1. Ph[ilip]s Noyens als deken, Anthoenis Pijl Cornelis van Dijcke
2. en[de] Ad[ri]aen Nouwens en[de] Reynier van Molle als
3. oudermans op desen tijt Jacop Snoeye als out-deken vand[er] gulden
4. vand[en] Jongen Voetboge alh[ier] inder stadt p[ro] se et no[m]i[n]e vand[en] gemeyn[e]
5. gesellen vand[er] selve[r] guld[en] quos susceperu[n]t bekenden en[de] v[er]lijden hen
6. vand[er] selver gulden wegen volcomelic en[de] al vernuecht en[de] wel betaelt
7. van Lucas van Holten wilen en[de] van sijnen erfg[n[amen] en[de] executeurs van
8. alsulcken verschenen huere als der
9. selver gulden bynnen den leven[en] desselfs Lucas tot Kerss[emis] an[n]o achtiene
10. lestleden incluys verschenen was ter saken vander selver gulden huyse
11. geh[eeten] den Witten Leeu aende merct gest[aen] dat hij vand[er] gulden
12. in hue[re]n gehadt en[de] gebruyct heeft. Quithand[um]. Gelovende
Ultima martii
Guido Snoeys
zei op woensdag 15 mei 2024 - 21:40