Leenboeck Grimbergen 1541 - Folie XCVIIIv

Hierbij nog een folie met moeilijk leesbaar gedeelte voor nazicht aub:

Bugghenhoudt.

Paesschier de Hertoghe heeft ontfaen(ghen) te leene, als besetman en(de) (naer?) en(de) tot behoeff de(r) kijnderen wijlen Jacops te Hertoghe syns (brueders?), zoe oeck tot behoeff der kijnderen van wijlen Marie van daer vader af is Joos van Praedt, zoo oeck tot behoeff van de kinderen van Katlijnen ende (Schadine?) van Neerveld(en) dochtere wijlen Gielis van Neervelde, het voers(creven) volle leen te wetene de helft van ontrent acht bunderen onder bossch en(de) lant, metter heerljcken daer toebehorten, verschenen bij de doet Jacops de Hertoghe als lesten sterffman en(de) haerss als sterffman af gestelt (Zelewaert?) de heer?? Jacop oudt ontrent sesse jaeren, Paesschier voors(creven) heeft hier af hulde en(de) eedt gedaen, act(u)m den XVII septembris a(nn)o LX pr(e)sent Oudaert, Daneel van Onsbroeck, Cristoffel Pinnock, Geert Moens man(nen) van len(e)

(in de marge: 1560.)

Gillis van Praet heeft gedaen de eedt als besetman en(de) momboir van (Lym..?) van Praet ?? dochter, die blijft als sterffvrouwe van desen leen, p(rese)nt Robrecht van Nuffel, en(de) Jan v(er)meeren, den 26 augusti 1586

(in de marge:  IIIIe fol(io) 19. art. 3.     1586)

Ende heeft de voers. in Jan Peter Jan van Asbroeck vuyt crachte van de voers(creven procuratie, opgedragen in handen des stadthouders het voers(creven) volle leen, tot behoeff Peeter Moortgat ende Johanna Verhoeven zijnder huysvrouwen ^ en(de) als bij coope gedaen thegens den voerscreven Jan Raverick ende Laeuyne van(den) Loon(e)n sijnder huysvrouwe (aeste?) blijcke bij der voers(creven) procuratie bij prt hiere inde des voerg(enoemde), Peeter Moortgat heeft gedaen den behoorelycken eedt als besetman ende Huybrecht voerden voers(creven) van We(m)mele van desen XXII in XV (tosh?) Moortgat, out ontrent twintich Jaeren, sone des voers(creven) Peeters blijfft hier pf sterffman, act(um) als boven (LV?), pres(e)nt van(den) stadthouder m(ees)t(er) Cuysters, Huybrecht Reyngere, Jan Stassijns, Henrick (Aicsel?)en(de) Jan van Praet ma(n)nen van leene des voers(creven) her(en) (slandts?) van Grimberghen.

(in de marge: ^ den tselvene hebben er (tselfe?) tot (behoeve?) van allen (heuren?) kinderen bestaende dat der selve (elck?) sal (??) sullen gedeelt worden hooffde gelyck metten deylinge ?? ?? ?? ??)

Bij voorbaat dank!!