Op erfenissen en transacties van onroerend goed werd belasting geheven. Deze belasting was een percentage van de waarde van het onroerend goed. In deze akte stellen de schepenen vast dat de waarde van het huis ten tijde van de brand 200 gulden was en dat deze taxatie deugdelijk is gedaan, in overeenstemming met de regels die hiervoor door de overheid waren opgesteld op 14 januari 1765.
De eigenaar van het pand, Hendrik van der Helm, verscheen ook voor de schepenen en verklaarde dat het totaal van zijn bezittingen onder de 4000 gulden was (belasting werd soms alleen geheven boven een bepaald totaal vermogen). Hij beloofde ook het huis binnen 2 jaar te herbouwen.
Antonia
zei op dinsdag 21 januari 2025 - 18:55