Graag controle 1516 Antwerpen

Dit was een lastige

1. Jacop Snoeyen huyvettere gaf terve Henricke Schillemans oick
2. huyvettere een huys metten plaetsen fundo et pertinen[tiis] geheeten
3. Sint Joris gestaen opt Sant tusschen Ghijsbrecht vander Biest
4. erve ex una ende der weduwen Cornelis van Lare erve^ aen dander
5. sijde ^nu Jannen van Halle toebeh[orende] comen[de] achter aen Antonis Adriaenssoens erve gelyc en[de] in
6. alle der manie[re]n hij dat ind[en] jare vijfhondert en[de] elve XXII dage
7. in septembri jegens Peteren van Coelputte gecregen en[de] terve
8. genomen heeft prout l[itte]ra[m] desup[er] c[on]fecta quam tradidit clarius
9. c[on]tinet tsi[aer]s erflic omme vier ponden thien schellingen groo[te]n
10. br[abants] prout c[om]munitter. Dandum alle jare Natalis te waerne
11. op XVIII s[chellingen] br[abants] erflic grontchijs den erfgen[amen] Costens van Halmale
12. Item twee pond[en] zeven schell[ingen] br[abant]s erflic den capellanen tOns[er]
13. Vrouwen alhier. Item drie pond[en] XV s[chellingen] br[abants] erflic Geertruyd[en] van Gouwe.
14. Item XX s[chellingen] br[abants] erflic Pete[re]n van Coelputte en[de] noch XX s[chellingen] br[abants] erflic
15. Janne Segers Huyberend[ochte]r en[de] anders nyet. Ende dien voercom[m]e[re] en[de]
16. voerchijs gelts geloefde de voers[creven] Henric pro se et suis van Natal[is] proxi[m]o
17. want hij tvoers[creven] Henric als dan terff aenverden
18. sal van den voordane eeuwelic due[re]nde jaerlicx te gelden[en] en[de] te
19. betalen[en] sond[er] mindernisse etc en[de] oic sond[er] etc. Salvo pro ipse aut sui
20. twee pond[en] br[bants] erflick vandes voers[creven] Jacops erfrente voers[creven] af sal
21. moeten lossen en[de] quyten Natalis a[nn]o seventiene proxi[m[o en[de] desselfs
22. Jacops ande[re] twee pond[en] X s[chellingen] br[abants] erflic sal hij aut sui moegen lossen
22. en[de] quyten ad pl[acitu]m teene[n]male elcken penn[ing] d[aer] af met zestiene penn[ing] en[de]
23. met verscenend[er] renten p[ro] certitudine et dequitatione obligavit se
24. et sua
XXII die dece[m]br[is]

Bedankt Rene,

Voor l 15 ging ik voort op een vroegere akte : 

1515 Jacop Snoyen huyvettere verc Janne Segers, Huybe Reydere x Dignen sKnapen op huys geh Sint Joris gest opt Sandt tuss Ghijsbrechts vanden Biest erve

l 4 - 5 vond ik echt een moeilijke.

Voor de rest , een beetje meer concentratie zou de nauwkeurigheid wel verbeteren..

om het in het mooi vlaams te zeggen:enfin ca va

Guido

Nog een voorstel tot enkele kleine aanpassingen. Volgens mij staat er in R.15 het beroep van Jan Segers: huidbereider.

15. Janne Segers huybereydere ende anders nyet. Ende dien voercommere ende

17. want hij tvoers. huys alsdan ierst aenverden

Michel, knap gezien, mee eens!