Ik maak dit er van:
1. Matheeuen Vanden Male, Bouwen Snoeye, Jan De Bruyne ende
2. Lijsb(eth) Quadehage cum tutore vercochten Clause Joes twee steden
3. met huisingen hove gronde gestaen neffens een op Clapdorp tussen Matheeus
4. kinderen van Loebroec ex una ende Maes Oeme ex altera gelijc hen
5. die bleven sijn van Janne vanden Male z[aliger] g[edachten] ende van den sinen wiven
6. Droech op te waerne op XVI oude Yngelsce ende IIII hoenre* erflic den
7. Godshuise van Sinte Michiels. Item op alsulke twee noble erflic als
8. Jan van Eyck d(aer) op heeft. Salvo iure domini
1. Claue Joes voirsz[eyt] debet p[re]d[ic]tis tsjaers erflic II lib[rae] grooten pro ut communiter dandum
2. VIta m[er]tis unde obligavit de voers(creven) II steden ende voerd[er] se et sua
3. Salvo dat hij die aut sui XX scellingen grooten erflic daer af af sullen moeten
4. lossen ende quiten van huden ov[er] I ja[er]e ende dandum XX scellingen grooten van
5. huden ov[er] II jae[re] ende altijt elken penninc met XVI deniers die
6. voirsz[eyde] munten ende met verscenender renten . Salvo iure domini
Guido Snoeys
zei op vrijdag 9 juni 2023 - 16:22