rentebrieven hier vooren geroert,
belovende overzulcx de voors. drie rentebrieven
talle jaer op haeren verschijndaghe zelver
te betalen ende dese voornoemde Lijsbeth
Cornelisdochter ende haere goeden daer
van, midtsgaders vander
hooftsommen van dien ten eeuwigen
dagen te vrijen ende
schadeloos te houden, hier
vooren verbindende t voors. huys ende erve,
ende voorts generalijck alle haere andere
---
goeden, roerende ende onroerende, jegenwoordiche ende
toecommende. Sonder archelist. In
oirconde dezen brieve bezegelt met onzen
zegelen. Gegeven den neghenden
augusti anno XVc tnegentich.

Onderteyckent voors. L. Ulerts

 

Leuk te lezen dat je ook de publicatie gevonden en aangeschaft hebt. Die is destijds mogelijk gemaakt dankzkij de inzet van vele vrijwilligers die veel tijd en moeite hebben besteed aan het helpen ontcijferen van de data in de ondertrouwregistraties; het is dus niet alleen mijn eigen verdienste. Zoals veel bijdragers aan dit forum al meldden, is het ook een kwestie van veel oefenen. Vooral bij ondertrouwinschrijvingen en notariële akten is er vaak sprake van een vaste structuur, dat geeft vaak ook context waardoor het lezen iets makkelijker wordt (je kunt op basis van de structuur al ongeveer de aard van de tekst vermoeden).

Dieuwertje Goedkoop zei op za, 07/27/2024 - 12:04

Goedemiddag René,

Ik voel me steeds meer afhankelijk van deze prachtige vertalingen. Het plaatje is nog niet rond, maar ik geloof dat ik weer een kleine vondst heb gedaan ivm de familie Plemp… Wetend dat de moeder van Gerrit Willems Plemp in een huwelijksakte "Mary Luyten" werd genoemd, heb ik bij wiewaswie een Maria Luijten gevonden, die alweer een paar huizen verkoopt, en waar ik in de twee akten duidelijk een paar maal "Cornelis Plemp" meen te onderscheiden… Het schijnt dus wel in de familie van Cornelis Gijsbertsz Plemp, vriend van Vondel, te zitten … maar tot dusverre geen Gerrits of Willems te bekennen. Mag ik nog een keer?

Dieuwertje Goedkoop zei op za, 07/27/2024 - 12:06

en deze:

René van Weeren zei op za, 07/27/2024 - 17:05

De eerste :

Wij, Jan Verhee ende Otto Vogel,
schepenen in Aemstelredamme oirconden
ende kennen dat voor ons gecompareerd
es Maria Luyten, poorteresse deser stede,
met doctor Claes Cornelissz Plemp, hare
voocht in desen gecooren, Claes Thijssz,
Geryt Willemszen, metselaer, ende de voors.
doctor Claes Plemp, haeren vierendeelen
soemen die naest conde gecregen. Ende
geliede met haere voors. voochts hant
bij wete ende consente vanden raide deser
stede ende goetduncken van haren
vierendeelen voornoemt vercoft, opgedragen
ende quijtgeschouden te hebben Lourens Pieters
vier roeden lants, gelegen buyten Jan
---
Roodenpoorte deser stede op Jan Hansszpadt,
daer lendenen van sijn de weduwe ende
erfgenamen van Aert Ernst ande oostsijde, de
erfgenamen van Herman Meynertszen ainde
westsijde, Schoutenpadt ande noortsijde
ende tCaetsbaenspadt aende suytsijde,
ende voorts in allen schijne dvoors. vier
roeden erffs ter voors. platse gelegen sijn.
Ende zij comparante geliede daeroff
al voldaen ende wel betaelt te wesen, den
lesten penninck mitten eersten, soe
dat sij daeromme belooffde dvoors. vier
roeden lants te vrijen ende vrij te
waeren jaer ende dach alsmen in gelijcken
schuldich es te doen ende alle oude brieven
off te nemen, daer vooren verbindende
alle haeren goeden, roerende ende onroerende,
tegenwoordich ende toecomende. Sonder
arch ende list. In oirconde desen brieve
besegelt mit onsen zegelen. Gegeven
den XIen septembris anno Domini XVc
ses ende tachtich. Ondergeteyckent L. Wuits

René van Weeren zei op za, 07/27/2024 - 19:49

De tweede, vrijwel gelijkluidend, maar een net iets groter stuk land. Het gaat hier dus niet om huizen, maar om stukken land.

Wij, Jan Verhee ende Otto Vogel,
schepenen in Aemstelredamme oirconden ende
kennen dat voor ons gecompareert es Maria Luyten,
poortersse deser stede, met doctor Claes
Corneliszen Plemp, haeren voocht in desen
gecooren, Claes Thijssz, Geryt Willemsz,
metselaer, ende de voors. doctor Claes Plemp,
haeren vierendelen soemen die naest conde
gecregen. Ende geliede met haere voors.
voochts handt bij wete ende consente vanden
raide deser stede ende goetduncken van
haeren vierendelen voornoemt vercoft, opgedragen
ende quijtgeschouden te hebben Jan Gerytszen
vijff roeden lants ofte erffs, gelegen buyten
Jan Roodenpoorte deser stede, daer lenden
off sijn Geryt ...szen aende oostsijde,
Aechte Cannegieters aen de westsijde,
Schoutenpadt aende noortsijde ende
t Caetsbaenspadt aende suytsijde,
ende voorts in allen schijne dvoors. vijff
roeden erffs ter voors. plaetse
gelegen sijn. Ende zij comparante
geliede daeroff al voldaen ende wel betaelt
te wesen, den lesten penninck mitten eersten,
soo dat sij daeromme belooffde dvoors.
---
vijff roeden erfs te vrijen ende vrij te
waeren jaer ende dach alsmen in gelijcken
schuldich es te doen ende alle oude brieven
off te nemen, onder verbant van alle
haere goeden, roerende ende onroerende, tegen-
woordich ende toecomende. Sonder arch
ende list. In oirconde desen brieve besegelt
mit onsen segelen. Gegeven den XIen
septembris XVc ses ende tachtich. Ondergeteyckent
L. Vloits

Reageer op dit bericht

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.
Slechts één bestand.
10 MB limiet.
Toegestane types: png gif jpg jpeg.